Dodelijk geweld tegen vrouwen neemt sterk toe in Turkije [COLUMN]

0
15

protest.studente
[Door Peter Edel/Istanbul] – Twee weken geleden nam de twintigjarige studente Özgecan Aslan uit de Turkse provincie Mersin een minibus naar huis. Ze zou er nooit aankomen. De chauffeur van de minibus probeerde haar te verkrachten en stak haar neer toen ze zich verzette. Ze leefde nog toen hij zijn vader en vrienden belde om raad te vragen. Hij sneed vervolgens Özgecans handen af, stak haar lichaam in brand en liet dat van de weg verwijderd achter.

Rok
De moord op Özgecan leidde in Turkije tot een golf publieke verontwaardiging, met demonstraties in verschillende steden. In Istanbuls stadsdeel demonstreerde een man in zijn eentje. ‘We zijn allemaal Özgecan’, stond op het bord dat hij bij zich droeg. Hij haalde de media door een rok aan te trekken. Een week later droegen verschillende mannen een rok tijdens een demonstratie.

De moord op Özgecan was geen op zichzelf staand incident. Haar portret werd het symbool van het seksueel geweld, waar vrouwen de laatste dertien jaar steeds vaker het slachtoffer van worden in Turkije. Tussen 2003 en 2010 nam het aantal moorden op vrouwen met maar liefst 1400 procent toe, stelde de toenmalige minister van Justitie vijf jaar geleden. Vorig jaar vonden minstens 281 vrouwen de dood door geweld en dit jaar waren het er al 26.

Het hield ook niet op met de dood van Özgecan. In de daarop volgende dagen verschenen nieuwe gruwelverhalen over dodelijk geweld tegen vrouwen. In de provincie Antalya werd een 23-jarige vrouw opzettelijk door haar vriend doodgereden, en in de eveneens zuidelijk gelegen provincie Hatay probeerde een man een 12-jarig meisje te verkrachten na haar eerst te hebben geslagen. In Istanbul vermoordde een man zijn vrouw en sneed haar in 52 stukken.

Doodstraf
President Erdogan toonde zijn medeleven aan de ouders van Özgecan, liet hen door zijn dochters bezoeken en zei het proces tegen de moordenaar persoonlijk te zullen volgen.

Sommige politici van de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP), zoals minister van Economische Zaken Nihat Zeybekci, grepen de moord aan om een pleidooi te voeren voor herinvoering van de doodstraf. Minister Europese Zaken Volkan Bozkir ziet niets in de doodstraf, maar zei dat wanneer zijn dochter door hetzelfde lot als Özgecan wordt getroffen, hij de dader persoonlijk zal doodschieten. Voormalig minister van Familiezaken Fatma Sahin suggereerde om daders van seksuele misdaden te castreren.

Stuk voor stuk emotionele reacties, die voorbijgaan aan de diepe gewortelde oorzaken van geweld tegen vrouwen, en in een breder kader aan hun vaak problematische positie in Turkije.

Uitspraken van AKP-politici kunnen onmogelijk voor constructief doorgaan. Te denken valt aan vicepremier Bülent Arinc, die vorig jaar zei dat vrouwen niet in het openbaar mogen lachen. Of Erdogan, die het een natuurlijke zaak vindt dat vrouwen altijd ondergeschikt aan mannen zullen blijven, al werd dat dan door zijn medestanders vergoelijkt met het excuus dat hij het in fysiek opzicht bedoelde (even grote onzin, want een sterke jonge vrouw zal in fysiek opzicht meer aankunnen dan een zwakke oudere man, waardoor het verschil in kracht tussen mannen onderling wellicht groter is dan tussen man en vrouw).

Seksobjecten
Denigrerende uitspraken van AKP-politici over vrouwen dragen bij aan een mentaliteit waarin vrouwen worden verlaagd tot broedmachines en seksobjecten, met seksueel geweld tegen hen als gevolg. Dat er verbanden zouden worden gelegd tussen de toename daarvan in de laatste dertien jaar en het bestuur van de AKP in dezelfde periode, viel dan ook te verwachten.

