Speculeren over een staatsgreep deel II (COLUMN)

0
15

foreign plot images

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – In het eerste deel van deze tweedelige artikelenserie beschreef ik reactie van Webster Tarpley en MK Bhadrakumar over speculaties dat president Erdogan en zijn Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) onder externe druk het veld moeten ruimen.

In dit tweede deel sta ik stil bij de visie van de neoconservatieve, aan het American Enterprise Institute (AEI) verbonden publicist Michael Rubin, om tenslotte een en ander vanuit mijn eigen perspectief te overwegen.

Rubin

In tegenstelling tot Webster Tarpley noemt Rubin Erdogans regionale beleid niet als reden voor een militaire staatsgreep. In plaats daarvan vindt hij die in onder andere corruptie, beperkte mediavrijheid en de oorlog met de PKK.

Rubin lijkt een militaire staatsgreep als een realistische mogelijkheid te beschouwen. Hij noemt het in dat geval ‘twijfelachtig of de Obama-regering verder zou gaan dan een lichte berisping van de coupplegers, zeker als zij onmiddellijk de weg zouden openen naar een herstel van de democratie.’

Verder overweegt Rubin dat internationale kritiek over een coup de mond gesnoerd kan worden als de coupplegers een direct einde maken aan de vervolging van journalisten en academici, en wanneer de onder beheer van de overheid geplaatste kranten terug worden gegeven aan hun rechtmatige eigenaren.

Prachtig natuurlijk dat laatste. Krijgen kringen die zelf een slechte reputatie hebben op het gebied van mensenrechten een aandeel in wat er vervolgens gaat gebeuren dan moet echter nog maar blijken of de mediavrijheid gegarandeerd blijft in Turkije. Volgelingen van Fethullah Gülen bijvoorbeeld. Aanklagers in dienst van de imam toonden zich rond de Ergenekon-procedure immers erg bedreven in het vervolgen van journalisten. Hier dient bij opgemerkt te worden dat Gülen op sympathie kan rekenen van neocons als Michael Rubin.

Rubin meent terecht dat de doodstraf voor Erdogan en diens directe omgeving niet gewaardeerd zal worden in Europa en de VS. Een gevangenisstraf na een proces over corruptie zal daar volgens hem echter niet op veel bezwaar stuiten. Tijdens dat proces stelt Rubin zich een ‘uitgeputte en verwarde’ Erdogan voor. Zoals Saddam Hoessein tijdens diens berechting in Irak. Ik ken er, binnen en buiten Turkije, die zich daar zeker op zullen verheugen.

Koerden

Rubin lijkt het helemaal te zien zitten met een militaire staatsgreep in Turkije. In zijn enthousiasme schrijft hij zelfs dat ‘een nieuwe regering die zich eerlijk opstelt ten opzichte van de Koerden ook hen voor zich kan winnen.’

Een boute bewering, in aanmerking genomen dat geen enkele militaire staatsgreep in Turkije de Koerden enig voordeel bracht. Na de coup van 1980 legden de martelingen in gevangenissen zelfs de kiem voor de oorlog die tot op de dag van vandaag voortduurt. Daar voeg ik de kanttekening aan toe dat deze staatsgreep volledig werd gesteund door Washington.

Zeker, veel Turken beginnen de oorlog met de PKK zat te worden. Iedere avond begrafenissen van ‘martelaren’ op de TV werken op hun zenuwen. Steeds vaker klinkt de vraag of militaire operaties daar een einde aan kunnen maken, en er zijn ook zeker militairen die zich afvragen waar ze mee bezig zijn. Dat betekent echter bij lange na niet dat een geforceerd vertrek van Erdogan een einde van de oorlog met de PKK kan garanderen.

1960

Rubin lijkt er erg zeker van dat de strijdkrachten zich van Erdogan willen bevrijden. Zeker, er zat een scherp kantje aan de recente ontkenning van de generaals over snode plannen binnen hun gelederen, juist omdat het zo resoluut klonk. Rubin kan echter niet ontkennen dat Erdogan de generaals danig wist te dresseren en dat er feitelijk geen redenen bestaan om aan hun loyaliteit te twijfelen.

Historisch beschouwd biedt de loyaliteit van de generale staf echter geen volledige waarborg tegen een militaire staatsgreep. Premier Menderes – een van Erdogans rolmodellen – wist de generaals eveneens aan zijn kant in 1960, maar toen lagere officieren een staatsgreep initieerden werd hij wel degelijk afgezet.

