Onzekerheid over het toekomstige economiebeleid van Turkije, deel II (COLUMN)

9
10

tl index

Istanbul/Peter Edel (COLUMN)- Wie er ook verantwoordelijk worden voor het economiebeleid in de nieuwe regering van Turkije, vast staat dat zij voor een lastige taak staan.

Centraal staat het aantrekken van het voor Turkije zo belangrijke buitenlandse kapitaal. De directe buitenlandse investeringen (FDI) bereikten de laatste jaren al niet meer het niveau van voor 2008-2009 en daalden dit jaar verder. Dat is niet goed voor de groei van de economie.

Vorig jaar groeide de Turkse economie met drie procent. Voor een land als Turkije is dat onvoldoende voor behoud van de werkgelegenheid. De werkloosheid bevindt zich er nu al rond de tien procent. Althans volgens de officiële cijfers, want in werkelijkheid zit het tegen de twintig procent.

Verder is buitenlands kapitaal cruciaal ten aanzien van de grote externe schuldenlast. Nu wordt dat gat gevuld met korte termijn investeringen: hot money, en door reserves aan te spreken. Dat is verre van ideaal en daarom zal het aantrekken van meer FDI’s vooropstaan voor de nieuwe regering.

Hindernissen

Medestanders van Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) meenden in hun overwinningsroes dat het geld weer met bakken naar Turkije zal vloeien nu het (nagenoeg) vaststaat dat hun partij de komende vier jaar weer stevig in het zadel zit. De overwinning van de AKP verandert aan een aantal hindernissen echter niets.

Zo blijft er het in het eerste deel van artikel reeds beschreven feit dat de Turkse economie, evenals andere opkomende economieën, in internationaal opzicht de wind tegen heeft gekregen. Interne en regionale spanningen zijn daarbij een complicerende factor.

Wanneer bij buitenlandse investeerders de indruk ontstaat dat de oorlog in Zuidoost Turkije met de Koerdische PKK nog eens 35 jaar gaat duren, zullen zij daar niet enthousiast van raken. Hetzelfde geldt voor de oorlog over de grens in Syrië, die ook al uitzichtloos dreigt te worden.

Als de democratisering uit de eerste jaren waarin de AKP regeerde verder teruggedraaid wordt kan dat ook een verkeerde weerslag hebben op het vertrouwen onder buitenlandse investeerders.

Op zich is democratie geen factor bij een beslissing om ergens te investeren. Het ontbreken van democratie in Saoedi Arabië weerhoudt westerse ondernemingen er bijvoorbeeld niet van om daar zaken te doen. Dat dit land niet democratisch is wordt nu eenmaal als een gegeven geaccepteerd.

Het verandert wanneer een land na een periode van democratisering terugvalt naar autoritaire tendensen, en als daar instabiliteit en negatieve publiciteit door ontstaan. Dat kan in het buitenland wel degelijk tot twijfels leiden onder investeerders.

Alles bij elkaar opgeteld zal het onder de gegeven omstandigheden geen geringe opgave zijn om meer buitenlands vertrouwen te kweken. Daarom is het van belang dat vastgehouden wordt aan het economic team waar in het buitenland het meest vertrouwen in bestaat. Dat wil zeggen, met Ali Babacan als economiesupervisor en Mehmet Simsek als minister van Financiën. Zij zullen hun handen eraan vol hebben, maar met de onzekerheid van nieuwe gezichten wordt het nog veel lastiger.

Hervormingen

Het herstel van vertrouwen hangt verder voor een belangrijk deel af van economische hervormingen. Die zijn essentieel om de groei voor langere duur te garanderen, maar kennen ook op de korte termijn veel belang, omdat een gedegen hervormingsprogramma het vertrouwen versterkt onder buitenlandse investeerders. Opkomende economieën die in het afgelopen jaar werk maakten van economische hervormingen gingen ook minder gebukt onder het voor hen nadelige internationale klimaat.

Dat er hervormingen zullen komen staat zo goed als vast. De Turkse economie zou ten dode opgeschreven zijn onder een regering die daar vanaf ziet. Had dan ook al veel eerder moeten gebeuren. Aangenomen wordt dat de AKP in verband met twee verkiezingen tot uitstel besloot. Achteraf valt wellicht te berekenen hoe duur dit uitstel was.

