Speculeren over een staatsgreep deel I (COLUMN)

0
5

erdobama n_97175_1

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – Het was lang de vraag of het zou gebeuren, maar uiteindelijk spraken de presidenten van Turkije en de VS elkaar dan toch in Washington.

Er verscheen een interessante foto waarop de lichaamstaal er niet om loog. Obama zit erbij als een jachtluipaard met grijpgrage klauwen dat ieder moment zijn prooi kan verscheuren; Erdogan trekt een gezicht alsof hij zojuist door zijn Amerikaanse counterpart in de elektrische stoel is geplaatst.

De VS en Turkije zijn op elkaar aangewezen. Erdogan en zijn media doen weliswaar alsof Turkije niet meer dan minimaal van het buitenland afhankelijk hoeft te zijn, maar als het puntje bij paaltje komt vormen de militaire banden met de VS toch een erg geruststellende gedachte. Omgekeerd is het voor de Amerikanen essentieel om minstens een redelijke verstandhouding te hebben met het aan Syrië, Irak en Iran grenzende Turkije, dat aan de overkant van de Zwarte Zee ook Rusland als buur kent.

Voor Obama mogen dat zo langzamerhand echter ook betrekkingen zijn met een Turkije zonder Erdogan. Tien jaar geleden beschouwde Washington hem nog als een hoeksteen van het Amerikaanse beleid in het Midden-Oosten, maar nu heeft hij vooral de reputatie een lastpak en een veiligheidsrisico te zijn.

Media in Rusland stellen de laatste weken dat de VS er geen probleem mee zouden hebben als Erdogan en diens Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) tot vertrek worden gedwongen. Buiten Rusland haakten publicisten daar langs verschillende wegen op in. In deze tweedelige artikelenserie sta ik bij drie van hen stil, om uiteindelijk bij mijn eigen gevoelens hieromtrent te belanden.

Tarpley

De website Voltairenet is een initiatief van de uit Frankrijk afkomstige Thierry Meysan. Dat hij momenteel in Damascus verblijft is natuurlijk niet zonder betekenis.

Een van de publicisten van Voltairenet is de Amerikaan Webster Tarpley. Ooit was hij nauw verbonden aan de zeer anti-Britse en hevig controversiële organisatie van zijn landgenoot Lyndon Larouche. Tarpley keerde Larouche echter de rug toe en werkt nu voor Meysan.

Consensus

Tarpley stelt dat Obama en zijn Russische collega Poetin vorige maand een consensus bereikten over Erdogan. Diens handelen zou voor beide dusdanig onacceptabel zijn geworden dat hij het veld moet ruimen. Vooral ook om een oorlog met catastrofale gevolgen te voorkomen.

Mmomenteel worden volgens Tarpley Amerikaanse en Russische wapens naar Turkije getransporteerd, zou er contact gelegd worden met oppositiepartijen en met de generale staf, terwijl ook de Koerdische PKK mee mag doen. Deze strategie moet, zo meent Tarpley, deze maand al leiden tot gevechten in Turkije op de schaal van een burgeroorlog. Met als doel het ontstaan van omstandigheden die het einde van het Erdogan-tijdperk inluiden.

Hij schrijft het niet expliciet, maar tussen de regels door lijkt Tarpley er wel zin in te hebben. En passant voegt hij er nog aan toe dat de AKP de verkiezingen van 1 november wist te winnen door op grote schaal te frauderen. Een stevige claim, maar waar Tarpley deze wijsheid vandaan haalt mag Joost (no offense… J.L.) weten.

Wat betreft de consensus tussen Obama en Poetin zal Tarpley zich op niet bijster objectieve Russische bronnen baseren. Uit een aantal niet-Russische publicaties spreekt echter ook het vermoeden dat iets tegen Erdogan bekokstoofd wordt, al staan die daar anders tegenover dan Tarpley.

Bhadrakumar

MK Bhadrakumar vertegenwoordigde India tussen 1998 en 2001 als diplomaat in Turkije. Hij publiceert tegenwoordig regelmatig over Turkije op de website Asia Times.

Voor Bhadrakumar is de wens de vader van de gedachte in de Russische berichten over een op handen zijnde machtsovername in Turkije. Hij plaatst die verder in een context van ‘psychologische oorlogsvoering’.

