Turk wint Nobelprijs, een andere Turk bijna (COLUMN)

3
11

sancar index

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – Door de onstuimige politieke situatie, waaronder de verwoestende aanslag in Ankara, ben ik nog niet aan het heugelijke nieuws van vorige week toegekomen dat een in Turkije geboren wetenschapper een Nobelprijs krijgt. De in de provincie Mardin geboren Aziz Sancar ontvangt de prestigieuze prijs in de categorie scheikunde voor zijn onderzoek naar het herstellende werk van bij beschadigd DNA. Na de schrijver Ohran Pamuk is Sancar de tweede Turk die voor zijn werk met een Nobelprijs wordt beloond.

Wie meent dat de Nobelprijs voor Sancar typerend is voor het niveau van het wetenschappelijk onderzoek in Turkije komt echter bedrogen uit. Sancar studeerde in de jaren zestig weliswaar medicijnen aan de Istanbul Universiteit, maar vertrok daarna voor onderzoek naar de VS, waar hij sindsdien woont.

Sancar is niet de enige. Veel Turkse wetenschappers volgden hem naar het buitenland, omdat het wetenschappelijke klimaat in Turkije weinig geschikt is voor onderzoek. De regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) heeft daar weinig of niets aan veranderd. Er zijn sinds die partij aan het roer staat in Ankara weliswaar veel nieuwe universiteiten bij gekomen, maar wetenschappelijk onderzoek kreeg daar geen stimulans door. Wie afgestudeerd is haast zich in Turkije veelal om het onderwijs in te gaan en komt daardoor niet toe aan onderzoek. De grootste talenten verdwijnen daarvoor naar het buitenland, terwijl onder anderen veel werkloosheid heerst.

De wetenschap valt in het huidige Turkije sterk onder politieke supervisie. Zo werden goede betrekkingen met de AKP doorslaggevender bij de benoeming van universiteitsrectoren dan wetenschappelijk inzicht. Volgens de columnist Özgür Korkmaz houden zij zich meer bezig met het bewieroken van president Erdogan dan dat zij toekomen aan de problemen op hun universiteiten. Laat staan dat zij wetenschappelijk onderzoek aanmoedigen.

Dat de oorlog tussen Erdogan en imam Fethullah Gülen zich mede afspeelt rond het belangrijkste wetenschappelijke instituut van de Turkse staat (TÜBITAK), is al even typerend voor de problemen voor de wetenschap in Turkije.

Onderwijs

Het niveau op middelbare scholen draagt evenmin bij tot een bloeiende ontwikkeling van de wetenschap. Turkse scholieren scoren gemiddeld te laag in PISA, een wereldwijd onderzoek naar schoolprestaties in exacte vakken door de Organisatie voor Samenwerking en Ontwikkeling (OECD).

Dat laatste verklaart wellicht de geringe interesse in Turkije om een wiskunde, natuurkunde, of biologiestudie te beginnen. Het aantal studenten in die vakken is sinds 2010 sterk teruggelopen en steeds minder universiteiten maken nog werk van exacte vakken.

De overheid voert geen stimuleringsprogramma’s om hier verandering in te brengen. Daar ligt de nadruk op uitbreiding van religieuze invloed op het onderwijs. President Erdogan constateerde onlangs trots dat scholieren van de religieuze Imam Hatip-scholen het lichaam van een overledene kunnen reinigen voorafgaand aan een teraardebestelling. Helaas voor Erdogan is er geen Nobelprijs in de categorie lijkenwassen…

Acemoglu

Er werd recentelijk nog een uit Turkije afkomstige wetenschapper genoemd als kanshebber voor een Nobelprijs: de in een Armeense familie geboren econoom Kamer Daron Acemoglu.

Uiteindelijk ging de Nobelprijs voor economie naar de Brits-Amerikaanse Angus Deaton, maar dat neemt niet weg dat Acemoglu een gerespecteerd econoom is. Evenals Aziz Sancar trok hij naar het buitenland voor zijn wetenschappelijke ontwikkeling. Dat deed hij al na de middelbare school.

