Onzekerheid over het toekomstige economiebeleid van Turkije, deel I (COLUMN)

0
7

many-turkish-lira_600_400

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – Op 12 november maakte de verkiezingsraad YSK de definitieve uitslag bekend van de verkiezingen op 1 november. Geen verrassingen, maar het betekent dat de samenstelling van de nieuwe regering binnenkort bekend zal worden.

Eerder was al duidelijk dat de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) de parlementaire meerderheid kreeg. Daarmee viel de onzekerheid weg die te verwachten viel van nog een periode met coalitiebesprekingen en de dreiging van nogmaals verkiezingen bij een mislukking daarvan. In binnen- en buitenland werd positief gereageerd, waardoor de Turkse lira een kortstondige impuls kreeg en de beurs in Istanbul even in een hallelujastemming verkeerde.

Toen de voeten weer op grond stonden drong het besef door dat een nieuwe regering voor grote uitdagingen staat. Zoals het keren van neerwaartse spiraal waar de Turkse economie in beland is.

Fed

De teruggang van de Turkse economie volgt voor een belangrijk deel uit het internationale economische klimaat. Voor opkomende economieën is dat de laatste jaren steeds minder gunstig geworden. Er stroomt minder buitenlands kapitaal naar die markten en de munteenheden ervan staan onder druk.

De Turkse economie heeft hier vergeleken met andere opkomende economieën bovengemiddeld onder te lijden gehad, en er kan nog meer slecht weer op komst zijn. Met name wanneer de Federal Reserve Bank alsnog de Amerikaanse rente verhoogt. De Fed heeft dit besluit verschillende malen uitgesteld, maar van uitstel zal in dit geval geen afstel komen.

De vraag blijft wanneer. Sommige economen verwachten een ‘Christmas hike’. Mocht het daarvan komen dat is het afwachten wat het effect ervan is voor de opkomende economieën. Het kan meevallen, als de Fed besluit de rente in kleine stapjes te verhogen, maar niet iedereen is daar gerust op; ook in Turkije niet.

Babacan/Simsek

Aan de Amerikaanse renteverhoging kan Ankara niets veranderen, maar de gevolgen ervan kunnen wel beperkt worden. Veel hangt daarbij af van het economic team in de nieuwe regering. Er worden twee scenario’s overwogen.

In de eerste wordt vastgehouden aan de ministers die eerder al verantwoordelijk waren voor het economiebeleid. Dat wil zeggen, met Ali Babacan als economiesupervisor en Mehmet Simsek op het ministerie van Financiën. Beide genieten vertrouwen in het buitenland en het zou daar tot blijdschap stemmen wanneer ze in een nieuwe regering terugkeren.

Babacan heeft er drie termijnen opzitten waardoor het er aanvankelijk niet naar uitzag dat hij nogmaals minister kon worden. De AKP heeft haar statuten echter aangepast, waardoor dit nu toch mogelijk wordt.

Albayrak/Bulut

Davutoglu lijkt de voorkeur te hebben voor de technocraten Babacan en Simsek, maar hij is niet de enige speler in het spel van de poppetjes. Hij kan dan als premier de hoogste functie in Turkije hebben, maar binnen de hiërarchie van de AKP beroert hij de tweede viool en is hij ondergeschikt aan de absolute dirigent: president Erdogan.

Eerder klonken al geluiden dat Erdogan zijn schoonzoon Berat Albayrak met het economiebeleid wil belasten. Die geluiden klinken nog steeds.

Albayrak heeft weinig ervaring, maar zou gestuurd kunnen worden door Erdogans economieadviseur Yigit Bulut. Deze samenzweringstheoreticus vergeleek Erdogan ooit met Hitler, maar paste zijn opstelling drastisch aan, om vervolgens tot het verbluffende inzicht te komen dat buitenlandse machten zijn patroon met behulp van telekinese trachtten te vermoorden.

Bulut presenteerde enige tijd geleden het profiel van een nieuw economiebeleid. Dat breekt met het neoliberalisme waar het AKP-beleid tot nu toe door werd gekenmerkt. Daarvoor in de plaats stelt Bulut zich een economische structuur voor waarin onder andere wordt uitgegaan van een vijandige verhouding met Europa.

Dat laatste is het stokpaardje van Bulut en het lijkt er alleszins op dat Erdogan daarin meegaat. Hoe een economiebeleid op deze basis er precies uit zou zien is onduidelijk, maar het laat zich raden dat buitenlandse investeerders minder vertrouwen zullen hebben in het experiment van de eurohater Bulut dan in de vertrouwde aanpak van Babacan en Simsek.

