Er wordt nu al gespeculeerd over de presidentverkiezingen van 2019 (COLUMN)

3
84

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – Het duurt nog ruim twee jaar, maar er wordt in Turkije nu al veel gespeculeerd over de presidentverkiezingen van 2019. Vooral over wie de kandidaten zullen zijn.

HDP

In 2014 haalde Selahattin Demirtas van de pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP) 9,78 procent van de stemmen. Het laagste percentage, maar toch werd het als een succes beschouwd. Het leidde tot de verwachting dat de HDP bij algemene verkiezingen de kiesdrempel van tien procent kon halen. Dat kwam ook uit, want bij de juniverkiezingen van 2015 haalde de HDP ruim dertien procent. Bij de daaropvolgende novemberverkiezingen liep het percentage terug, al werd de kiesdrempel ook toen nog net gehaald.

Omtrent de vraag wie de kandidaat van de HDP zal zijn bij de volgende presidentsverkiezingen heerst een grote stilte. Zoals de zaken er nu voorstaan zal het Demirtas niet zijn, want hij zit zoals bekend in de gevangenis.

Ahmet Türk

De regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) maakte een einde aan de mogelijkheid om een partij buiten de wet te plaatsen. Klinkt democratisch, maar in de praktijk is het tegenovergestelde het geval. Voorgangers van de HDP die met een verbod te maken kregen konden telkens onder een andere naam een doorstart maken. De AKP weet verdraaid goed dat het vervolgen van politici aanmerkelijk effectiever is om een politieke stroming te neutraliseren.

Wie dan wel als het Demirtas niet wordt? De gedachten gaan in dat geval naar Ahmet Türk, een Koerdische politicus met de reputatie van gematigdheid. Dat zou de HDP kunnen gebruiken om het PKK-etiket van zich af te schudden dat de AKP eraan verbond. Zo zouden verloren stemmen van conservatieve Koerden terug gewonnen kunnen worden. Türk is echter oud en zwak, waardoor hij ongeschikt is als kandidaat.

CHP

De Republikeinse Volkspartij (CHP) en de Partij van de Nationale Beweging (MHP) kozen in 2014 voor een gezamenlijke kandidaat. Dat werd geen succes, want Ekmeleddin Ihsanoglu kwam met 38,44 procent niet in de buurt van de 51,79 procent voor de winnaar, Recep Tayyip Erdogan

Afgelopen week gooide voormalig CHP-leider Deniz Baykal een knuppel van formaat in het hoenderhok door te suggereren dat Abdullah Gül in 2019 kandidaat namens de CHP zou kunnen zijn. Een opmerkelijke uitspraak, want Gül maakte politieke carrière binnen de AKP, waar hij achtereenvolgens (kort) premier en minister van Buitenlandse Zaken voor was. Daarna werd hij president; de laatste door het parlement benoemde president. Die benoeming werd destijds omgeven door luide protesten van seculiere nationalisten. Een islamist kon als president nooit boven de partijen staan, vreesden zij.

Achteraf viel dat allemaal reuze mee. Sterker nog, Gül zal de geschiedenis ingaan als de laatste Turkse president die zich aan de grondwet hield door zich zoveel mogelijk boven de partijen op te stellen. Zijn opvolger, Erdogan, gaf een heel andere invulling aan het presidentschap. Met de bevoegdheden die hij zich toe-eigende gaf hij Turkije een onwettig presidentieel systeem, dat pas met het referendum van 16 april jl. werd gelegitimeerd.

Inzichtelijke verschillen

Gül staat al lang niet meer op een lijn met Erdogan. Beide behoorden samen met voormalig vicepremier Bülent Arinc tot de initiatiefnemers van de AKP. Aanvankelijk was de verstandhouding goed, maar nadat Gül eenmaal president was geworden deed hij uitspraken die zijn onpartijdigheid bevestigden, maar juist daarom niet in goede aarde vielen bij Erdogan. Zo kon laatstgenoemde geen begrip opbrengen voor Güls kritiek op het harde politieoptreden bij het neerslaan van het protest tegen de afbraak van Istanbuls Gezipark in 2013. Daarnaast zag Gül met lede ogen hoe Erdogan in de laatste jaren waarin hij premier was steeds meer autocratische trekken begon te vertonen. Daar maakte Gül zeker geen geheim van.

