Istanbul – In een verklaring van 20 januari leverde Amnesty International kritiek op de uitgaansverboden in Zuidoost Turkije.
John Dalhuisen, de directeur van Amnesty International over Europa en Centraal-Azië zei:
‘De operaties die momenteel onder voortdurende uitgaansverboden worden uitgevoerd zetten het leven van duizenden op het spel. Daarmee begint het op een collectieve strafmaatregel te lijken.’
Amnesty International benadrukt dat de uitgaansverboden toegang tot gezondheidszorg uitsluiten en dat de bevolking erdoor verstoken blijft van water en elektriciteit. Daarom riep de internationale mensenrechtenorganisatie de Turkse regering op een einde te maken aan de voor onbepaalde tijd afgekondigde uitgaansverboden.
Verder stelde Amnesty International:
‘Er bestaat weinig twijfel over dat de Turkse autoriteiten levens riskeren door het roekeloze en excessieve gebruik van dodelijk geweld…Veiligheidsmaatregelen, inclusief die welke gericht zijn op het arresteren van leden van YDG-H, dienen aan te sluiten bij de door Turkije ondertekende internationale verdragen over mensenrechten.’
Amnesty-directeur Dalhuisen constateert dat Turkse autoriteiten ‘erg weinig’ kritiek krijgen uit de internationale gemeenschap over de oorlog in het Zuidoosten van het land. Dit is naar hij stelt een gevolg van de rol van Turkije binnen de internationale alliantie tegen de Islamitische Staat (IS) en de overeenkomst met de EU over de opvang van Syrische vluchtelingen.
Hahn
Het zal voor Amnesty International onvoldoende zijn, maar uit de EU komt wel degelijk enige kritiek, al richt die zich dan meer in twee richtingen. Eveneens op 20 januari riep de EU-commisaris voor regionaal beleid en uitbreiding, Johannes Hahn, op tot een wapenstilstand en een hervatting van de onderhandelingen die sinds vorig jaar stil liggen.
Volgens Hahn moeten de militaire operaties ‘gericht en proportioneel’ zijn, terwijl hij stelde dat de PKK de wapens neer moet leggen. Hahn:
‘Het vredesproces blijft de beste mogelijkheid binnen deze generatie om een conflict op te lossen dat veel te veel leven heeft geëist.’
Hahn omschreef de situatie in Zuidoost Turkije, inclusief de uitgaansverboden, als ‘extreem verontrustend.’ Hij meent echter dat beide partijen in dit verband een verantwoordelijkheid kennen. Dat betekent voor hem dat Turkije zich bij de operaties aan internationale normen over mensenrechten dient te houden, maar ook dat de YDG-H niet langer gebieden autonoom mag verklaren.
De EU-commisaris zei verder dat een einde van het vredesproces de verdere spanningen in de regio zullen verhogen. Het conflict in Turkije kan volgens hem dan ook niet los gezien van andere problemen in het gebied.
Istanbul/Peter Edel
