Twee heel verschillende Turkse gezichten richting Europa (COLUMN)

2
18

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – De Turkse vicepremier Mehmet Simsek liet zich interviewen door de Duitse kranten Bild en Handelsblatt en drukte daarbij de hoop uit dat de geschillen tussen Europa en Turkije snel bijgelegd zullen worden. In het bijzonder met Duitsland, want daar heeft Turkije volgens Simsek economische hulp van nodig. In een gesprek met de ministers van Financiën van de G-20 landen zei Simsek ook al: ‘we hebben Duitsland nodig.’

De Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble zei dat eerder met Turkije werd gepraat over economische hulp, maar daar kwam volgens hem een einde aan na de arrestatie van Turks-Duitse journalist Deniz Yücel.

Vervolgens werd Duitsland ook nog eens van ‘nazi-praktijken’ ern ‘steun aan terroristen’ beschuldigd door Ankara. Je moet het maar durven om te midden van dat alles vrolijk bij Berlijn aan te kloppen voor economische hulp, zoals Simsek deed.

Laten we het Simsek echter niet euvel duiden. De man behoort tot de – erg kleine – vleugel van de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) waar nog realistisch en rationeel wordt gedacht. Heel goed mogelijk dat Simsek hoofdschuddend reageerde op de vijandelijkheden van president Erdogan en zijn schare jaknikkers richting Europa.

Yigit Bulut

De AKP trekt echter twee gezichten naar Europa. Tegenover Simsek staat bijvoorbeeld ene Yigit Bulut. Eerder dit jaar merkte deze adviseur van Erdogan nog fijntjes op dat Turkije over raketten beschikt waarmee Europa bestookt kan worden.

Meer recent schreef Bulut in een column het volgende:

‘De EU heeft het einde van de weg bereikt. De EU is voorbij, terwijl wij nog maar net zijn begonnen.’

Voor Bulut kwam het geenszins als verrassing dat Groot Brittannië ‘het zinkende schip van de EU’ verliet. De kritische opstelling van de Europeanen ten aanzien van de AKP-regering noemt hij een duidelijk signaal van Turkofobie en islamofobie. Daarom dient Turkije het EU-toetredingsproces volgens hem zo snel mogelijk achter zich te laten.

Verder zei Bulut nog:

‘De EU-landen die Turkije, de Turkse natie, onze geografische locatie en de islamitische gemeenschap bedreigen, dienen zich te realiseren dat wanneer president Erdogan iets overkomt, zij iedere seconde zullen prijzen waarop ze nog adem kunnen halen.’

Erg stoer van de ‘moedige wolk’.

Raad van Europa

Ondertussen hebben we in de kranten gelezen dat de parlementaire assemblee van de Raad van Europa (RvE) de mensenrechtensituatie in Turkije scherper in de gaten gaat houden. Aanleiding daartoe bestaat uit de scherpe toename van mensenrechtenschendingen sinds de mislukte staatsgreep van vorig jaar, maar vooral ook door de twijfels over het democratische gehalte van het op 16 april gehouden referendum.

Turkije stond tussen 1996 en 2004 ook al op de lijst van landen met een mensenrechtensituatie die de RvE zorgen baart. Het land werd echter van die lijst gehaald nadat Erdogan de wereld wijs had gemaakt dat hij een strijder voor mensenrechten was.

Niet eerder werd een land op deze lijst geplaatst dat er eerder van verwijderd was. Turkije bevindt zich daar in gezelschap van Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië-Herzegovina, Georgië, Moldavië, Oekraïne, Rusland en Servië.

Kati Piri, de rapporteur voor Europees Parlement over Turkije, zag het besluit van de RvE als een eerste stap op weg naar iets waar zij al vaker voor pleitte: bevriezing van de besprekingen over EU-lidmaatschap.

De Turkse buitenlandminister Cavusoglu sprak van een ‘onrechtvaardige beslissing’ en hing de vermoorde onschuld toen hij zei dat zijn regering Europese waarden respecteert. Alsof Erdogans pleidooi voor herinvoering van de doodstraf daarmee valt te rijmen.

ECHR

Hoe graag zou Erdogan niet zien dat de RvE Turkije volledig van de ledenlijst mietert. Turkije zou die stap zelf kunnen nemen, Cavusoglu zinspeelde daar ook op, maar daarmee zou Ankara een mogelijkheid verspelen om in de geliefde slachtofferrol te kunnen kruipen.

Een einde van Turks RvE-lidmaatschap zou ook het einde betekenen van de mogelijkheid voor Turken om bij het Europees Hof voor de Mensenrechten (ECHR) hun recht te halen als ze dat van rechters in Turkije niet krijgen. Dat wil nogal eens gebeuren, waardoor Turkije tot de landen behoort waar het ECHR de meeste klachten uit ontvangt. Naar aanleiding van de na de couppoging van vorig jaar afgekondigde noodtoestand zullen dat er nog veel meer worden.

