Situatie rond Turkse bank leidt naar Nederlandse tak Gülen-beweging (COLUMN)

6
47

bank asya

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) Turkije, december 2013. Aan imam Fethullah Gülen verbonden aanklagers onthulden de resultaten van een onderzoek naar corruptie bij de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP). Toenmalig premier Erdogan sprak van een poging tot staatsgreep en nam wraak.

Daarbij kwam ook Bank Asya, een tot de Gülen-beweging behorende bank op islamitische grondslag, onder vuur te liggen. Zowel staatsondernemingen, als met Erdogan sympathiserende beleggers, haalden er hun geld weg. Naarmate staatsinstanties de druk opvoerden daalden de aandelen van Bank Asya in waarde.

Op 3 februari jl. gaf de Turkse bankautoriteit BDDK opdracht aan het overheidsorgaan voor fondsmanagement en verzekeringen TMSF om 63 procent van de Bank Aysa-aandelen onder beheer te nemen. Officieel vanwege een ‘gebrek aan transparantie over aandeelhouders’, al had deze maatregel uiteraard alles te maken met Erdogans campagne tegen de Gülen-beweging.

De gang van zaken deed veel wenkbrauwen fronzen. Het is immers niet gebruikelijk dat een regering alles uit de kast haalt om een op zich niet ongezonde bank in problemen te brengen. In het buitenland leidde dit bovendien tot vragen over de onafhankelijkheid van de BDDK. Die kwamen bovenop twijfels over de onafhankelijkheid van de Turkse Centrale Bank als gevolg van de druk die Erdogan daarop uitoefende.

Kaynak

Bank Asya-aandelen zijn deels in bezit van Sürat Basim en Forum Insaat, ondernemingen behorend tot de nauw aan de Gülen-beweging verbonden Kaynak Holding.

Op 16 februari werd Kaynak, inclusief de Bank Asya-aandelen, overgeheveld naar INL Partners B.V., gevestigd in het World Trade Center (WTC) te Amsterdam. INL staat sinds 19 januari van dit jaar geregistreerd bij de Kamer van Koophandel (KvK) en beschikte bij haar oprichting over een kapitaal van € 20.000.000.

Dat INL nog geen drie weken voor de maatregel tegen Bank Asya in Nederland werd geregistreerd, maakt de timing opvallend. Ik heb INL gevraagd om deze wel erg toevallige samenloop van omstandigheden toe te lichten, maar dit verzoek bleef onbeantwoord.

Zo moest ik onwillekeurig denken aan een artikel in de regeringsgezinde krant Sabah, waarin de aanwezigheid van een ‘mol’ bij de BDDK werd gesuggereerd. Die zou Bank Asya vooraf geïnformeerd hebben over de op handen zijnde maatregel van de BDDK.

Hoewel de pro-AKP media de grootste onzin over de Gülen-beweging verspreiden (Gülen zou een vrijmetselaar zijn…), valt dat van die mol niet geheel uit te sluiten.

In de jaren waarin het nog goed ging tussen de AKP en Gülen kregen volgelingen van de imam vaak posities binnen staatsinstanties. Toen de verhoudingen verzuurden trachtte Erdogan hen daaruit te verwijderen. Dat was geen eenvoudige opgave, aangezien Gülens volgelingen zich erg verdekt kunnen opstellen. Ook binnen de politie zitten ze bijvoorbeeld nog. Anders zouden de politieacties tegen Gülens media eind 2014 niet door het mysterieuze – doch overduidelijk aan de Gülen-beweging verbonden – Twitter account Fuat Avni zijn voorspeld. Daardoor is het niet uitgesloten dat de Gülen-beweging ook binnen de BDDK nog een mannetje heeft zitten.

Toestemming

Dat de TMSF in opdracht van de BDDK aandelen van Bank Asya in beheer nam betekent niet dat aandeelhouders daar geen rechten meer over kunnen laten gelden. Voor de overdracht van meer dan tien procent aandelen is echter toestemming van de TMSF en de BDDK vereist.

Volgens de eerder genoemde krant Sabah werd in totaal 16,3 procent Bank Asya-aandelen overgedragen aan INL. Meer dan tien procent, wat het zonder toestemming van de TMSF en de BDDK tot een illegale transactie maakte volgens Sabah. Kaynak reageerde door die krant, de TMSF en de BDDK van laster te beschuldigen en met juridische stappen te dreigen.