Op 5 oktober verscheen van Acemoglu de analyse The ups and downs of Turkish growth, 2002-2015: Political Dynamics, the European Union and the Institutional Slide. Hij schreef die samen schreef met Murat Ücer, nog een gezaghebbende Turkse econoom.

Acemoglu en Ücer verdelen de ontwikkeling van de Turkse economie gedurende de laatste vijftien jaar in twee perioden. Die tot circa 2007, en wat daarna volgde. In die eerste periode groeide de Turkse economie snel, om vervolgens geleidelijk terug te lopen. Dat laatste is verklaard met de financiële crisis en economische golfbewegingen, maar Acemoglu en Ücer zien ook andere oorzaken.

Hervormingen

Dat de Turkse economie na de crisis van 2001 zo efficiënt kon herstellen verklaren Acemoglu en Ücer onder andere aan de onafhankelijke positie van de Centrale Bank, het delegeren van taken aan onafhankelijke instituten en het bestrijden van corruptie. Dergelijke hervormingen, die Acemoglu en Ücer verbinden aan de samenwerking met het IMF, verklaren ook waarom Turkije juist relatief ongeschonden uit de financiële crisis tevoorschijn kwam.

Acemoglu en Ücer constateren dat een einde kwam aan de hervormingen, en dat deze zelfs werden teruggedraaid, nadat het samenwerkingsprogramma met het IMF afliep. Corruptie nam weer toe en de onafhankelijkheid van onafhankelijke instanties als de Centrale Bank kwam in het geding, waarbij de gouverneur van Centrale Bank uiteindelijk zelfs door president Erdogan voor ‘verrader’ werd uitgemaakt omdat die de rente niet drastisch wil verlagen.

EU

Acemoglu en Ücer brengen de hervormingen in Turkije die na 2002 tot economische groei leidde ook in verband met de onderhandelingen met de EU over toetreding. Die vormden een basis voor Turkije om door te gaan met hervormen. In 2007 kwam daar door de crisis in het toetredingsproces echter ook een einde aan. De stagnatie in de democratisering van Turkije die daardoor optrad wordt door Acemoglu en Ücer zeker ook aan de ontwikkeling verbonden die de Turkse economie sindsdien heeft doorgemaakt.

2007 is in alle opzichten een keerpunt. Zo valt op dat ook aan de succesvolle bestrijding van de armoede sinds 2002 ook een einde kwam in dat jaar. En dat ondanks het feit dat Turkije vervolgens nog een periode meemaakte waarin de economie snel groeide. Die volgde echter niet uit hervormingen, maar uit het vloeien van veel buitenlands geld naar opkomende economieën. De door Acemoglu en Ücer beschreven kiemen van de economische problemen waar Turkije momenteel mee kampt, waren toen echter al gelegd, al kwamen die pas tot wasdom naarmate de input van extern kapitaal terugliep.

Acemoglu en Ücer besluiten hoopvol. Ze menen dat Turkije met zijn jonge bevolking ten opzichte van het vergrijzende Europa van niet te onderschatten waarde is voor de economie in de EU. Hernieuwde groei is zeker mogelijk is, maar zoals beide auteurs stellen is een terugkeer naar de hervormingen van voor 2007 daarbij essentieel.

Dat wil zeggen, inclusief democratisering. Daarom kwam het ongelukkig uit dat het verschijnen van de door Acemoglu en Ücer opgestelde analyse samenviel met geluiden dat Europese leiders dat zij hun kritiek op de mensenrechtensituatie in Turkije menen te moeten verzachten in het licht van de vluchtelingenstroom uit Syrië. Dit maakt The ups and downs of Turkish growth, 2002-2015: Political Dynamics, the European Union and the Institutional Slide echter niet minder waardevol. Wie deze analyse wil lezen kan die hier vinden.

