Werkloosheid, minimumloon en de beschadigde rechtstaat (COLUMN)

4
93

spm-logo

Istanbul/Peter Edel (COLUMN)- Het onderzoekscentrum voor sociaal beleid (SPM) van de Unie van Kamers en Beurzen (TOBB) constateert in haar laatste rapport stijgende werkloosheid in Turkije gedurende de afgelopen 26 maanden.

Op 15 mei worden nieuwe officiële cijfers bekendgemaakt, maar SPM-directeur Serdar Sayan voorziet samen met een team onderzoekers nu al dat de werkloosheid ook in februari boven de elf procent steeg en dat er 5,4 miljoen werklozen waren.

In januari dit jaar stond de werkloosheid met 11,3 procent op het hoogste niveau in vier jaar. De werkgelegenheid nam in dezelfde maand af met 0,4 procent naar 44,3 procent, het laagst in zeven maanden.

Het aantal werklozen steeg tot februari met 16,2 procent, volgens het SPM-rapport, dat verder stelt dat de werkloosheid in de niet-agrarische sector in januari met 14,4 procent toenam vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.

Het SMP stelt verder dat de beroepsbevolking in januari terugliep naar 28,7 miljoen, wat 0,3 procent minder is dan in de voorafgaande maand.

Cijfers over werkloosheid in Turkije zijn betrekkelijk. Zo worden werklozen die langer dan een paar maanden naar werk zoeken en ‘niet-geregistreerde’ arbeiders (lees: zwartwerkers) die hun werk kwijtraken, niet meegeteld. Economieanalist Mustafa Sönmez schat de realistische werkloosheid daarom op ongeveer achttien procent.

Minimumloon

Wie in Turkije wel werk vindt moet vaak genoegen nemen met het minimumloon, dat vanaf juli op ca. €330 per maand zal liggen. Daarmee loopt Turkije voor op veel landen in Oost-Europa, maar achter op Zuid-Europese landen.

35 procent van de Turkse arbeiders krijgt het minimumloon. In de industrie en bouwsector ligt dit cijfer op respectievelijk 38,2 en 41,3 procent. In de dienstensector werkt 30,2 procent voor het minimumloon, terwijl in de agrarische sector maar liefst 72 procent het daarmee moet stellen.

In de aanloop naar de verkiezingen op 7 juni doen de oppositiepartijen beloften over een hoger minimumloon. De Republikeinse Volkspartij (CHP) belooft de stemmers een minimumloon van bijna €500 en de Koerdische georiënteerde Democratische Volkspartij (HDP) gaat zelfs tot bijna €600. De rechts-nationalistische Partij van de Nationale Beweging (MHP) houdt het op een belofte van ruim €460.

Voor de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) was het minimumloon geen belangrijk thema in de verkiezingsstrijd. Dat wil zeggen, tot de oppositie erover begon. De AKP wijst liever naar verdiensten uit het verleden, zoals de verbeterde infrastructuur en grootschalige projecten als de nieuwe luchthaven in Istanbul en de derde brug over de Bosporus die momenteel worden aangelegd.

Terwijl zijn AKP €330 voldoende acht voor miljoenen werknemers, reageerde President Erdogan tijdens zijn toespraken verrast over de beloften van de oppositiepartijen:

‘Geloof me, ik ben verbijsterd. Het klinkt als een veiling. De een zegt €500, de ander €600. Ze weten niet wat het minimuminkomen is. Dat is €330. Een werkgever kan niet minder dan €330 betalen. De staat garandeert dat.’

De president neemt een loopje met de waarheid, want volgens het Turkse instituut voor statistiek (TÜÏK) werken ‘ongeregistreerde’ arbeiders maar al te vaak onder het minimumloon.

Rechtstaat

Maar er is nog een ander punt, want Erdogan grijpt beloften van de oppositie aan om daar in zijn toespraken volop in de aanval tegen te kunnen gaan.

Erdogan doet met andere woorden, actief deel aan de verkiezingscampagne van de AKP. Daarmee overtreedt hij de grondwet, die van de president eist dat hij zich boven de partijen opstelt. Als gevolg komt de rechtstaat in geding. De rechtstaat op basis waarvan Erdogan een eed aflegde toen hij president werd:

‘Als president van de republiek, zweer ik op mijn eer en integriteit voor de grote Turkse natie en voor de geschiedenis, om het bestaan en de onafhankelijkheid van de staat, de ondeelbare onafhankelijkheid van de staat, de ondeelbare integriteit van het land en de natie, alsmede de absolute soevereiniteit van de natie, te beschermen door de grondwet, de rechtstaat en de democratie te eerbiedigen.’

Erdogan heeft maling aan de eed die hij aflegde. Hoe zeer de Turkse rechtstaat ondertussen beschadigd is blijkt wel uit het feit dat er geen rechtsinstantie meer is die hem tot de orde roept door hem aan zijn grondwettelijke verplichtingen en beperkingen als president te herinneren.

Onder dergelijke omstandigheden is het niet zo vreemd dat maar 25 procent van de Turken vertrouwen heeft in eerlijke verkiezingen. Maar wat maakt het uit, voor veel medestanders van de AKP zijn democratie en een rechtstaat sowieso van secundair belang. Er wegen nu zwaardere belangen, zoals de herrijzenis van het sultanaat.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, uitgeverij EPO, Antwerpen)

4 REACTIES

  1. Merhaba Peter,

    Mijn dochter beheert appartementengebouwen in (sinds kort) ‘grootstedelijk’ Alanya. Veel huismeesters hebben op de AK Parti gestemd, omdat bij winst hun minimumloon (anders dan hét minimumloon) verhoogd zou worden van 1080 naar 1300 TL en ook hun pensioen zou naar een hoger niveau worden getild. Ik heb er in Zaman Today noch in Sabah over gelezen. Iets om uit te vogelen?

    Collegiale groet,
    Herman

  2. Een verhoging van pensioenen en minimumlonen behoorde tot de verkiezingsbelofte van de AKP. Bij de verkiezingen in juni deden andere partijen, beginnende met de CHP, soortgelijke beloften. De AKP noemde dat toen onrealistisch, maar deed voor 1 november soortgelijke beloften. Of die nageleefd zullen worden is een kwestie van afwachten.

    • De AKP doet geen beloftes die niet waar kunnen worden gemaakt. Het zal dus gebeuren.
      Verschil met Juni is overigens dat intussen de devaluatie van de Lira is ingezonken in de inflatie (gemiddelde van UFE en TUFE), en dat daardoor omzetten en winsten in absolute termen (lira’s) zijn toegenomen. Als gevolg kan nu ook makkelijker dan in Juni het minimumloon worden verhoogd, het is zelfs een noodzaak geworden vanwege de inflatie indexatie.
      Enig aandachtspunt is de nu sterker wordende Lira vanwege de verkiezingsoverwinning van de AKP, die mag niet te ver doorslaan, anders zijn de (minimum-)loonsverhogingen niet op te brengen.
      .
      Trouwens, ook voor de in het buitenland wonende Turken zal het afkoopbedrag voor de dienstplicht worden verlaagd van € 6.000,00 naar € 5.000,00. Ook die belofte zal doorgaan.
      Scheelt mij met 2 zoons toch weer € 10.000,00.
      Ach, het is 1 groot feest met de AKP. Laat Peter maar zuur doen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here