De Turkse economie, een overzicht (COLUMN)

0
85

economy index

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – Met de voor opkomende markten gunstige internationale wind in de rug deed de Turkse economie het een paar jaar geleden nog uitstekend. Dwars door de hosannastemming signaleerde ik toen echter al een aantal zwakten die niet bij een duurzaam sterke economie passen. Zoals een snel groeiende schuldenlast en een tekort op de handelsbalans.

Maar wie maalde daar toen om? Het buitenlandse kapitaal vloeide volop naar Turkije en daarmee konden de gaten worden gedicht.

Olie

Ondertussen is de gunstige internationale wind komen te liggen, waardoor lange termijn investeringen terugliepen en de afhankelijkheid van wispelturig hot money toenam. Om het gat op de handelsbalans te dichten werd het noodzakelijk om reserves aan te spreken. Dat is niet het allergrootste probleem zolang de prijs van de olie laag blijft. Daardoor kende Turkije begin dit jaar zelfs het laagste tekort op de handelsbalans sinds 2009. O wee echter als de olieprijs stijgt.

De (Turkse) vertegenwoordiger van het Internationaal Energieagentschap (IAE), Fatih Birol, waarschuwde eerder dit jaar dat de olie duurder kan worden. Hij kreeg gelijk. De vraag naar olie neemt toe, terwijl minder wordt geproduceerd dan voorheen. Daardoor staat de prijs nu op vijftig dollar, terwijl daar in januari nog 33 dollar per vat werd betaald.

Nog altijd veel lager dan een paar jaar geleden, maar het kent nu al een uitwerking op de Turkse economie, want iedere tien dollar die de olie duurder wordt doet het tekort op de Turkse handelsbalans met 4,4 miljard dollar toenemen. Het huidige tekort ligt vergeleken met januari iets hoger, al is het nog een stuk lager dan een jaar geleden.

Groei

De Turkse export liep van januari tot mei met 6,5 procent terug naar 57,4 miljard dollar vergeleken met vorig jaar. De regering hoopt dit jaar op 155,5 miljard dollar afzet naar het buitenland, maar dat is alleen haalbaar wanneer de dalende tendens zich niet voortzet.

De toerismesector kreeg een stevige knauw. In april kwamen vergeleken met vorig jaar 28 procent minder toeristen naar Turkije. Voorheen kon men over de hoofden lopen in Istanbuls Grand Bazaar, maar het is daar nu een stuk rustiger. Winkeliers klagen er steen en been over teruggelopen inkomsten.

De ruzie met Rusland die ontstond nadat Turkije vorig jaar november een Russisch gevechtsvliegtuig neerhaalde, wreekt zich. Door de Russische boycot liep niet alleen de export naar het noordelijk buurland terug, maar ook het toerisme uit die richting. Deze week tracht president Erdogan het bij te leggen met zijn Russische collega, maar de resultaten daarvan moeten nog blijken. Los daarvan hebben de aanslagen van de Islamitische Staat (IS) en de Koerdische PKK een negatieve uitwerking op het toerisme.

De oorlog met de PKK begint ook in andere opzichten in de papieren te lopen. Meer dan 200.000 inwoners van Zuidoost Turkije zijn op de vlucht geslagen en veel ondernemers in de regio moesten n hun zaken sluiten. In de jaren negentig speelde de oorlog met de PKK op de achtergrond een rol bij het ontstaan van de economische crisis aan het einde van dat decennium. Dat wil niet zeggen dat de geschiedenis zich zal herhalen, maar de oorlog is nog lang niet voorbij en een politieke oplossing van het Koerdische probleem lijkt verder weg dan ooit.

Toerisme

De economie groeit nog steeds, al is het niet meer in de mate van voorheen. ‘Maar nog altijd meer dan in Europa’, zeggen de medestanders van de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP). Zeker, maar de drie procent die vicepremier Mehmet Simsek voor dit jaar verwacht is in een land met een jonge bevolking, waar ieder jaar veel meer schoolverlaters op de arbeidsmarkt komen dan in Europa, niet voldoende om de werkgelegenheid op peil te houden.

De werkloosheid is al fors. Forser ook dan het officiële cijfer van 3,2 miljoen aangeeft. Omdat wie langer dan een paar maanden werk zoekt niet meer wordt meegeteld. Hetzelfde geldt voor ‘ongeregistreerde arbeiders’ ( lees: zwartwerkers) die hun baan verliezen. De exacte omvang van de werkloosheid valt moeilijk te bepalen, maar ergens rond de twintig procent is naar wordt aangenomen realistisch. Zolang de groei terugloopt wordt zal het ook niet minder worden.