PS

Er bereikte me het trieste nieuws dat de vertaler van de Turkse editie van mijn boek De schaduw van de ster, Burak Sengir, is overleden als gevolg van een verkeersongeval. Even triest is het overlijden van Nejat Agirnasli, die bij mijn lezingen in Turkije vaak vertaalde. Nejat trok naar Noord-Syrië om tegen de Islamitische Staat te vechten en vond daarbij de dood. Burak en Nejat, rust in vrede.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

3 REACTIES

  1. Studie is toch verloren tijd. Terwijl de gehele Akp elite in Amerika studeerd moeten wij In Turkije meer imam scholen openen. Wat nou scheikunde etc etc. Ik vind het belangrijker mij met Ottomanen bezig te houden. Gisteren heb ik het woord Allah in Mijn sandwich zien verschijnen en eergisteren in mijn gepofte kastanje. We are truly blessed. Nee zonder gekheid in Nederland had een lerares een anotomie pak aangetrokken, zo iets zou in Turkije nooit kunnen, zou ze voor honderd jaar de bak in verdwijnen omdat dat te expliciet is. Ondertussen kijken de mannen van Turkije verlekkerd naar andermans vrouwen op straat.

    • Ik begrijp uw frustratie over het feit dat de hoeveelheid inwoners van Turkije die zich meer bezig willen houden met geloof steeds meer toeneemt. Maar ik moet u daarnaast ook teleurstellen. Natuurlijk heeft voornamelijk de ruzie tussen meneer Erdogan en meneer Gulen een groot gevolg gehad op de onderwijs instituten binnen Turkije. Alleen is dit geen probleem op het lange termijn. Doordat het kenniscentrum van Turkije een dermate groot verandering heeft ondergaan, moeten de systemen en onderwijs instituten opkrabbelen en zorgen dat ze hun zaken op orde hebben. Jarenlang waren ‘Dershaneler’ beroemd om hun goede onderwijs methode. Alleen men vergeet dat dit veel geld kost voor de burger. Het is daarnaast een private onderneming waar docenten meer verdienden. Daarom trokken vaak goede onderwijzers weg uit publieke scholen om meer geld te verdienen in ‘Dershaneler’, waar dit kan. Deze docenten zullen op termijn terugkeren naar legale onderwijsinstellingen en dit zal natuurlijk enkel in het voordeel werken voor een, weer innovatief, Turkije.

      De innovatie in Turkije groeit sinds ongeveer 2010 niet meer of krimpt zelfs, dat wordt niet ontkend. Maar het feit dat de krimp steeds minder wordt en dat daarnaast sommige sectoren wel groeien waarbij exacte vakken een grote rol spelen wordt totaal vermeden in dit artikel. Dan heb ik over het wapen technologie, automotive engineering en farmacie. Deze onderdelen groeien nog steeds. ik vind het erg jammer dat er conclusies worden getrokken binnen het artikel zonder een beeld te schetsen over het totale plaatje. Daarnaast geeft het overheid wel subsidies aan natuurkundige opleidingen zoals High Speed Railway Technology waarbij studenten economische voordelen krijgen als ze binnen deze branche aan de slag willen gaan.

  2. Studie is toch verloren tijd. Terwijl de gehele Akp elite in Amerika studeerd moeten wij In Turkije meer imam scholen openen. Wat nou scheikunde etc etc. Ik vind het belangrijker mij met Ottomanen bezig te houden. Gisteren heb ik het woord Allah in Mijn sandwich zien verschijnen en eergisteren in mijn gepofte kastanje. We are truly blessed. Nee zonder gekheid in Nederland had een lerares een anotomie pak aangetrokken, zo iets zou in Turkije nooit kunnen, zou ze voor honderd jaar de bak in verdwijnen omdat dat te expliciet is. Ondertussen kijken de mannen van Turkije verlekkerd naar andermans vrouwen op straat.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here