Bij bomaanslagen vandaag, 18 mei, op twee vestigingen van de Koerdische georiënteerde Democratische Volkspartij (HDP) in de Turkse steden Adana en Mersin zijn volgens ooggetuigen gewonden gevallen.
In Adana klonk op de tweede verdieping van het provinciale hoofdkwartier, waar zich een vrachtruimte bevindt, een luide explosie. In Mersin vond de explosie plaats in een keuken van een lokale vestiging van de HDP. Een bom in een afgeleverd bloemboeket bom ontplofte daar.
HDP-leider Selahattin Demirtas zou vandaag een toespraak houden tijdens een openbare partijbijeenkomst van zijn partij in Mersin.
Volgens de HDP zijn de laatste maanden in onder andere Akasaray, Antalya, Trabzon, Usak, Bilecik, Tokat en Rize in totaal 56 aanslagen op vestigingen van de partij gepleegd.
Mocht de HDP er tijdens de verkiezingen op 7 juni in slagen om de kiesdrempel van tien procent te halen dan kan dat grote gevolgen hebben voor de politieke toekomst van Turkije.
Update – de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) heeft de aanslagen op de HDP-vestigingen veroordeeld. Minister van Cultuur zei dat een speciale eenheid van de politie, gendarme en de inlichtingendienst MIT geformeerd zal worden om de aanslagen te onderzoeken.
Desalniettemin wijst de beschuldigende vinger van de HDP in de richting van de regering. In een verklaring van de HDP werd gesteld:
‘Het moet duidelijk zijn dat geen machtsfactor in staat zal zijn om het opgaan van de HDP in de Turkse natie tegen te houden.’
Dat laatste was een verwijzing naar harde uitspraken die president Erdogan en premier Davutoglu onlangs over de HDP deden.
Pervin Buldan van de HDP-fractie in het parlement twitterde:
‘De president noch de premier, noch enig ander vertegenwoordiger van de regering mag de aanslagen van vandaag veroordelen. Ze zouden stil moeten zijn. Dit is genoeg!’
Istanbul/Peter Edel