Onderwijs

Als die economische hervormingen er komen – en daar ga ik vanuit – is er vervolgens de vraag hoe ze eruit zullen zien. Een verbetering van het onderwijs als basis van technologische innovatie die tot hooggekwalificeerde exportproducten leidt, is vaak gesuggereerd.

Met een invloedrijke president Erdogan die naar ‘vrome generaties’ streeft en voor wie beter onderwijs vooral uit meer religieus onderwijs bestaat, ligt dat echter niet zo eenvoudig.

Erdogan blijft beloven dat Turkije in 2023 (wanneer de Turkse Republiek honderd jaar bestaat) tot de tien grootste economieën zal behoren. Mooi, maar daar is meer voor nodig dan alleen een uitbreiding van religieuze invloed op het onderwijs. Het zal onder buitenlandse investeerders ook niet tot meer vertrouwen leiden als de hervorming van het onderwijs daartoe beperkt blijft.

Daarnaast zullen buitenlandse investeerders geïnteresseerd zijn in wat er gebeurt met kapitaal dat nog wel naar Turkije vloeit. Zal dat zoals eerder vooral weer ingezet gaan worden voor uitbreiding van de infrastructuur, of komt het accent op stimulering van de industrie te liggen?

Naast technologische innovatie schreeuwt de Turkse export om dat laatste. Wederom ligt dat echter niet zo eenvoudig. De met Erdogan bevriende bouwondernemers dragen immers royale donaties af aan de door zijn familieleden bestierde ‘liefdadigheidsinstellingen’, waardoor het aantrekkelijk blijft om de nadruk op de bouwsector te blijven leggen.

Minimumloon

Voor de kortere termijn is het van belang dat de binnenlandse vraag gestimuleerd wordt. Op de lange duur kan de Turkse economie het daar niet overwegend van hebben (zoals in het laatste decennium het geval was), en moet de export versterkt worden, maar om de zaak weer op gang te trekken is het voor het moment van belang dat de Turken weer meer consumeren.

Het ei van Columbus in dit verband heet hoger minimumloon. Het is de vraag of de AKP hiertoe gekomen was als de oppositie er voorafgaand aan de verkiezingen van 7 juni geen punt van had gemaakt. Per slot van rekening heeft winst voor ondernemers tot nu toe altijd vooropgestaan voor de AKP. Het was fijn als arbeiders daar ook een beetje de vruchten van konden plukken, maar grote prioriteit had dat niet. Als gevolg bungelde Turkije met het minimumloon ergens benedenaan onder de landen die aangesloten zijn bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD).

Commissie

Het terugbrengen van het contrast tussen arm en rijk biedt niet alleen in sociaal opzicht voordelen, maar ook ten aanzien van het grotere plaatje van de economie. De OECD stelt niet zonder reden dat een meer gelijke inkomensverdeling de economische groei ten goede komt. Het doet de consumptie immers toenemen.

Dan maar een paar miljardairs minder. Hun aantal is de laatste jaren al sterk genoeg gegroeid. Neemt niet weg dat het voor de AKP toch een hele stap blijft.

Een terzijde bij de verhoging van het minimumloon is dat de beslissing daarover niet aan de regering is. In plaats daarvan wordt er door een commissie waar zowel werkgevers, vakbonden en de regering zitting in hebben over beslist.

Voormalig vicepremier Babacan wees hier heel low profile al voor de verkiezingen even op. Hij zei toen dat de regering veel invloed heeft in die commissie en dat het daarom wel goed zal komen. Zal best; in een land waar de zogenaamd onafhankelijke rechtelijke macht volledig onder controle van de regering valt zal zo’n commissie zich daar niet aan kunnen onttrekken. Feit blijft dat premier Davutoglu naliet om in zijn verkiezingstoespraken op dit detail te wijzen.