Nadat Erdogan het presidentschap op zich had genomen leken de wegen verder uiteen te gaan. Er ontstond rond 16 april zelfs twijfel over of Gül die dag wel voor een aangepaste grondwet stemde. Hij liet zich daar echter niet over uit. Uit veiligheidsoverwegingen heel verstandig. Had hij toegegeven nee te hebben gestemd, dan had Erdogan hem wel eens met ’terroristen’ kunnen identificeren.

Niet-officiële onpartijdige president

Gül lijkt vooralsnog niet mee te zullen gaan met de suggestie van Baykal. Hij heeft bij herhaling gezegd geen politieke positie meer te ambiëren. Onlangs benadrukte hij dat nogmaals, waarbij hij Baykals voorstel dan ook onomwonden afwees. Verder zei Gül dat de Turkse politiek zich beter kan richten op de problemen die het land thans kent in plaats van nu al te speculeren over de volgende presidentverkiezingen. Problemen die hij ‘een bedreiging van de nationale eenheid’ noemde. Erg specifiek werd hij niet, al verwees hij naar de neergang van de Turkse economie.

Gül verbond ook geen namen aan zijn kritiek, waardoor hij zich tegen zowel de regering als de oppositie leek te richten. Aldus kwam hij over als een soort niet-officiëel onpartijdig staatshoofd. Kennelijk herkent hij de leegte die in dat verband is ontstaan nu Erdogan weer tot de AKP toetreedt. Formele kwestie overigens dat laatste, want in de praktijk stelde Erdogan zich nooit onpartijdig op. Een staatshoofd dat eenheid nastreeft met de inzet om bevolkingsgroepen te verbinden kent Turkije al een tijdje niet meer. Zal er ook nooit meer komen, zolang de in april door de bevolking goedgekeurde grondwet niet terug wordt gedraaid.

Kemal Kilicdaroglu

Tijdens een toespraak reageerde Erdogan op Güls kritiek. Ook hij noemde geen namen, maar het was duidelijk dat over wie hij het had toen hij sprak over ‘hen die de zaak dienden maar hun eigen weg waren gegaan’. Echt expliciet werd Erdogan echter toen hij AKP-leden verweet Baykals voorstel over Güls eventuele kandidatuur serieus te nemen.

Binnen de CHP viel het door Baykal opgelaten ballonnetje al even slecht. Terwijl zijn populariteit daar de laatste tijd juist toenam. Dat had alles te maken met de abominabele nee-campagne van partijleider Kemal Kilicdaroglu, wiens positie binnen de partij dan ook wel eens florissanter is geweest.

Alles bij elkaar opgeteld is het kommer en kwel bij de CHP. Bij verkiezingen blijkt de partij een vaste aanhang van rond de 25 procent te hebben, maar veel meer dan dat zal het niet snel worden. De CHP faalt er hoe dan ook al jaren in om een echte vuist te maken tegen de AKP. Of daar voor het verkiezingsjaar van 2019 verandering in kan worden gebracht is zeer de vraag. Het succes van de AKP is en blijft nu eenmaal voor een groot deel gebaseerd op het falen van de oppositie. Wellicht kan een frisse wind door de partij iets veranderen voor de CHP. Daar zijn de seculiere nationalisten al jaren hard aan toe, maar nu lijkt het meer dan ooit tevoren.

Wie zal over twee jaar de kandidaat zijn van de CHP bij de presidentsverkiezingen? Baykal riep Kilicdaroglu op zich nu al kandidaat te stellen. Anders moest hij maar aftreden vond Baykal. Zelf lijkt hij niet erg geschikt voor kandidatuur. In 2019 zal hij de tachtig gepasseerd zijn. Te oud om een uitvoerend president te zijn zal menigeen oordelen.

Bovendien heeft Baykal zich danig vergaloppeerd met zijn voorstel over Gül als kandidaat voor de CHP. Zeker, achteraf zullen zelfs sommige seculiere nationalisten nog wel eens met weemoed aan Güls subtiele presidentschap terugdenken, wat wellicht ook verklaart waarom Baykal hem graag in het presidentieel paleis zou zien. Daar staat tegenover dat Gül het AKP-aura voor de meeste seculiere nationalisten nooit van zich af zal kunnen schudden.