Kaynak stelt via Sürat Basim en Forum Insaat slechts 7,1 procent Bank Asya-aandelen in handen te hebben. Minder dan tien procent dus. Daardoor hoefde er volgens Kaynak geen toestemming aan de TMSF en de BDDK gevraagd te worden.

7,1 procent lijkt in eerste instantie strijdig met de door Bank Asya verstrekte cijfers. Daar wordt voor Sürat Basim 6,74 procent opgegeven en voor Forum Insaat 9,63 procent, wat samen inderdaad op 16,3 procent neerkomt. Kaynak hoeft echter niet alle aandelen van beide ondernemingen te bezitten, waardoor het totaal toch slechts 7,1 procent kan bedragen.

Uit een artikel op de aan de Gülen-beweging verbonden website BGN News blijkt echter dat Kaynak de TMSF en de BDDK ‘al op een veel eerder tijdstip’ informeerde over de overdracht van Bank Asya-aandelen naar INL. Waarom, als dat met minder dan tien procent aandelen niet nodig was?

Twee verzoeken van mijn kant aan INL om dit uit te leggen bleven onbeantwoord. Ik ontving weliswaar een wat algemene verklaring van INL, maar op vragen die ik vervolgens had werd ook na een maand niet gereageerd.

Er is nog een ander punt, want de Bank-Asya-aandelen van Sürat Basim en Forum Insaat worden op de website van Bank Asya als groep A/preferent opgegeven. Dat verandert de zaak, want het Turkse bankreglement stelt dat voor de overdracht van preferente aandelen altijd toestemming van de TMSF en de BDDK nodig is. Ook als het om een overdracht van minder dan tien procent gaat.

HOGIAF

Volgens informatie van de KvK werden de Kaynak-bestuursleden Naci Tosun, Izzet Akyar en Ali Karabulut directeur bij INL. Karabulut is een bekende naam. Hij beheert tevens de Feza Media Groep, waar de kranten Zaman en Today’s Zaman van de Gülenbeweging onder vallen.

Een andere directeur van INL is Erol Uysal. Met hem ontstaat een link naar de Nederlandse tak van de Gülen-beweging, want hij wordt genoemd als penningmeester van de daartoe behorende (onderwijs)stichting Cosmicus in Den Haag.

Ook Ahmet Taskan, de vicevoorzitter van de eveneens tot de Gülen-beweging behorende Nederlands/Turkse ondernemersorganisatie HOGIAF, werd directeur bij INL. Taskan is daarnaast evenals Uysal verbonden aan de stichting Cosmicus. Hij zit daar in de raad van toezicht. Bij INL heeft Taskan een beperkte volmacht tot € 20.000.

Toen ik het World Trade Center in Amsterdam belde en vroeg om doorverbonden te worden met INL kreeg ik een dame aan de lijn die vriendelijk zei: ‘Merhaba (goedendag), met HOGIAF.’

Ahmet Taskan ontkent dat HOGIAF iets met INL te maken heeft. ‘Blijkbaar heeft iemand per ongeluk het telefoonnummer van HOGIAF aan u doorgegeven als zijnde het telefoonnummer van INL Partners’, liet hij mij weten. WTC was daar ondertussen over geïnformeerd, voegde hij daaraan toe. Kennelijk was mijn telefoontje daar aanleiding toe.

Asscher

Op 16 maart jl. had minister Asscher in het Amsterdamse College Hotel een ontmoeting met bijna honderd aan HOGIAF verbonden ondernemers, waarbij hij sprak over jeugdwerkloosheid, radicalisering van moslimjongeren en integratieproblemen.

In 2013 zou Asscher aanwezig zijn bij de lancering van Gülens Nederlandse krant Zaman Vandaag. Een kritisch item van Nieuwsuur over de Gülen-beweging weerhield hem daar toen echter van.

Vervolgens gaf Asscher opdracht aan de onderzoekers Thijl Sunier en Nico Landman om de Gülen-beweging samen met de Turks religieuze organisaties Diyanet, Milli Görüs en Süleymanci in een pakket te onderzoeken.

Er ontstonden twijfels over de objectiviteit van beide onderzoekers, vooral over die van Sunier. Achteraf niet zo vreemd, want hij is tegenwoordig columnist bij de zojuist genoemde krant Zaman Vandaag.