Bhadrakumar noemt het een paradox dat dergelijke veronderstellingen eenvoudig weerlegd kunnen worden, maar tegelijkertijd ook weer niet helemaal. Ze bevinden zich volgens hem in een ‘grijs gebied waar feiten in fictie transformeren.’

Strijdkrachten

Bhadrakumar refereert aan de (onlangs ook door mij genoemde) verklaring van de Turkse strijdkrachten waarin zij tegenspraken dat een staatsgreep aanstaande is. De voormalige Indiase diplomaat gaat er echter aan voorbij dat vermeende plannen onder volgelingen van imam Fethullah Gülen binnen de strijdkrachten aanleiding gaven tot deze reactie van de generale staf.

Hoewel Bhadrakumar een militaire machtsovername niet lijkt te zien gebeuren, constateert hij tegelijkertijd wel dat het westen de druk opvoert tegen Erdogan. De voorbeelden die hij daarbij noemt overtuigen alleen niet. Gezien de overeenkomst tussen Turkije en de EU over de opvang van vluchtelingen verbaast hij zich erover dat Erdogan bot ving toen hij van Duitsland eiste dat een satirisch liedje over hem van internet werd verwijderd.

Bhadrakumar mag dat specifiek tegen Turkije gerichte westerse druk noemen, maar veel Duitsers zullen daar anders over denken. Zij zullen menen dat wanneer een staatshoofd van een ander land dan Turkije aangedrongen had op een beperking van de vrijheid van meningsuiting in Duitsland, dat even resoluut afgewezen had moeten worden.

Overigens verdween de video van het liedje uiteindelijk alsnog van de website van het Tv-kanaal dat het had uitgezonden, al wist Bhadrakumar dat niet toen hij zijn artikel schreef. Stelde weinig voor, want ondertussen is het door talloze andere websites overgenomen, maar dat neemt niet weg dat Duitsland geïnfecteerd raakte met de beperkte vrijheid van meningsuiting in Turkije. Een slechte zaak. Het is de vraag of het ook zo was gegaan als er geen deal over vluchtelingen was geweest met Turkije.

De aanwezigheid van westerse consuls bij het proces tegen de van spionage beschuldigde journalisten Can Dündar en Erdem Gül vat Bhadrakumar onder de noemer ‘provoceren’. Goed, dat de Britse consul een selfie maakte met Dündar was een beetje over the top, maar verder beriepen de diplomaten zich op een recht volgens internationale afspraken. Erdogan werd er woedend over, maar Turkse diplomaten in andere landen kennen hetzelfde recht.

Toch meent Bhadrakumar dat deze incidenten de ‘duidelijk intentie hebben om de “sultan” te provoceren’, met als achterliggende bedoeling hem van de troon te stoten.

Zerrab

Bhadrakumar noemt het niet, maar ook het proces tegen Reza Zerrab, de goudhandelaar die er in de VS van beschuldigd wordt de boycot tegen Iran te hebben ontweken, is in het kader van een Amerikaans offensief tegen Erdogan geplaatst. Met name dan door de regeringsgezinde media in Turkije. De door hen gelegde link tussen aanklager Preet Bahrara en de Gülen-beweging neemt echter niet weg dat Zerrab zich aan strafbare feiten schuldig maakte, waardoor hij zonder meer berecht kan worden.

Het is alleen de vraag of dit proces er ook was gekomen als zich geen problemen tussen Ankara en Washington hadden ontwikkeld. Zoals het de vraag is of de corruptie in en rond de AKP aan het licht was gekomen wanneer Erdogan niet met Gülen in aanvaring was gekomen.

Bhadrakumar noemt het ‘de moeder van alle ironieën’ dat een beslissing van de VS tot een regime change in Turkije neer zou komen op het verdrijven van een ‘democratisch gekozen, charismatische en kundige politicus, met een enorme aanhang die virtueel half Turkije omvat.’ Onder die omstandigheden betwijfelt Bhadrakumar of Erdogans eigengereide regionale beleid een rechtvaardiging kan zijn om hem van zijn positie te beroven.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here