Terwijl de Turkse economie nog groeit, krimpt deze tegelijkertijd. In 2013 bedroeg het bruto nationaal product (BNP) nog 823 miljard dollar, maar daar was vorig jaar nog 720 miljard van over. Als gevolg daarvan is Turkije op de rangschikking van economieën van de 17e naar 19e plaats getuimeld.

Hervormingen

In 2015 moesten in het eerste kwartaal 112 ondernemingen surseance van betaling aanvragen (in totaal vorig jaar 492), maar dit jaar liep dat cijfer in de eerste drie maanden op tot 184. De oorzaak van de stijging is niet alleen de teruggelopen export, maar bijvoorbeeld ook het waardeverlies van de Turkse lira die zich dit jaar maar moeizaam herstelt. Import van grondstoffen is daardoor duurder geworden. Omdat er minder wordt geëxporteerd, is er ook minder import, wat op de handelsbalans een vertekend beeld oplevert.

Dat het nu slechter, of in ieder geval minder goed gaat met de Turkse economie valt de Turkse regering niet geheel aan te rekenen. Internationale economische ontwikkelingen heeft Ankara niet in de hand. In de tijd waarin de bomen nog tot in de hemel leken te groeien had men zich echter beter voor moeten bereiden op slechtere tijden. Met name door economische hervormingen door te voeren; hervormingen gericht op een grotere productie van hoogwaardige exportproducten, waarmee een duurzame economie beter valt te garanderen.

Turkije kent ongetwijfeld veel potentie tot verdere economische ontwikkeling. Dat lukt echter niet zonder hervormingen. Daarom dringt vicepremier Simsek daar op aan. Voormalig premier Ahmet Davutoglu begon eveneens de noodzaak ervan in te zien, maar hij moest het veld ruimen omdat hij door president Erdogan als hindernis werd beschouwd bij zijn ambitie over een presidentieel systeem.

Simsek wist zijn positie te behouden in de aangepaste regering onder de nieuwe premier Binali Yildirm. Simseks rol is nu echter beperkt. Hij deelt de economische supervisie voortaan met een andere vicepremier, Nurettin Canikli, een vertrouweling van Erdogan.

Constructiesector

Voor Erdogan kennen economische hervormingen geen enkele prioriteit. Hij blijft onverminderd inzetten op binnenlandse vraag, waarbij een centrale rol is weggelegd voor de constructiesector. Erdogan gunt zijn vrienden onder de bouwondernemers het allerbeste en zet zich voor hen in. Niet in de laatste plaats omdat zij in ruil voor zijn belangenbehartiging royaal doneren aan door zijn familieleden bestierde ‘liefdadigheidsinstellingen.’

Zo ging het een tijd heel goed, waarbij het feit dat Arabische rijkaards graag een appartementje in Istanbul wilden voor een aardige extra impuls zorgde. Het vertrouwen neemt echter af. Een bouwondernemer die een tijdje geleden nog goed verkocht en geen probleem had om krediet te krijgen bij een bank, ondervindt daar nu problemen mee. De banken weten niet zeker of hij nog wel in staat zal zijn om te verkopen. Zo worden de projecten van Turkse bouwondernemers in het buitenland in verhouding belangrijker. Zij ondervinden in een aantal echter de gevolgen van het Turkse buitenlandbeleid. Rusland en Libië zijn daar voorbeelden van.

Acemoglu

De uit Turkije afkomstige, doch in de VS werkzame actieve econoom Daron Acemoglu plaatst vraagtekens bij de aard van de economische groei in Turkije. De eenzijdige focus op binnenlandse vraag en de bouw vindt hij ongezond voor de toekomst van de economie. Liever zag hij meer nadruk op de industriesector.