MHP

Een herhaling van de presidentverkiezingen van 2014, toen de CHP en de MHP zoals gesteld voor een gezamenlijke kandidaat kozen zit er zeker niet in. Destijds vormde de MHP nog vaak een blok tegen de AKP met de CHP. De keuze van MHP-leider Devlet Bahceli om akkoord te gaan met het referendum heeft echter veel veranderd. De MHP lijkt er een soort verlengstuk van de AKP door te zijn geworden. Daardoor kan zelfs niet uitgesloten worden dat de MHP in 2019 nalaat een eigen kandidaat deel te laten nemen, om in plaats daarvan eens te meer de AKP te steunen.

Die opstelling komt Bahceli op veel kritiek te staan binnen de eigen gelederen. Erdogan weet dat, wat de veronderstelling verklaart dat hij overweegt om een bij een herstructurering van de regering een aantal ministersposten aan de MHP toe te kennen. Daarmee zou Bahceli zich kunnen verdedigen tegen dissidenten in de partij. Met name tegen Meral Aksener, die de meest overtuigende nee-campagne voerde en daarmee indruk maakte op twijfelaars binnen de MHP-achterban.

Erdogan heeft alle reden om Bahceli te steunen, want hij vreest Aksener. Mocht ze besluiten een eigen partij op te richten en zich kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen dan zou ze zomaar zijn meest geduchte tegenstander kunnen worden. Vooralsnog ontkent Aksener plannen in die richting, maar misschien vindt ze het nog te vroeg om de geruchten te bevestigen.

Herstructurering

Er wordt in Ankara gefluisterd dat bij de verwachtte herstructurering van de regering een einde kan komen aan de positie van Mevlüt Cavusoglu als buitenlandminister. Zijn harde benadering zou als te weinig diplomatiek worden beschouwd. Dat was prima tijdens de campagne voor het referendum, maar nu wordt het een probleem. Zowel richting de VS als de EU.

De telefoongesprekken van Cavusoglu met zijn Amerikaanse collega Rex Tillerson, nadat de Turkse strijdkrachten op 25 april de gewapende vleugel (YPG) van de Koerdische Democratische Eenheidspartij (PYD) in Syrië hadden aangevallen, zouden verre van plezierig zijn geweest. Dat er in Washington onvrede zou ontstaan over die aanval viel te verwachten. De Amerikanen zien de YPG/PYD immers als bondgenoot. Bovendien werd Washington nog geen uur vooraf geïnformeerd over de aanval. Dat stak des te meer omdat zich Amerikaanse militairen in de omgeving bevonden. Zoiets in onbetamelijk voor een NAVO-partner.

Ultieme poging

Juist vanwege de netelige verhoudingen tussen Ankara en Washington valt een meer diplomatieke aanpak te prefereren, maar die valt van Cavusoglu dus niet te verwachten. Zo werden verre van ideale omstandigheden geleverd voor het bezoek van Erdogan aan Donald Trump later deze maand. Daarbij zal hij een ultieme poging doen om Trump af te doen zien van samenwerking met de YPG/PYD bij de bevrijding van de door de Islamitische Staat bezette Syrische stad Raqqa.

De kans dat Erdogan daarin zal slagen wordt sowieso niet hoog ingeschat, maar met een ruziemaker als Cavusoglu is die nog kleiner. Als hij tegen het moment waarop Erdogan en Trump elkaar voor het eerst in de ogen kijken niet vervangen is zal hij daarom waarschijnlijk op de achtergrond worden gehouden. Erdogan laat de voorbereidende onderhandelingen in de VS voor het bezoek dan ook al over aan opperbevelhebber Hulusi Akar en Hakan Fidan, de chef van de nationale inlichtingendienst MIT.

EU

Erdogan sprak voorafgaand en kort na 16 april over volksraadplegingen ten aanzien van herinvoering van de doodstraf en een einde van de onderhandelingen met de EU over toetreding. De laatste tijd heeft hij het daar niet, of in ieder geval veel minder over. Dat kan als signaal worden beschouwd van een nieuwe, zachtere benadering van de EU. Zou heel verstandig zijn, want de feiten leren nu eenmaal dat Turkije de EU nodig heeft – zoals de EU Turkije nodig heeft.

Onderhandeld wordt er al een tijd niet meer, en zelfs als dat wel weer gebeurt is de kans dat Turkije ooit volwaardig EU-lid zal worden verwaarloosbaar. Het toetredingsproces blijft Turkije echter niet te onderschatten voordelen bieden, zelfs als het een formele aangelegenheid blijft die in de praktijk niets om het lijf heeft.