Asscher vond het onderzoek van Sunier en Landman tekortschieten. Dat schreef hij in een brief die de Tweede Kamer op 25 september jl. ontving. De minister stelde een vervolgonderzoek in het vooruitzicht waarbij de genoemde organisaties ‘minimaal vijf jaar’ gevolgd zouden worden.

De brief leidde tot veel commotie, omdat de PvdA-kamerleden Kuzu en Öztürk er aanleiding in zagen de partij te verlaten en hun eigen fractie te beginnen. Over hun nieuwe partij verscheen het een en ander in de media, maar rond Asschers brief werd het stil. Niet in de laatste plaats bij de minister zelf. Terwijl hij er toch het volgende in schreef:

‘Ik zal uw Kamer in januari 2015 informeren over de verdere invulling en voortgang van de maatregelen hieromtrent en het vervolg daarop.’

Een volgende brief van Asscher aan de Kamer kwam er niet in januari. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) omdat toen ‘geen nieuws te melden was.’ Dezelfde woordvoerder zei dat ondertussen gesprekken zijn gevoerd met genoemde Turkse organisaties. Wat betreft de Gülen-beweging lijkt dat duidelijk, want Asscher was zoals gesteld in maart bij HOGIAF op bezoek.

Naar verluidt zal de Tweede Kamer later deze maand een nieuwe brief van Asscher ontvangen over de kwestie. Daarin worden de Kamerleden ook geïnformeerd over een ambtelijk bezoek aan Duitsland in verband met een onderzoek dat daar loopt naar Diyanet, Milli Görüs, Süleymanci en de Gülen-beweging.

Internationale financiële dimensie

Het ligt voor de hand dat het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte is van het overhevelen van Bank Asya-aandelen naar INL. Of Asscher er daardoor ook van weet is niet vanzelfsprekend.

De overdracht van aandelen zal in Nederland wellicht niet tot grote beroering leiden. Goed mogelijk dat er, zelfs als het Turkse bankreglement creatief werd geïnterpreteerd, begrip voor bestaat dat Kaynak zich wilde beschermen tegen Erdogan. Hoewel ik liever geen partij kies tussen Erdogan en Gülen, kan ik me daar zelf tot op zekere hoogte ook iets bij voorstellen.

Dit verhaal kent echter ook een andere kant, want het schetst een aardige indruk van de internationale financiële dimensie van de Gülen-beweging. Alsmede van de betrokkenheid daarbij van personen die actief zijn binnen daartoe behorende organisaties in Nederland.

Al in 2010 stelde SP-kamerlid Sadet Karabulut een onderzoek voor naar de financiële stromen tussen de verschillende organisaties van de Gülen-beweging. De twee onderzoeken naar de beweging waartoe de regering opdracht gaf gingen aan dat aspect echter voorbij. In het vervolgonderzoek dat volgens SZW in mei nader door Asscher zal worden toegelicht kan dat alsnog.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

6 REACTIES

  1. Een wespennest dus, dat is duidelijk! Tien jaar geleden werd ik door mijn volwassen leerlingen al geïnformeerd, dat Turken zich aardig bezig hielden met vriendjespolitiek, zodat ze geen goede baan konden krijgen als ze niet de juiste vrienden hadden. Dat is in Nederland ook zo, maar niet zo overduidelijk. In Holland moet je op zijn minst aan de gewenste criteria voldoen om een bepaalde baan te krijgen. Het helpt wel, als je bij een groot bedrijf een bevriende man of vrouw bijv. op PZ hebt zitten! In Turkije wordt met criteria nogal een loopje genomen, zodat op een bepaalde positie een totaal ongeschikt persoon komt te zitten, met de nodige corruptie op de achtergrond. Ik woon op een site, zelfs daar gebeurt het dat een vriendje er een bepaalde klus te doen krijgt, waarbij na een paar jaar blijkt, dat een totaal rampzalig werk is gebeurd of iets is aangeschaft wat niet deugt! Het kost allemaal handenvol onnodig geld en mensen worden er ontevreden van! Het is een kwestie van moraal, denk ik. Die is soms ver te zoeken in en toch zogenaamd godsdienstig land. Ik weet niet genoeg van de politiek `ìns`en `outs`hier, maar ik heb al van twee totaal verschillende kanten vernomen, dat de president whisky drinkt, en dan met het islamitische wetboek zwaaien!

    • En zo verneem je nog eens wat hier en daar, nietwaar?
      Lijken me zeer betrouwbare bronnen die je moet koesteren trouwens…

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here