Meer accent op hoogwaardige industrie hangt nauw samen met onderwijs. Erdogan zorgde voor meer religie op scholen, maar niet voor een verbetering van het onderwijs. Turkse scholen lopen daardoor achter op die in veel andere landen. Bijvoorbeeld omdat er te weinig belang wordt toegekend aan analytisch denken. Logisch dat het daar niet van komt, want Erdogan streeft naar ‘religieuze generaties’; niet naar generaties die denken…

Ik twijfel er echter niet over dat Erdogans medestanders meer vertrouwen hebben in de economische inzichten van hun ‘chef’ dan die van Daron Acemoglu. Als in het maar omdat laatstgenoemde een kind is van Armeense ouders…

Verdeling van rijkdom

Wie krijgt de rekening gepresenteerd als het economiebeleid verder door de mand valt? Niet de toplaag, dat staat vast. De verregaand ongelijke verdeling van rijkdom in Turkije draagt daar zorg voor. Aan het begin van de eeuw was 38 procent van de rijkdom in het land al in handen van een procent van de bevolking, maar dat was nog niet zo extreem als nu, want momenteel bezit die ene procent 55 procent van de Turkse rijkdom. Daarmee staat Turkije tussen India (53 procent) Indonesië, (53,5), en Thailand (56 procent).

In Rusland is het met 70 procent nog veel erger. Daar is helemaal geen middenstand meer. Volgens een niet al te lang geleden verschenen rapport van de bank Credit Suisse verdwijnen de Turkse middenstanders sinds 2007 echter ook als sneeuw voor de zon. Dat is niet best voor de economie, want de middenstand is daar een belangrijke stuwende kracht van.

Armoede

Die ene procent in Turkije zingt het nog wel een tijdje uit, terwijl de lager gesitueerde groepen vangen de klappen opvangen. Daar steekt men zich steeds dieper in de schuld, die vervolgens niet afgelost kan worden. Tussen 2011 en 2015 steeg het aantal Turken dat niet in staat is om persoonlijke leningen en creditcardschuld af te lossen met 74 en 49 procent.

De gevolgen vallen in een woord samen te vatten: armoede. Tot 2007 nam die af, maar sindsdien niet meer. Begin dit jaar werd het minimumloon verhoogd, maar het voordeel was een druppel op de gloeiende plaats van de inflatie over de laatste jaren

Vergeleken met de torenhoge inflatie van vroeger tijden lijkt die van de laatste jaren op het eerste gezicht mee te vallen, al slaagt de Turkse centrale bank er keer op keer niet in om doelstellingen in dit verband te halen. Bovendien ligt de werkelijke inflatie – evenals dus de werkloosheid – hoger dan de officiële opgave. Iedereen die regelmatig boodschappen doet in Turk heeft dat meegemaakt. De inflatie trof de lager gesitueerde groepen het zwaarst, omdat eerste levensbehoeften het sterkst in prijs stegen. Van aangekondigde maatregelen om de prijzen te verlagen, zoals door de import van vlees, kwam terecht. De prijzen stegen de laatste tijd minder snel, maar vlees blijft duur – om van vis maar te zwijgen.

Sociale programma’s

Regeringen worden vaak genadeloos bij de stembus afgerekend op een teleurstellend economiebeleid. In Turkije is dat ook vaak gebeurd, maar de AKP weet zich daar vooralsnog tegen in te dekken via op de laagste bedeelden gerichte sociale programma’s. Die worden gefinancierd uit de belastingpot en zijn dus strikt genomen een staatsaangelegenheid. De AKP houdt onder de armoedegrens levende Turken echter voor dat niet de staat, maar de partij deze steun levert.

De sociale programma’s verschillen van uitkeringen zoals in Nederland, waar geen verschil wordt gemaakt tussen wijken waar al dan niet overwegend op de regeringspartij(en) wordt gestemd. De AKP maakt dat onderscheid wel en weet zo haar stemmers te belonen en vast te houden. De andere partijen ontbreekt het aan middelen om hier iets tegenover te stellen.

Anders gesteld, armoede is een van de peilers waar de AKP zich op staande houdt. Deze strategie toonde bij de verkiezingen van vorig jaar juni een beperking. De teruglopende economie en de toegenomen werkloosheid en armoede als gevolg daarvan, werden toen wel degelijk tot de oorzaken gerekend van het verlies dat de AKP leed. De opleving van het politieke geweld in de daarop volgende maanden kwam voor Erdogan & Co. als een geschenk uit de hemel. Zo kon de kaart van het nationalisme gespeeld worden, waardoor de teruglopende economie geriefelijk buiten beschouwing bleef. Het resultaat was dat het verlies van juni bij de verkiezingen van november royaal goed gemaakt werd.

Het is de vraag of en hoe lang de AKP dit rookgordijn met propaganda en sociale programma’s overeind weet te houden. Zeker als de economie nog meer averij oploopt kan dat bepalend worden voor de toekomst van de partij.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politiek biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here