Mocht niet Ali Babacan, maar Erdogan schoonzoon Berat Albayrak de scepter gaan zwaaien over het economiebeleid, dan is de verwachting dat er (nog) meert vaart gezet zal worden achter de invoering van een hoger minimumloon. Dat zal zijn schoonpapa immers goed van pas komen in het geval het tot een referendum komt over een nieuwe grondwet, c.q. een presidentieel systeem. In dat geval zal Erdogan geen argument ongebruikt laten, dus ook het hogere minimumloon niet.

Maar hoe dan ook, in tegenstelling tot veel Turks ondernemers zult u mij geen bezwaar horen maken tegen een hoger minimumloon in Turkije. Wie er wat dat betreft ook aan de touwtjes trekt en wat voor intenties er ook achter schuil mogen gaan.

Dat de AKP rijkelijk laat tot het inzicht over de voordelen ervan kwam is een punt (waarom gebeurde het bijvoorbeeld niet na de verkiezingen van 2011 toen het Turkije economisch gezien nog voor de wind ging?), maar beter laat dat nooit.

Waar de beloften van de oppositie tijdens een verkiezingscampagne allemaal niet toe kunnen leiden…

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

9 REACTIES

  1. Edel schrijft:
    ‘De werkloosheid bevindt zich er nu al rond de tien procent. Althans volgens de officiële cijfers, want in werkelijkheid zit het tegen de twintig procent.’
    .
    Vraag: Hoe kom je aan de gegevens van de ‘werkelijke werkloosheid’?
    Iets wat niet geregistreerd is kan niet empirisch worden vastgesteld.
    Wat dan vaak gebeurd en waar jij je nu ook schuldig aan maakt, is dat er dan maar een gooi naar gedaan wordt, en natuurlijk altijd in de richting die de spreker / schrijver goed uitkomt om zijn standpunt kracht bij te zetten.
    Beperk je liever tot de meetbare feiten, dat komt de geloofwaardigheid van je artikel ten goede.
    Of vermeld in ieder geval er uitdrukkelijk bij dat je er ook maar een gooi naar doet.

  2. Edel schrijft:
    ‘Vorig jaar groeide de Turkse economie met drie procent. Voor een land als Turkije is dat onvoldoende voor behoud van de werkgelegenheid.’
    .
    Vraag:
    Hoe kom je daar bij? Heb je dat berekend? En hoe ziet die formule er volgens jou uit?
    Hoeveel zou de economische groei dan wel moeten bedragen volgens jou om ‘behoud van werkgelegenheid’ te bewerkstelligen?
    .
    Ik zal je vast verklappen dat je aanname onjuist is, maar ik zie graag hoe jij dat dan berekend, of wie je napraat.

  3. Edel schrijft:
    ‘Hetzelfde geldt voor de oorlog over de grens in Syrië, die ook al uitzichtloos dreigt te worden.’
    .
    Opmerking:
    Omgekeerd geldt, dat indien er richting DAESH, maar ook richting Assad wél meer effectieve stappen ondernomen gaan worden, dat in het ‘nieuwe buurland’ heel veel kansen ontstaan vanwege de wederopbouw en dat een grote impuls zal betekenen voor Turkije, net zoals het na-oorlogse Irak – met name Noord-Irak – Turkije geen windeieren heeft gelegd.
    .
    Het ziet er nu toch echt naar uit dat er in Syrië een kortstondige intensieve grondoorlog zal worden gevoerd en op zijn minst DAESH uitgeschakeld zal worden, wat tot nieuwe orde zal leiden.

  4. Edel schrijft:
    ‘Het verandert wanneer een land na een periode van democratisering terugvalt naar autoritaire tendensen, en als daar instabiliteit en negatieve publiciteit door ontstaan.’
    .
    Ondernemers en investeerders zijn geen filantropen. Zij streven niet naar optimale mensenrechten. Zij streven slechts naar financiële rechtszekerheid. Die rechtszekerheid is in de jaren 2006 en 2007 gevestigd en is onaangetast. Dáár gaat het om. Niet om wat Erdogan allemaal roept over zijn politieke concurrenten en journalisten.

