Selectief zuiveren (COLUMN)

0
12

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – Sinds de mislukte staatsgreep van vorig jaar leidt de geringste associatie met de Gülen-beweging in Turkije al snel tot ontslag of arrestatie. Omdat politici van de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) erg vaak contact onderhielden met volgelingen van Gülen, en het uiteraard niet de bedoeling is dat zij in het cachot belanden, is een soort rode lijn aangelegd. Die bevindt zich in december 2013, toen aanklagers in dienst van Gülen een corruptieschandaal rond de AKP onthulden.

Wie voor die tijd contact onderhield met de Gülen-beweging gaat vrijuit, wie daarna nog iets met de fethullaci had is de sigaar, daar komt het op neer. In de praktijk blijkt de rode lijn echter verre van duidelijk gemarkeerd en hangt het van politieke en economische factoren af of iemand in de problemen komt als gevolg van een associatie met de imam of zijn volgelingen.

Barbaros Muratoglu

Zo is er het geval van Barbaros Muratoglu, een topmedewerker van de Dogan groep, waar het nieuwskanaal CNN Türk en de krant Hürriyet toe behoren. Muratoglu werd in december gearresteerd op beschuldiging van ‘steun verlenen aan de Fethullah Terreur Organisatie’ (FETÖ), oftewel aan de Gülen-beweging.

Het bewijs tegen Muratoglu houdt om het zacht uit te drukken niet over. Vast staat dat hij naar de VS trok om Gülen te bezoeken. Dat deed hij echter in gezelschap van andere journalisten, waarvan een aantal van regeringsgezinde kranten. Bovendien, het bezoek vond plaats in 2012, dus voor de rode lijn van december 2013.

Knopen

Verder zou Muratoglu een ontmoeting hebben gehad met advocaten die later op verdenking van betrokkenheid bij de Gülen-beweging werden gearresteerd. Kennelijk vond de rechter ook dat echter te zwak als bewijs om Muratoglu op te laten arresteren. Daarom voegde hij er een verbluffend stuk bewijsmateriaal aan toe. Dat wil zeggen, een foto waarop Muratoglu samen met Gülen poseerde. Op die foto waren de twee bovenste knopen van zijn jas dichtgeknoopt, wat de rechter als een teken van respect opvatte en daarmee als bewijs voor de nauwe betrokkenheid van Muratoglu bij een terroristische organisatie.

Op de achtergrond speelt uiteraard dat Muratoglus baas, Aydin Dogan, een erg moeizame relatie kent met president Erdogan en de AKP. Dogan krijgt met enige regelmaat vervelende waarschuwingen toebedeeld die hem er aan herinneren dat hij zich naar de zin van de regering dient te gedragen. Zo’n waarschuwing kan bestaan uit een belegering van het redactiegebouw van Hürriyet door met Erdogan sympathiserende jongeren, of uit de mishandeling van een columnist. In dit geval kwam het neer op de arrestatie van een topmedewerker van Dogan, met de onbewezen betrokkenheid bij de activiteiten van de Gülen-beweging als argument.

Dergelijke misstanden zijn typerend voor de heksenjacht die zich in Turkije voltrekt.

Ekmeleddin Ihsanoglu

Het kan ook anders lopen. Zoals met Ekmeleddin Ihsanoglu, de voormalige secretaris-generaal van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC), die in 2014 door de Republikeinse Volkspartij (CHP) en de Partij van de Nationale Beweging (MHP) werd aangewezen om het bij de presidentsverkiezingen tegen Erdogan op te nemen.

Na van Erdogan te hebben verloren trad Ihsanoglu na de juniverkiezingen van 2015 namens de MHP toe tot het Turkse parlement. Sindsdien laat hij weinig van zich horen, maar daar is een verklaring voor.

Wikileaks

Toen Wikileaks een grote hoeveelheid e-mails vrijgaf van Hillary Cilinton, uit de tijd waarin zij buitenlandminister onder president Obama was, dook daar de naam van Ihsanoglu bij op. De veelbesproken assistente van Clinton, Huma Abedin, bleek een bericht door te hebben gestuurd van twee vertegenwoordigers van de Gülen-beweging. Daarin vroegen zij Clinton of Obama bereid was tot een onderhoud met Ihsanoglu.