TCB

Wat in het buitenland verder tot aanbeveling van Babacan en Simsek strekt is de verwachting dat zij de Turkse Centrale Bank (TCB) beschermen wanneer Erdogan daar nogmaals tegen ten strijde trekt. Dat wil zeggen, in het geval de TCB de rente wil verhogen om de lira te beschermen. Erdogan is uit islamistische overwegingen tegen een hogere rente en hanteert het voor economen bizarre beginsel dat inflatie met een lagere rente bestreden kan worden.

Op dit moment speelt dit alles (nog) niet zo. De lira herstelde zich de laatste maanden zelfs door het uitstel van een Amerikaanse renteverhoging (al bevindt de Turkse munteenheid zich nog onder de 2,77 ten opzichte van de dollar die de TCB eerder dit jaar voor december voorzag).

Garanties zijn er echter niet, want vallen de gevolgen van een rentebesluit door de Fed tegen, dan kan de lira een nieuwe optater krijgen. De TCB zal dan wederom in het middelpunt van de belangstelling komen te staan.

Babacan en Simsek weten hoe sterk in het buitenland aan de onafhankelijke status van de TCB gehecht wordt. Zoals ze weten dat de lira ‘au’ zegt wanneer Erdogan fel van leer trekt tegen de TCB. Dat is al eerder gebleken. Slimmeriken deden goede zaken door dollars te kopen voorafgaand aan een tirade van Erdogan over de TCB. De Amerikaanse flappen werden de volgende dag steevast meer waard.

Overigens treedt TCB-gouverneur Basci in april af. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij door een vertrouweling van Erdogan zal worden opgevolgd.

Vuurpijl

Het is een interessante vraag hoe de verhoudingen tussen Erdogan en Davutoglu zich zullen ontwikkelen. Davutoglu zal zich erop beroepen dat de AKP dankzij hem op 1 november een overwinning in de wacht sleepte. Begrijpelijk, aangezien Erdogan zich dit keer bij de verkiezingscampagne minder liet zien en Davutoglu de klus daardoor nagenoeg in zijn eentje moest klaren. Althans, zo zal hij het voelen, al was een stem voor de AKP er toch vooral een voor Erdogan, zelfs zonder diens naam op het stembiljet.

Davutoglu stak een vuurpijl af met de verklaring dat de invoering van een presidentieel systeem geen prioriteit voor hem heeft, kort nadat Erdogan via zijn woordvoerder Ibrahim Kalin het jachtseizoen rond een supermachtig presidentschap voor geopend had verklaard.

Wederom begrijpelijk vanuit het perspectief van Davutoglu, want na de invoering van een presidentieel systeem zal zijn functie beperkt worden tot het plaatsen van handtekeningen onder Erdogans decreten. Als er dan sowieso nog een premier zal zijn. Over Davutoglu werd gezegd dat hij bij de verkiezingen pas optimaal zou presteren wanneer hij daarbij zijn baan verloor…

De streek die Davutoglu leverde door het presidentieel systeem geen prioriteit te noemen zal in ieder geval slecht zijn gevallen in het grote paleis te Ankara. Dat zijn van die momenten waarop ik graag Erdogans gezicht zou zien.

Wittebroodsweken

Kortom, de inzichtelijke verschillen tussen Erdogan en Davutoglu die zich vorig jaar al verschillende malen openbaarden, zouden zich tijdens het spel van de poppetjes dat nu volop gaande is opnieuw kunnen manifesteren. In de roes van de overwinning hebben beide even het comfort van een soort wittebroodsweken gekend, maar die rustpauze is al weer enige tijd voorbij.

De slotvraag: worden Babacan en Simsek verantwoordelijk voor het economiebeleid? Of gaat die eer naar Albayrak en Bulut? Ook al gaat er dan een gerucht dat Babacan buitenlandminister (wat hij al eerder was) wordt, houd ik het zelf op hem en Simsek in het economic team van de nieuwe regering. Erdogan is niet snel geneigd tot toegeven, maar hij kent de grenzen van zijn ambities en weet wanneer het tijd is voor een terugtrekkende beweging. 1 november leerde echter hoe lastig het is om de Turkse politiek te voorspellen en dat verrassingen niet uitgesloten zijn.

Volgende week zullen we het weten, want dan wordt naar verluidt de samenstelling van het nieuwe kabinet bekendgemaakt.

In het tweede deel van dit artikel meer over de uitdaging van het economiebeleid waar de nieuwe regering zich voor gesteld weet. Zoals over export, verwachte hervormingen, binnenlandse vraag en het hogere minimumloon.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here