Duurt even, want het ECHR neemt pas een klacht in behandeling wanneer alle lokale beroepsprocedures zijn afgerond, maar daardoor is het nu stilte voor de storm in Straatsburg.

Ondernemers

Zo zijn er de met imam Fethullah Gülen sympathiserende ondernemers die na de couppoging – of eerder al – moesten toezien hoe hun bedrijf door de Turkse overheid werd geconfisqueerd. Zeer waarschijnlijk dat zij hun grieven bij het EHCR gaan neerleggen. Daar zal men dan een andere benadering hanteren dan in Turkije, waar de geringste sympathie met de Gülen-beweging neerkomt op verantwoordelijkheid voor de couppoging en de gevolgen daarvan. In plaats daarvan zal het ECHR bewijzen willen zien voor een directe rol bij de poging tot staatsgreep. Wanneer een ondernemer de krant Zaman las, een bankrekening had bij Bank Asya, of aangesloten was bij de aan de Gülen-beweging verbonden ondernemersorganisatie Tuskon, zal het ECHR dat niet als voldoende bewijs beschouwen voor betrokkenheid bij de couppoging.

Ontbreken echte bewijzen, dan kan het ECHR besluiten dat Gülen-sympathisanten hun bedrijf terug dienen te krijgen. Voor Erdogan zou dat een stevige streep door de rekening betekenen, want de geconfisqueerde ondernemingen gaan volgens zijn plannen verkocht worden, waarna de opbrengst naar de schatkist gaat. Dat kan de schatkist goed gebruiken, want die is het laatste jaar stevig leeggelopen, door overheidsbestedingen waarmee de indruk gewekt moest worden dat het allemaal wel meevalt met de neergang van de Turkse economie.

Raadsels

Verder bestaat de kans dat bij het behandelen van klachten door het ECHR veel aandacht uitgaat naar de nog immer in raadsels gehulde aspecten van de couppoging. Zoals de verdachte gedragingen op 15 juli jl. van opperbevelhebber Hulusi Akar en inlichtingenchef Hakan Fidan.

Misschien wil het ECHR zelfs meer weten over een recente uitspraak van de volksvertegenwoordiger namens de Republikeinse Volkspartij (CHP) Eren Erdem. Hij sprak over videomateriaal waarmee bewezen wordt dat defensieminister Fikri Isik op de dag voor de couppoging een onderhoud had met de vermeende couppleger Adil Öksüz. Klinkt verdacht, ook al omdat het sowieso erg raar liep met die Öksüz. Na de couppoging werd hij gearresteerd, maar kort daarna om onduidelijke redenen vrijgelaten. Niemand weet waar hij sindsdien uithangt.

Einde EU-toetredingsproces

Kortom, alle reden voor Erdogan om procedures bij het ECHR te voorkomen. Het einde van het Turkse RvE-lidmaatschap zou daar zorg voor dragen. Het Turkse EU-toetredingsproces is dan echter ook definitief voorbij, en daarmee ook de economische voordelen die daar voor Turkije aan verbonden zijn.

Doet er niet toe zal Erdogans adviseur Yigit Bulut zeggen. Turkije is volgens hem nu zo machtig en economisch sterk dat het Europa absoluut niet meer nodig heeft. Dat vicepremier Simsek bij Duitsland om economische hulp bedelt horen we uiteraard niet van Bulut.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

2 REACTIES

  1. Toch wel gek dat ?im?ek in Duitsland om steun zou bedelen, zonder dat gezegd wordt om wat voor steun dan.
    Nog gekker dat je zegt dat Turkije de afgrond in zou gaan als het geen lid meer is van de RvE. China is ook geen lid, maar doet veel zaken met EU.
    Het valt ook op dat de lira overal sterk op reageert, de koers loopt alleen maar op. Dat is gek voor een land met een lege schatkist.
    Als je het mij vraagt is ?im?ek in Duitsland alleen maar aan een lijmpoging bezig.

  2. De EU is een tandeloze tijger. Op geen enkele ontsporing reageert de EU adequaat. Zo is het onbestaanbaar dat landen als Griekenland op valse gronden lid konden worden. Zo is het onbestaanbaar dat de EU een EU-land als Griekenland vervolgens economisch kan wurgen. Zo is het onbestaanbaar dat de EU zijn begrotingsregels niet afdwingt bij de ‘grote landen’, die straffeloos hun macro-economie misbruiken tot schade van andere EU-landen. En zo is het onbestaanbaar dat de EU nog onderhandelt over toetreding van semi-schurkenstaat Turkije.

    Het is allemaal onbestaanbaar, maar toch bestaat het, en wordt het nog goedgekletst ook.

    Geen wonder dat veel mensen de politieke organisatie EU de rug toekeren. Die gedrocht dient in de politieke praktijk andere belangen dan die van de gewone Europeanen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here