Eenzaamheid (Column)

0
3

Deze column is mogelijk gemaakt door het Nederlandse Rode Kruis

Door Funda Müjde – ‘Dag lieve dochter van me, wat doe je met je verjaardag?’ Ze probeert tevergeefs haar snikken te verbergen. ‘Sorry, ik wil niet huilen, ik moet jou juist troosten maar ik moet steeds aan je denken.’ Snikkend bidt mijn moeder dat Allah, mij en alle lotgenoten geneest, helpt en ons vooral geduld geeft.
Door een ernstig verkeersongeluk ben ik anderhalf jaar geleden in een rolstoel beland. Na mijn ontslag uit het revalidatiecentrum moest ik noodgedwongen terug naar mijn woning op drie hoog zonder lift. Ik wordt al een jaar lang drie trappen op, mijn huis in- en uitgedragen door de mannen van Stadsmobiel Amsterdam. Mijn moeder vindt dit een ondraaglijke gedachte.
‘Amen mama. Ik hoop dat je gebeden verhoort worden. Voor alle mensen.’ Al snikkend gaat ze door met haar smeekbeden aan Allah. Dit deed ze voor het ongeluk ook al. Nu met een doel en niet ter preventie. Ik vraag naar haar gezondheid en sluit af met een grapje: ‘Mam, de lamme helpt de blinde.’
‘Praat niet zo over jezelf, daar kan ik niet tegen’, ze moet nog harder schreien.
‘Echt mam, naar omstandigheden gaat het goed met mij. Ik train, ik schrijf, mijn lief en de kinderen helpen me, ik heb lieve vrienden. Ik ben dankbaar dat ik jullie heb.’
Dat is als ik om me heen kijk wel eens anders. Sommige revalidanten ontvangen niet één bezoekje per week. Eenzaamheid is een van de grootste problemen van de welvaartslanden. Als je ziek of afhankelijk bent en niemand hebt, is die eenzaamheid groter en ondraaglijker. Sommige mensen zijn zo eenzaam dat ze met ongeduld op de dood wachten, als zou het een geliefde zijn. Zelfs met partner is mijn moeder eenzaam. Ze mist haar kinderen.
Mij verwijt ze mij niet meer dat ik te weinig langskom. Ik heb een alibi. Nu schaamt zij zich omdat zij niet bij mij komt. Ze is slecht ter been en vindt drie etages niet meer te doen. Maar dat is een smoes, want ze komt de deur nauwelijks uit. Ze komt al jaren niet meer bij ons over de vloer. ‘Ga eerst maar beneden wonen´ riep ze kwaad als ik aandrong.
‘Ik ben jullie moeder. Jullie horen te komen. Heb ik daarom zes kinderen gebaard? Heb ik jullie daarom laten studeren? Wat heb ik aan jullie diploma’s, aan jullie doctorandustitels als ik jullie nooit zie? Geen tijd, geen tijd, geen tijd. Ik wordt gek van jullie eeuwig tijdgebrek, jullie clubjes, verplichtingen en hobby´s. Waren we maar in Turkije gebleven’
‘Maar jij komt zelf nergens meer mam. Zelfs niet in Turkije’. Ik tracht mij te verweren, maar in mijn hart twijfel ik wel degelijk over onze manier van leven en zit ik vaak met schuldgevoelens.
Het Nederlands Rode Kruis heeft programma´s waarbij vrijwilligers gekoppeld worden aan ´eenzame´ mensen. Een Turkse vrouw – een nieuwkomer – gaat op bezoek bij een Nederlandse vrouw die rolstoelafhankelijk is. De Turkse vrouw leert Nederlands. De rolstoelafhankelijke vrouw wordt vergezeld naar feestjes en plaatsen waar ze anders niet naar toe kan of durft. Ze leren elkaars cultuur en genieten van elkaars warmte en gezelligheid. Een jongeman wordt gekoppeld aan een oudere man en ze blijken overeenkomstige interesses te hebben. De vrijwilligers, ‘de gevers’ genieten net zo veel als ‘de ontvangers.’
Nederlandse bewoners vertrekken uit hun vertrouwde buurten omdat hun buurt verallochtoniseert. Dit tot spijt van de allochtonen. Zij hebben liever Nederlanders als buur. Van wie moeten zij en hun kinderen anders Nederlands leren?
Mijn moeder sluit af met, ‘ik kom op je verjaardag.’ ‘Dank je wel mam en ik zal binnenkort beneden gaan wonen.’ Die schat bedankt me. Alsof ik het voor haar doe.

Funda Müjde

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here