De huidige situatie in Turkije lijkt in een aantal opzichten op de periode voorafgaand aan de staatsgreep van 1960. Zoals Erdogan nu, had Menderes lak aan democratische normen. Hij onderdrukte protesten met harde hand en joeg intellectuelen tegen zich in het harnas. Zoals Erdogan, vond Menderes bovendien met name steun bij het conservatieve deel van de bevolking in de provincie (of daaruit afkomstig).

Egypte

O.K., 1960 is een tijd geleden en het tijdperk van de staatsgrepen is voorbij. Althans, zo werd erover gedacht voordat Erdogans Moslimbroeder Mohamed Morsi het presidentschap werd ontnomen in Egypte.

Erdogan en Morsi werden beide met meer dan vijftig procent van de stemmen gekozen. In Egypte was de opkomst bij de verkiezingen echter erg laag vergeleken met die in Turkije. Erdogan steunt daardoor op een aanmerkelijke ruimere basis onder de bevolking dan Morsi voordat hij door generaal el-Sissi tot vertrek werd gedwongen. Daardoor valt het te verwachten dat een militaire interventie tegen Erdogan op veel protest uit de bevolking zou stuiten.

Eerder grepen Turkse militairen in als ze meenden op voldoende steun uit de bevolking te kunnen rekenen. Zouden ze nu van die regel afwijken dan kan dat leiden tot een confrontatie waarbij het middel in militaire ogen al snel erger wordt dan de kwaal.

Complot

De speculaties over een gedwongen vertrek van Erdogan sluiten deels aan bij door de regeringsgezinde media geformuleerde samenzweringstheorieën. Ondemocratische praktijken worden hier onder het kleed geveegd als een noodzakelijke maatregel tegen de druk uit het samenzwerende buitenland. Terwijl het omgekeerde uiteraard het geval is. Tijdens de hervormingen in de eerste jaren van de AKP was er immers geen sprake van druk uit de VS en Europa. Ook niet over het regionale beleid. Toen was daar alleen applaus hoorbaar over het ‘gematigde islamisme’ van de AKP.

Sinds het einde van hervormingsbeleid tot druk uit het buitenland heeft geleid, wordt dat laatste door de regeringsgezinde media niet zo zeer afgebeeld als een complot tegen Erdogan, als wel als een tegen Turkije als geheel. Een heel verschil, want uiteraard is Turkije meer dan alleen Erdogan. Veel Turken zien dat onderscheid echter niet, en daar verrekent men zich men zich op buiten Turkije. Daar wordt niet begrepen dat rumoer over een staatsgreep in Turkije Erdogans binnenlandse positie alleen maar sterker maakt. Dat maakt wat MK Bhadrakumar aanmerkt als ‘psychologische oorlogsvoering’ ook contraproductief.

Hetzelfde geldt voor het proces tegen Reza Zerrab in de VS. Belandt dat bij de eventuele rol van Erdogan dan kan dat zijn internationale aanzien (nog verder) schaden, terwijl zijn tegenstanders binnen de Turkse grenzen het als een bevestiging zullen zien van wat ze al wisten. Erdogans band met zijn achterban zal er echter sterker door worden.

Evenals het corruptieschandaal van eind 2013 beelden de regeringsgezinde kranten het proces tegen Zerrab simpelweg af als een ‘poging tot staatsgreep’. De AKP-achterban weet dan genoeg en alle strafbare feiten van Zerrab verschrompelen in het niets. De winst is voor Erdogan.

Paradox der democratie

Daarom kan Erdogan alleen met een ‘echte staatsgreep’ tot vertrok gedwongen worden. Na alles afgewogen te hebben zie ik de tanks echter niet snel door de Turkse steden rijden. Ik moet daar ook niet aan denken. Als pleitbezorger van democratie (en democratisering) in Turkije ben ik uiteraard tegen het verdrijven van een president die door meer dan de helft van de stemmers werd gekozen. Boven iedere vorm van interventie heeft een democratisch proces altijd de voorkeur.

Daar bevindt zich echter ook het probleem, want de omstandigheden sluiten een eerlijk democratisch proces uit. Niet alleen omdat de president en zijn regering de media naar hun hand zetten en zich achter ‘de wens van de natie’ verschuilen om ondemocratisch handelen te rechtvaardigen, maar ook door het (door verschillende partijen opzettelijk gecreëerde) klimaat van angst in Turkije. Om die redenen kwalificeerden buitenlandse waarnemers de verkiezingen van 1 november ook als ‘oneerlijk’.

Kortom, wat te doen wanneer bij verkiezingen voor een ondemocratische beleid wordt gekozen, terwijl een corrigerende maatregel geen optie is omdat die in strijd is met de democratie? Dit dilemma noemde ik al vaker de ‘paradox der democratie’.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here