Süleyman Soylu

In ieder geval past Cavusoglu evenmin bij een zachtere benadering van de EU. Er wordt dan ook al gespeculeerd over zijn opvolger. Genoemd wordt Ibrahim Kalin, de woordvoerder van Erdogan. Diens schoonzoon, de huidige energieminister Berat Albayrak, zou de positie echter ook ambiëren.

Gaat een van beide het worden dan hoeft dit nog niet te betekenen dat Cavusoglu uit de regering verdwijnt. Op zich heeft hij geen probleem met Erdogan, waardoor het goed mogelijk is dat hij naar een ander ministerie overstapt.

Ook de positie van premier Yildirim zou overigens ter discussie staan. Na de volledige invoering van het presidentieel systeem zal Turkije geen premier meer hebben, maar er wordt overwogen dat de huidige minister Süleyman Soylu hem tot die tijd op zou kunnen volgen.

AKP

Er bestaat nu uiteraard al geen enkele twijfel over dat Erdogan kandidaat voor de AKP zal zijn in 2019. Zijn heerschappij is immers niet alleen over Turkije totaal, maar ook over de AKP. Alleen gezondheidsproblemen kunnen roet in zijn eten gooien.

Problemen en zorgen zijn er daarentegen wel degelijk in de AKP. Goed, Erdogan haalde het presidentieel systeem binnen, maar de wijze waarop verdiende niet de schoonheidsprijs. Daar is al veel over geschreven, ook op Turksnieuws, dus houden we het bij de constatering dat wanneer het algemene of presidentverkiezingen waren geweest er verlies voor de regeringspartij te noteren was geweest.

Pelican Brief

Verder groeit binnen de partij het conflict tussen de islamisten en Erdoganisten. De laatstgenoemden worden nu vooral Pelikanisten genoemd, een verwijzing naar de Pelican Brief, een film waarvan de titel werd gebruikt voor een website waarop voormalig premier Ahmet Davutoglu werd zwartgemaakt. Pelican Brief bracht zo de ouverture van Davutoglus aftreden ten gehore.

De tegenstelling tussen islamisten en Erdoganisten manifesteerde zich al ruim voor het referendum, en verklaart wellicht voor een deel de geslonken aanhang van Erdogan en de AKP. Sindsdien is er echter zeker geen einde aan gekomen.

Cem Kücük

Er is de laatste weken veel te doen geweest over de regeringsgezinde columnist Cem Kücük. Hij vond dat Erdogan goed bezig is door de islamisten op hun plaats te zetten. Daarbij verwees hij naar de zuivering van Gülen-volgelingen, maar andere islamisten waren evenmin verheugd over zijn uitspraken. Erdogan sprak tijdens zijn staatsbezoek aan India sussende woorden in een poging het groeiende conflict te beteugelen.

Het valt te bezien of de onenigheid tussen islamisten en Pelikanisten tegen de tijd van de volgende presidentverkiezingen nog aan de orde is, of dat Erdogan er dan in geslaagd is om alle neuzen weer in dezelfde richting te krijgen. Hij heeft nog even de tijd…

PS
Het zal de vaste lezers van Turksnieuws wellicht zijn opgevallen dat er de laatste week minder van me is verschenen dan zij gewend zijn. Dat komt omdat ik momenteel erg in beslag genomen wordt door het schrijven van een artikelenserie voor de Belgische website MO waarvan ook het tweede deel ondertussen is verschenen.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

3 REACTIES

  1. Geachte Heer Edel. Hierbij wil ik dhr Aras mijn excuses aanbieden voor hetgeen waar ik u allemaal van heb uitgemaakt. Ik geloofde alles wat de turkse president toendertijd zei en had dan ook geen oor naar andere meningen.
    Ik had een drugsverslaving en ik werkte niet, het ging van kwaad tot erger persoonlijk dat wil natuurlijk niet zeggen dat het geoorloofd is om iemand zijn huid dan vol te schelden. De uitspraken van Erdogan o.a. dat nederlanders de uitwerpselen van nazi’s zijn heeft mij doen denken. Overgrootouders van Nederlandse kennissen van mij hebben gestreden voor de vrijheid van Nederland tegen de nazi’s en dankzij hun leef ik vandaag de dag in vrijheid. Ik hoop dan ook dat u mijn excuses aanvaardt. Mvg Aras.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here