  5. Edel schrijft:
    ‘Opkomende economieën die in het afgelopen jaar werk maakten van economische hervormingen gingen ook minder gebukt onder het voor hen nadelige internationale klimaat.’
    .
    Vraag:
    Oh ja? Geef eens een voorbeeld dan? En dan bedoel ik niet een voorbeeld uit een of ander straatarm Afrikaans land of India, wat mijlenver achter loopt op Turkije.
    Immers, als dat soort landen een groei laten zien van 6%, dan is dat niet echt indrukwekkend, want 6% van bijna niets is nog altijd bijna geen groei in absolute termen.
    Ik wil graag een voorbeeld van een land dat vorig jaar een grotere groei liet zien dan Turkije, wat direct voortkwam uit economische hervormingen.

  6. Edel schrijft:
    ‘Zal dat zoals eerder vooral weer ingezet gaan worden voor uitbreiding van de infrastructuur, of komt het accent op stimulering van de industrie te liggen?’
    .
    Opmerking:
    Weliswaar wil Edel het doen voorkomen alsof de investeringen tot nu toe soort van willekeurig in de bouw en infrastructuur werden gedaan, en dan vooral omdat in die sector veel ‘vrienden’ van Erdogan zouden zitten. Waarmee hij vooral eigenbelang suggereert.
    Het klinkt allemaal erg Calimero-afgunstig, zo van ‘zij zijn rijk en ik niet, en dat is niet eerlijk, oh nee…’
    .
    Terwijl er achter de chronologie van investeringen in Turkije een volkomen gelegitimeerde en bovendien goed doordachte strategie zit.
    Alhoewel Edel dit nooit zal erkennen, omdat hij vanwege zijn gekleurde berichtgeving dit niet wíl erkennen.
    .
    De strategie is eenvoudig:
    Voordat je waar dan ook mee begint, moet er eerst infrastructuur zijn. Hoe ga je anders je (hoog innovatieve) producten verplaatsen en distribueren?
    Dus eerste behoefte zijn wegen tot in alle uithoeken van Turkije.
    Dan is een hoog kwalitatief en fijnmazig 3G/4G en internet netwerk nodig.
    Voor snelle verplaatsing van personen om het zaken doen te versnellen en te vergemakkelijken zijn luchthavens in alle uithoeken van het land vereist in samenhang met een sterke nationale luchtvaartmaatschappij die lijnvluchten naar alle luchthavens uitvoert. Dit in een open markt model, zodat het door prijsvechters ook concurrerend en betaalbaar blijft.
    Ook een netwerk van hogesnelheidstreinen draagt bij aan een dynamische economie, die zich niet beperkt tot Istanbul, Izmit, Bursa, Ankara en Izmir, maar ook steden als Eskisehir, Konya, Kayseri, Sivas en Afyon meetrekt.
    .
    Parallel moet de huisvesting cq stedelijke vernieuweing in Turkije dringend worden aangepakt. Ten eerste vanwege de bevolkingsgroei, en ten tweede vanwege de altijd dreigende aardbevingen in ons land.
    .
    Kortom:
    1: Bedrijven moeten goede aan- en afvoerroutes hebben.
    2: Mensen moeten veilig in een schone stedelijke omgeving kunnen wonen en werken. Dat zijn de eerste prioriteiten.
    .
    Pas vanuit deze basis kun je je samenleving op meer detailniveau, zoals hoogwaardig onderwijs en milieuregelgeving gaan verfijnen.
    .
    Edel wil graag ten toon spreiden dat hij al weet hoe het eindresultaat er uit zou moeten zien, maar dat is een open deur.
    Het gaat hem allemaal niet snel genoeg.
    Hij verzuimt erbij op te merken dat de voorgaande links-seculiere-Kemalistische regeringen, waar hijzelf een fan van is, een eeuw lang nog geen deuk in een pakje boter hebben weten te slaan.
    Hij verzuimt eveneens de huidige regering te prijzen voor wat ze allemaal wél heeft bereikt in de afgelopen 13 jaren, vooral omdat hij het simpelweg niet over zijn lippen kan krijgen.

