De terugkeer van het hoofddoekgedoe (COLUMN)

0
36

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – In mijn op 5 februari van dit jaar verschenen artikel ‘Het referendum; ‘ja’ of ‘nee’ schreef ik het volgende over president Erdogan:

‘reken er op dat de EU zijn doelwit wordt de komende maanden.’

Wel zie aan, Erdogans aanval op de EU is in volle gang.

Boeman

Niet dat er helderziendheid voor nodig was, want in de aanloop naar het referendum over de invoering van een presidentieel systeem heeft Erdogan veel behoefte aan een vijand waarmee hij de Turken zand in de ogen kan strooien over zijn falende beleid. Nadat hij klem was komen te zitten tussen Trump en Poetin bleef alleen de EU over als bruikbare boeman.

Erdogans haatcampagne is ongelijk verdeeld over Europa. Nederland krijgt nu het meest voor de kiezen, omdat het gezien de verkiezingen het eenvoudigst te provoceren viel. Kwestie van het meest geschikte doelwit bepalen. Wanneer in Oostenrijk, dat toch ook het campagnevoeren door Turkse ministers verbiedt, verkiezingen waren geweest hadden ze daar in de vuurlinie gestaan. Nu houdt Erdogan zich redelijk gedeisd over Oostenrijk.

Europees hof van justitie

Tegelijkertijd ligt Erdogan in een voortdurende hinderlaag om de EU als geheel te grazen te nemen. Dat het Europees Hof van Justitie deze week het groene licht aan werkgevers gaf om het dragen van religieuze tekens, waaronder de hoofddoek, op de werkvloer te verbieden kwam daarom voor hem als geroepen.

Erdogan is een groot pleitbezorger van vrijheid omtrent de hoofddoek. Sterker nog, na de jaren waarin hij de wereld misleidde met zalvende woorden over betere mensenrechten voor alle Turken is het de enige vrijheid waar hij zich om kan bekommeren. Een betrekkelijke vrijheid, want liberalisering van de hoofddoek impliceert ook de vrijheid voor vaders, broers en echtegenoten om dochters, zusters en echtgenotes te verplichten het hoofd met textiel te bedekken.

Atatürk

Onderdrukking van vrouwen was precies de reden waarom Mustafa Kemal Atatürk, de oprichter van de Turkse Republiek, een hekel had aan hoofddoeken in het openbare leven. Er is nu echter een ander Turkije, want Erdogan maakte korte metten met Atatürks secularisme, waar vooral de toename van het aantal hoofddoeken in het Turkse straatbeeld van getuigt.

Tien jaar geleden behoorde de hoofddoek nog tot Erdogans speerpunten tegen de seculiere nationalisten, maar nu zet hij het als argument in tegen de EU. Op zijn bekende hoogdravende toon verweet hij het Europees hof een ‘strijd tussen het christelijke kruis en de islamitische halve maan’ op gang te hebben gebracht.

Vliegend spaghetti monster

Erdogan klaagt steen en been over discriminatie omdat de klacht van twee islamitische vrouwen die geen hoofddoek op de werkplek mochten dragen werd afgewezen door het Europees hof. Maar zou een volgeling van de kerk van het vliegende spaghetti monster die van zijn werkgever geen vergiet op zijn hoofd mag zetten daar wel kans maken?

Moslims en gelovigen van andere pluimage met een fetisj voor hoofddeksels zullen dit wellicht een absurde vergelijking vinden, maar voor de wet dient een ieder gelijk te zijn. De Nederlandse wet kent zelfs een ongelijkheid die in het voordeel van moslims werkt, want terwijl moslima’s het recht hebben om met een hoofddoek op een paspoort staan, is een vergiet op het hoofd van aanhangers van het vliegende spaghetti monster niet toegestaan op een reisdocument.

Chaps

Als het Europees hof had geoordeeld dat religieuze tekens op de werkvloer door werknemers geaccepteerd dienen te worden, dan hadden volgens het beginsel gelijke monniken gelijke kappen ook andere levensovertuigingen en voorkeuren op de werkvloer uitgedragen mogen worden.

Wat te denken van homoseksuele mannen met ‘chaps’ (leren broek zonder kruis) op de werkvloer, of SM-meesteressen in volledig outfit compleet met zweep. Hoe had Erdogan daar over gedacht?

De essentie van het oordeel waar het Europees hof toe kwam is dat het uitdragen van een religie evenmin op de werkvloer thuishoort als het uitdragen van andere voorkeuren die de neutraliteit daarvan in het geding brengen. Andersom gesteld: hoofddoeken en chaps horen thuis in de huiselijk sfeer, een gebedshuis of een seksclub.

Maar we weten uiteraard dat voor Erdogan de islam de norm is en dat anderen zich daaraan moet aanpassen; in Turkije, de islamitische wereld, maar als het aan hem ligt ook in de EU.