Voor Ihsanoglu was dit een niet geringe associatie met de Gülen-beweging. Echter, ook een die zich ver voor de rode lijn van december 2013 afspeelde, want de door Abedin doorgestuurde e-mail dateerde uit 2009. Niets dus dat Ihsanoglu kwalijk kon worden genomen.

Sabah

In 2014 raakte Ihsanoglu echter nogmaals met Gülen geassocieerd. Dat jaar riep de imam op om bij de presidentsverkiezingen niet op Erdogan, maar op Ihsanoglu te stemmen. De regeringsgezinde krant Sabah voegde daar later nog fijntjes aan toe dat de bevolking van Gülens geboortestad Erzurum vrijwel collectief op Ihsanoglu had gestemd.

Gülen sprak zich na de rode lijn van december 2013 in het voordeel van Ihsanoglu, en toen daar die e-mail uit 2009 overheen kwam vormde zich een optelsom van antecedenten waarmee het uitkijken geblazen wordt in het huidige Turkije. Er belanden er voor minder in het gevang. Ihsanoglu heeft in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bovengenoemde Barbaros Muratoglu echter nergens last van.

De redenen liggen voor de hand. Erdogan heeft bij het referendum op 16 april de steun nodig van MHP-leider Bahceli en zal die daarom niet via Ihsanoglu tegen de haren in willen strijken. De MHP zullen we er sowieso niet over horen en de CHP zal er evenmin rumoer over wensen. Per slot van rekening was Ihsanoglu ook namens die partij kandidaat bij de presidentsverkiezingen van 2014, wat het risico op een gevaarlijke associatie met de Gülen-beweging impliceert. AKP, MHP en CHP zullen het dus over eens zijn dat Ihsanoglu zich beter zo gedeisd mogelijk kan houden. En dat doet hij dan ook.

Ahmet Takan

Wie bulkt van het geld kan zich vrijkopen van een associatie met de Gülen-beweging. Die indruk ontstond althans bij het lezen van een vorige maand verschenen column in de nationalistische krant Yeni Cag van Ahmet Takan. Hij schreef over de aanhouding van twee burgemeesters uit Ankara en Istanbul, naar aanleiding van een gezamenlijk onderzoek van de politie en de nationale inlichtingendienst MIT.

De heren werden volgens Takan geconfronteerd met bewijzen omtrent hun samenwerking met de Gülen-beweging en vervolgens onder druk gezet om bedragen van 400 en 650 miljoen dollar uit hun persoonlijke vermogen af te dragen in ruil voor hun vrijheid.

De twee burgervaders gaven daar gehoor aan, schreef Takan, die zegt zich te baseren op de getuigenis van een hooggeplaatste ambtenaar. Takan ging zelfs zo ver om te stellen dat de afgedragen dollars bijdroegen aan de opleving van de Turkse lira vorige maand.

Gökcek/Topbas

Niet de eerste de beste die Takan. Hij was voorheen adviseur van oud-president Abdullah Gül en kan lastig weggezet worden als een dwaze samenzweringstheoreticus. De hamvraag is natuurlijk wie de twee afgeperste burgemeesters waren waar hij over schreef. Takan gaf er geen uitsluitsel over. Waren het burgermeesters van zomaar twee stadsdelen? Beschikken die dan over honderden miljoen dollars? Of ging het om dé burgemeesters van Ankara en Istanbul?

Over de burgemeester van Ankara, Melih Gökcek, is er de herinnering aan zijn hoogopgelopen ruzie met voormalige vicepremier Bülent Arinc in 2015. Laatstgenoemde beschuldigde Gökcek er toen van Ankara ‘deel na deel’ aan de Gülen-beweging te hebben verkocht.

Verder zijn er de recente beschuldigingen van de pro-AKP publicist Fatih Tezcan aan het adres van Istanbuls burgemeester Kadir Topbas. Ging over malversaties bij de verkoop van land, waarbij een onderneming in handen van Gülen-volgelingen aan de orde kwam waarmee Topbas’ schoonzoon samenwerkt.

Klinkt sappig allemaal, maar het fijne ervan zullen we waarschijnlijk nooit te horen krijgen. Dat economische en politieke factoren van invloed kunnen zijn op de beslissing om al dan niet een procedure op te starten tegen personen die verdacht worden van banden met de Gülen-beweging, lijkt echter geen overdreven conclusie.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here