  7. Edel schrijft:
    ‘Maar hoe dan ook, in tegenstelling tot veel Turks ondernemers zult u mij geen bezwaar horen maken tegen een hoger minimumloon in Turkije. […]
    Dat de AKP rijkelijk laat tot het inzicht over de voordelen ervan kwam is een punt (waarom gebeurde het bijvoorbeeld niet na de verkiezingen van 2011 toen het Turkije economisch gezien nog voor de wind ging?), maar beter laat dat nooit.’
    .
    Uiteraard, Edel is voorstander van wat PvdA Partijvoorzitter en linkse relrakker Hans Spekman ‘nivileren is een feest’ noemde. Omhoog met dat minimumloon.
    Waar het vandaan moet komen vraagt hij zich niet af. Iedereen weet immers toch dat elke werkgever een geldpers in de kelder heeft staan?
    .
    2011:
    En had dat niet al in 2011 gekund?
    Tja, linkse relrakkers zijn nu eenmaal niet zo van het ‘appeltje voor de dorst’. Die willen onmiddellijk als er iets verdiend is gaan potverteren.
    Zij begrijpen niet zo goed, dat als je 1000 euro hebt en daar een ijskast en een TV voor koopt, dat het geld dan niet meer ge-herinvesteerd kan worden om er eerst 2.000 euro van te maken. Zodat je dan alsnog een ijskast en een TV kunt kopen, maar dan in ieder geval nog 1.000 euro over houdt om verder mee te werken.

    • Oehoe, heer Edel, als er vragen aan u gesteld worden naar aanleiding van een door u geschreven column, dan is het wel zo netjes als u ze ook beantwoord.
      .
      Vandaag stond er een artikel in het Financiële Dagblad, waaruit ik een alinea wil aanhalen:
      .
      ‘Ibrahim Caglar, voorzitter van de Kamer van Koophandel in Istanboel, berekende dat de verhoging van het minimumloon werkgevers zo’n 16 mrd lira (€5,3 mrd) gaat kosten. Hij drong erop aan dat de staat de inkomstenbelasting en sociale premies voor haar rekening neemt. Vrees is dat anders de Turkse concurrentiepositie onder druk komt te staan en dat exporteurs hun productie naar goedkopere landen zullen verplaatsen.’
      .
      Begrijpt u bovenstaande?
      Of moet ik dit nog even nader voor u verklaren en toelichten?
      Bent u nu nog steeds een voorstander van onverbrijdelde verhoging van het minimumloon of gaat er al een lampje branden, dat dit ten koste van werkgelegenheid gaat?
      .
      Dit wil ook nog even aanvoeren ter meerdere ondersteuning van onze discussie destijds over de mijnramp in Soma, waarin u aanvoerde dat er veel geld geïnvesteerd diende te worden in veiligheid van de werknemers.
      Ook toen probeerde ik u wijs te maken dat dat uiteindelijk ten koste gaat van de werkgelegenheid.
      Hogere kosten – of dat nu door hogere lonen komt of door grote investeringen in veiligheid – leidt tot werkloosheid, als niet tegelijkertijd een hogere productiviteit wordt behaald.
      Puur alleen het minimumloon verhogen of veel geld investeren in veiligheid leidt NIET tot hogere productiviteit (of productkwaliteit), en dus WEL tot hogere werkloosheid.
      .
      Simpele economische wetmatigheden.
      .
      Toch nog wat geleerd vandaag…

      • Gelukkig hebben we goede leiders in ons land, die goed naar elkaar luisteren als er nuttige dingen worden gezegd door mensen met verstand van zaken.
        .
        Enkele dagen gelden werd bekend hoe het minimumloon in Turkije er uit gaat zien en wie op gaat draaien voor de extra sociale premies en verzekeringen.
        Ik zal u niet vermoeien met de cijfers op detailniveau, maar het komt erop neer dat het advies van dhr. Ibrahim Caglar, voorzitter van de Kamer van Koophandel in Istanbul, is opgevolgd, en de extra premies en werknemersverzekeringslasten voor rekening van de regering komen.
        Anders uitgedrukt, kan worden gezegd dat de belastingdruk op werk is verlicht.
        .
        Leuker kunnen we het niet maken…

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here