Proces tegen coupplegers van 1980 gaat beginnen

0
1

Het heeft even geduurd, maar nu gaat het binnenkort dan toch echt beginnen: het proces tegen de militairen achter de staatsgreep van 1980, de meest bloedige machtsovername uit de Turkse geschiedenis. Jarenlang wisten de verantwoordelijke militairen zich beschermd door grondwetartikel 15, dat hun berechting uitsloot.

De uitkomst van het referendum vorig jaar september maakte echter een einde aan artikel 15, waardoor vervolging alsnog mogelijk werd. De persoon om wie het vooral draait is Generaal Kenan Evren. De laatste jaren heeft hij zich heel relaxed kunnen wijden aan het schilderen van landschappen en naakten in een rusthuis voor gepensioneerde generaals ergens aan de Egeïsche kust, maar aan dat onbezorgde tijdverdrijf lijkt nu een einde te zijn gekomen. Afgelopen woensdag werd openbaar aanklager Murat Demir aangewezen door de hoofdaanklager in Ankara om het onderzoek te leiden. Demir gaat de ruim 1000 aangiften behandelen die sinds het referendum binnen zijn gekomen tegen Evren en andere militairen. Als het een beetje meezit kan Evren over een dag of tien al opgeroepen worden om een verklaring af te leggen.

Nu het eenmaal loopt gaat het opeens verbazingwekkend snel. Veel sneller in ieder geval dan de berechting van de militairen in de Silivri gevangenis, die in tegenstelling tot Evren en trawanten geen staatsgreep hebben gepleegd, maar alleen verdacht worden van het plannen ervan. Zoals Generaal Cetin Dogan, die sinds vorig jaar in voorarrest zit omdat hij via Operatie Balyoz een einde wilde maken aan het regeren van de AK-partij. Om maar te zwijgen van de Ergenekon-verdachten. Zij koesterden soortgelijke plannen en zitten als gevolg vaak nog veel langer in voorarrest. Sommigen zelfs sinds 2007. Het lijkt er dus op dat aanklager Murat Demir er vaart achter wil zitten. Daar heeft hij gegronde redenen voor want twee bij de coup van 1980 betrokken generaals zijn ondertussen overleden. Naast Evren leven alleen de voormalige Luchtmacht Commandant Tahsin Sahinkaya en de voormalige Marine Commandant Nejat Tümer nog. Evren is ondertussen hoog bejaard en zal niet lang meer te leven hebben. Toen zijn berechting voor het eerst ter sprake kwam verklaarde hij overigens zelfmoord te zullen plegen wanneer hij gedwongen wordt voor een rechter te verschijnen. Als hij de daad bij het woord voegt zou het proces heel snel tot verleden kunnen behoren.

Wie nog wel leeft is Paul Henze, de toenmalige station chief van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA in Turkije. Henze is vaak genoemd als duistere macht achter de coup van 1980. Vooral wat betreft het instigeren van het politieke geweld dat voor de militairen aanleiding was om Premier Demirel af te zetten, de macht in handen te nemen en een serie mensenrechtenschendingen te plegen waar de honden geen brood van lusten. Dat geweld voorafgaand aan de coup was het werk van de Grijze Wolven, de Contraguerrilla en de nationale inlichtingendienst MIT. Maar het vond plaats op bevel van de CIA. De latere getuigenis van een Grijze Wolf loog er wat dat betreft niet om: ‘De slachtingen waren een provocatie van de MIT. Met de provocaties van MIT en de CIA werd de grondslag gelegd voor de staatsgreep van 12 september.’

Direct nadat hij over de staatsgreep had gehoord belde de toenmalige Amerikaanse President Jimmy Carter met Paul Henze. ‘Onze jongens hebben het geflikt!’, riep de CIA-baas enthousiast door de telefoon. Carter verklaarde later over de coup van 1980: ‘Voorafgaand aan de “12 september beweging” bevond Turkije zich in defensief opzicht in een kritische situatie. Na de Sovjetinterventie in Afghanistan en de val van monarchie in Iran kwam de “stabiliseringsbeweging” als een opluchting voor ons’. Ook Carters nationaal veiligheidsadviseur Zbigniev Brzezinski kon zich helemaal in de staatsgreep vinden: ‘een militair bewind was het beste voor Turkije’ volgens hem.

De coup van 1980 moest een einde maken aan het politieke geweld op straat; het politieke geweld waar de CIA achter schuilging. Aan het geweld kwam in absolute zin echter zeker geen einde. Het regime verplaatste het hooguit van de straat naar de gevangenissen. Meer dan een half miljoen Turken werden gearresteerd, waarvan er 230.000 veroordeeld werden, vaak tijdens massaprocessen. Linkse activisten en medewerkers van vakbonden kwamen vooral langdurig in het gevang terecht. Duizenden werden gemarteld, niet zelden met dodelijke afloop. Daarnaast vonden tientallen executies plaats en zijn er tot op de dag nog altijd talloze vermisten. 14.000 Turken raakten verder hun nationaliteit kwijt, er waren 85.000 aanklachten wegens ‘foute ideeën’, terwijl 14.509 ambtenaren ontslag werd aangezegd. In totaal ging 39 ton aan boeken in vlammen op en zagen acht kranten zich met een publicatieverbod geconfronteerd. Voor dat alles waren niet alleen de vijf generaals, waaronder Kenen Evren, verantwoordelijk, maar ook de CIA en uiteindelijk zelfs de Amerikaanse overheid.

De gedachte dat Paul Henze en de CIA terecht zouden moeten staan voor hun bijdrage aan de staatsgreep van 1980, grenst uiteraard aan het surrealistische. Al is het alleen maar omdat de islamitische prediker Fethullah Gülen, de stuwende kracht achter de thans regerende AK-partij, het daar veel te goed voor kon (en kan) vinden met de CIA. Gülen zag de staatsgreep van 1980 als een goede zaak. Als het aan hem lag verdiende Evren zelfs ‘een plaats in de hemel’. Maar dat soort zaken moet je vandaag de dag niet al te hardop zeggen in Turkije. Per slot van rekening werden ze ook door de journalist Ahmet Sik beschreven in zijn ongepubliceerde boek ‘Het leger van de imam’. En hij zit nu vast op verdenking van betrokkenheid bij Ergenekon. Laten we daarom vooralsnog maar tevreden zijn met de vervolging van Evren. Ook al komt deze gepassioneerde voorstander van de doodstraf, in het licht van een geheel vrijuit gaande CIA, dan zelfs een beetje over als de katvanger in het verhaal.

(Peter Edel/Istanbul)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here