In plaats van aan symptoombestrijding te doen, zou de regering het probleem beter structureel kunnen aanpakken. Er werden weliswaar wetten aangenomen om vrouwen te beschermen, maar een uitwerking daarvan is ver te zoeken. Typerend is dat bij de door het parlement gevormde commissie voor onderzoek van geweld tegen vrouwen geen vrouwenorganisaties werden betrokken. Verder worden logische stappen veelal uit de weg gegaan. Zo komt bijvoorbeeld niemand op het idee om plegers van seksueel geweld te registreren.

Het terugbrengen van seksueel geweld zou kunnen beginnen op school, waar jongens respect voor vrouwen kan worden bijgebracht. De regering legt echter vooral meer nadruk op religieuze invloed binnen het onderwijs. Of seksueel geweld daarmee structureel teruggebracht kan worden valt te betwijfelen. Religies zijn in de regel vrouwonvriendelijk en de islam vormt daar geen uitzondering op.

Hijab
Seksueel geweld beperkt zich ook zeker niet tot het seculiere deel van de bevolking. Kenmerkend is het bericht over de religieuze man die zijn hijab dragende vrouw vermoordde omdat haar lichaam en stem hem aan een actrice in een pornofilm deden denken.

Dat religieuze vrouwen eveneens slachtoffer worden van seksueel geweld kwam ook naar voren via het hashtag sendeanlat (vertaal je verhaal). Hier kwam een miljoen tweets binnen over seksueel geweld, waaronder ook van hijabis. De reactie van de voor de AKP-gezinde krant schrijvende columniste Sevda Turkusev was stuitend: ‘Denk eens na. Vertel je verhaal aan een dokter, maar niet via de sociale media. Denken jullie een filmster te worden door je vuile was buiten te hangen?’

Rechters
Het zou te ver gaan om alleen de regering de schuld te geven van geweld tegen vrouwen. Daar zit het probleem te diep voor. De door mannen gedomineerde rechtelijke macht heeft er eveneens een aandeel in.

Mannen die zich schuldig hebben gemaakt aan seksueel geweld kunnen vaak op coulante rechters rekenen. Het verweer van een verdachte dat het slachtoffer een strakke spijkerbroek droeg, laat thuiskwam, of de anticonceptiepil in haar tas had, leidt niet zelden tot strafvermindering.

Rechters houden er verder rekening mee als de verdachte zegt dat hij jaloers was, of dat zijn mannelijkheid door het slachtoffer werd aangetast. Ook dat leidt tot strafvermindering. Bovendien hoeven daders van seksuele delicten hun straf lang niet altijd volledig uit te zitten. Het is geen uitzondering dat vrouwenmoordenaars na een paar jaar weer vrij zijn, al is hen dan aanvankelijk een veel zwaardere straf opgelegd.

Sneeuwbal
Het geweld tegen vrouwen maakt deel uit van een trend waarin de Turkse samenleving als geheel steeds gewelddadiger wordt. Neem wat er gebeurde in de week na de moord op Özgecan, toen het stevig sneeuwde in Turkije. In het Aziatische deel van Istanbul dolde een groep journalisten wat door sneeuwballen te gooien. Het ging fout toen een sneeuwbal een winkelruit beschadigde.

Het had in der minne geschikt kunnen worden, maar de winkeleigenaar kwam naar buiten met een stuk hout en sloeg daarmee op de journalisten in. Nadat zij hem ontwapend hadden ging hij terug naar zijn winkel, om terug te komen met een mes. Daarmee stak hij een van de journalisten, die kort daarop overleed.

Ook nu weer werd een verband gelegd met het overheidsbeleid. Erdogan riep winkeleigenaren immers niet al te lang geleden nog op om eigen rechter te spelen.

Erdogan pleit gepassioneerd voor een nieuwe veiligheidswet die de politie machtigt om vuurwapens in te zetten tijdens demonstraties, als daarbij ‘molotovcocktails of soortgelijke projectielen’ worden geworpen. Menigeen vroeg zich af wat onder ‘soortgelijke projectielen’ werd verstaan. Sneeuwballen wellicht?

Parlement
De politiek geeft een totaal verkeerd voorbeeld. In dezelfde week van het sneeuwbalincident sloegen politici van de AKP en de oppositie tot twee maal toe op elkaar in, met verschillende gewonden als gevolg.

Kortom, Turkije wordt in een beangstigend tempo gewelddadiger. Aan de regering de niet geringe taak om die tendens een halt toe te roepen.

Peter Edel/Istanbul

Van Peter Edel verscheen onlangs De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen).

Volg Peter Edel op twitter.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here