Strijdkrachten

Ook in Turkije zelf is de hoofddoek echter weer een kwestie geworden. Dat werd het nadat Erdogans regering onlangs besloot om af te rekenen met de laatste beperking op het dragen ervan. Dat wil zeggen, met het verbod op de hoofddoek binnen de Turkse strijdkrachten.

Een overwegend symbolische aangelegenheid, want veel vrouwen dienen in Turkije niet in de strijdkrachten. Op de TV is wel eens een vrouwelijke militair te zien wanneer een ‘martelaar’ wordt begraven. Ze ondersteunen dan een huilende echtgenote of moeder. Verder zullen ze hoofdzakelijk administratieve taken en dergelijke hebben.

Dat vrouwelijke Turkse militairen niet bij gevechtshandelingen zijn betrokken vormt overigens een onderscheid met de milities van de Democratische Eenheidspartij (PYD) in Syrië. De vele Koerdische vrouwen die daar tegen de Islamitische Staat (IS) vechten zijn zeer succesvol. IS-strijders menen dat ze niet naar de hemel gaan wanneer ze door een vrouw worden omgebracht en zijn daarom als de dood voor ze. Knap staaltje psychologische oorlogsvoering.

Staatsgreep

De Turkse generaals werden totaal overvallen door het overnight genomen besluit van de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) om de hoofddoek binnen hun gelederen toe te staan. Ze hadden er op z’n minst over geconsulteerd willen worden, maar dat vond de AKP niet nodig.

In de regeringsgezinde media werd een direct verband gelegd tussen deze nieuwe hoofddoekcontroverse en ontwikkelingen in de strijdkrachten die als voorbereidingen tot een staatsgreep werden beschouwd.

De columnist Nagehan Alci schreef op 28 februari:

‘Op 22 februari werd het verbod op de hoofddoek binnen de strijdkrachten opgeheven. Direct daarna waren ‘bewegingen’ waarneembaar onder Kemalistische, staatsgreepgezinde militairen in het leger. In Ankara en Istanbul gebeurde niets, maar bij kazernes in Izmir en andere delen van West-Turkije waren bewegingen binnen de strijdkrachten. Een aantal staatsinstanties was gealermeerd en stond klaar om deze bewegingen tegen te gaan.’

Alci voegde hier aan toe dat een paar dagen later, op 25 februari, een artikel zou verschijnen in de krant Hürriyet over onvrede binnen de strijdkrachten.

Volgens de nieuwswebsite Odatv is ondertussen een onderzoek gestart naar Kemalisten met vermeende snode plannen. Opperbevelhebber Hulusi Akar gaf daar volgens zeggen opdracht toe.

Rusland

Hoe dit alles te interpreteren? Eerder bracht ik de mogelijkheid van een volgende staatsgreep zelf aan de orde. Ik overwoog dat die uit kon gaan van militairen met sympathie voor (de ideeën van) Dogu Perincek, de pro-Russische en zeer Kemalistische leider van de Vaderlandpartij.

Perincek kreeg via deze militairen meer invloed binnen de strijdkrachten, wat een risico op een volgende staatgreep leek op te leveren naarmate de blik in Ankara van Moskou naar Washington verschoof. Van dat laatste kreeg het alle schijn nadat Donald Trump president van de VS was geworden en Erdogan zich zeer enthousiast over hem toonde.

In een paar weken kan echter veel gebeuren, want Erdogan raakte teleurgesteld in Trump en richtte zich weer op Rusland. Dat zal de pro-Russische Kemalisten goed zijn bevallen, maar het neemt de grote verschillen tussen hen en Erdogan niet weg. Bijvoorbeeld omdat de hoofddoek een gruwel voor hen is. In het algemeen, maar vooral ook in de strijdkrachten.

Ergenekon/Balyoz

Daarentegen is het mogelijk dat we hier getuige zijn van de aanzet van de zoveelste zuivering binnen de strijdkrachten, met vermeende plannen tot een staatsgreep als argument. In dat geval zien we een herhaling, of een verlengstuk, van de Ergenekon- en Balyoz-procedures tussen 2007 en 2013, waarbij Erdogan de greep van de Kemalisten over de strijdkrachten liet terugdringen door aanklagers in dienst van zijn huidige aartsvijand, imam Fethullah Gülen.

Kemalisten die de dans van vervolging ontsprongen legden zich er vervolgens bij neer dat ze ondergeschikt waren aan Erdogan. Daarmee is echter niet gezegd dat ze dit van harte deden. Bovendien zagen ze met lede ogen hoe Erdogan toestond dat de invloed van Gülen na Ergenekon en Balyoz toenam binnen het militaire apparaat.

Kortom, er rommelt iets binnen of ten aanzien van de strijdkrachten, al is het onduidelijk wat. Waar echter geen enkele twijfel over bestaat is dat de strijdkrachten danig verzwakt zijn geraakt door de zuiveringen en dat iedere volgende zuiveringsgolf hen verder zal verzwakken.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here