Referendumgekte (COLUMN)

1
9

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – In de jaren zeventig kende de Nederlandse radio een populair spelletje, waarbij de kandidaat geen ja of nee mocht zeggen. Turkije kende hetzelfde spelletje, maar minder dan twee maanden voor het referendum waarbij beslist gaat worden over de invoering van een presidentieel systeem, heeft het een nieuwe invulling gekregen. Tegenstanders van een supermachtig presidentschap voor president Erdogan tonen zich allergisch voor het jawoord, terwijl voorstanders alles wat als ‘nee’ klinkt taboe hebben verklaard.

Baby Evet

Er worden hilarische toestanden gemeld. Een baby werd uit respect voor Erdogan al ‘evet’ (ja) genoemd. Kwam niet eens als een volslagen verrassing. Een paar jaar geleden waren er al ouders die hun drieling de namen Recep, Tayyip en Erdogan gaven.

Het zit er niet echt in dat een tegenstanders van Erdogan zo gek zullen zijn om een kind ‘hayir’ (nee) te noemen. Dit soort overdreven gedoe zie je doorgaans alleen bij de achterban van de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP).

Het AKP- gemeentebestuur van de stad Konya stelde zich niet minder aan door een antirookcampagne stop te zetten omdat op posters het woord ‘hayir’ voorkwam.

Hayirli

Er stak een gerucht de kop op dat premier Yildirim opdracht gaf aan staatspersoneel om het woord ‘hayrili’ te vermijden. Hayirli heeft niets met ‘nee’ te maken, want het betekent zoiets als ‘gezegend’, maar het lijkt wel erg op ‘hayir’. Het verhaal ging viral op de sociale media en de regering haastte zich om het te ontzenuwen.

Yilidirim bedreigde verspreiders van het gerucht met vervolging, maar er werd niemand voor aangehouden. Opvallend, want wie iets op Facebook of Twitter schrijft wat de regering niet zint loopt daar grote kans op in de ‘geavanceerde’ Turkse democratie. Maar in dit geval dus niet, wat de veronderstelling in de hand werkte dat de trollenbrigade van de AKP het gerucht verspreidde, om te benadrukken dat ‘nee’ zeggen verboden is.

Economie

De AKP is onzeker over het referendum, wat niet in de laatste plaats komt door de problemen met de Turkse economie. De groei van de economie zal zich naar verwachting niet op korte termijn herstellen en de werkloosheid heeft met 12,1 procent het hoogste punt in zeven jaar bereikt.

Dat zijn geen ideale omstandigheden voor een referendum. In dat licht dienen de initiatieven gezien te worden die de AKP recentelijk heeft ontplooit. Zoals het bieden belastingvoordelen aan de consument bij het kopen van woningen en huishoudgoederen, alsmede de oproep van Erdogan om personeel in dienst te nemen, waarbij de regering een deel van de belasting en sociale premies voor haar rekening neemt.

Het belastingvoordeel voor de consument duurt tot maart of april, terwijl de subsidie van de regering om nieuw personeel in dienst te nemen tegen het einde van het jaar zal verdwijnen. Het is dan ook duidelijk dat de AKP tracht om de economie met het oog op het referendum op te pompen, waardoor de zaken er beter voor lijken te staan dan de werkelijkheid aangeeft.

Het kan niet anders dan dat deze truc later een weerslag zal krijgen, waardoor de werkloosheid weer stijgt en de prijzen eens te meer omhoogschieten. Maar tegen die tijd heeft Erdogan zijn presidentieel systeem binnen, als hij tenminste in zijn opzet slaagt. Wie dan leeft, wie dan zorgt, lijkt hij te denken. Het is al vaker gezegd: het belang van de Turken is ondergeschikt aan Erdogans machtsverslaving.

Er doet overigens een interessant gerucht de ronde in Ankara, want er wordt over gespeculeerd dat de AKP het referendum af wil blazen, wanneer de peilingen begin maart aangeven dat het ‘nee’ wordt. De neergang van de economie zou dan als argument worden gebruikt om Erdogan een elegenate uitweg te bieden.

‘Terroristen’

Door te stellen dat terroristische organisaties tegen een presidentieel systeem zijn worden twijfelende stemmers emotioneel gechanteerd en nee-stemmers gecriminaliseerd door de AKP. Daarmee geeft de regeringspartij niet alleen blijk van onfatsoen, want ook hiermee verraadt ze onzekerheid over het referendum.

Klopt het wel helemaal dat ‘terroristen’ tegen een presidentieel systeem zijn? We lopen het rijtje van de organisaties waar de AKP op doelt even langs.

Om te beginnen is er imam Fethullah Gülen. Sinds aanklagers in dienst van Gülen eind 2013 corruptie in en rond de AKP aanhangig kwam de beweging rond hem als terroristisch te boek te staan in Turkije. Dus voordat Gülens volgelingen bij de gewelddadige couppoging van 15 juli jl. betrokken waren. Vreemde volgorde, maar het lijdt in ieder geval geen twijfel dat Gülen en zijn fethullahci glashard tegen een supermachtig presidentschap voor Erdogan zijn.

Klassieke strategie

Met de radicaal linkse DHKP/C en de Koerdische PKK ligt het ingewikkelder. Ze zijn tegen Erdogan, dat is zo klaar als een klontje. Maar hoe tegenstrijdig het ook klinkt, daarmee hoeven ze nog niet tegen een presidentieel systeem te zijn. De extra repressie die ongetwijfeld voort zal vloeien uit Erdogans alleenheerschappij kan zelfs heel goed in hun plannen passen.

Het is van belang om hier in het kort de klassieke strategie achter gewapend activisme binnen een radicaal links kader in herinnering te roepen. Tot op zekere hoogte gaat die gelijk op met het schema van extreemrechts. Beide strategieën kennen het uitgangspunt dat politiek geweld het publiek rijp moet maken voor krachtig autoritair bestuur en repressieve maatregelen. Is dat er eenmaal, dan is het einddoel bereikt voor extreemrechts, maar voor het radicaal linkse gewapende activisme is dit slechts een fase op weg naar de revolutie.

Hier leeft de verwachting dat de bevolking zich pas mobiliseert en in opstand komt als de staat met veel repressie zijn ‘werkelijke gezicht’ toont. Met andere woorden, autoritair bestuur en repressie zijn hier essentieel om de revolutie op gang te brengen.

IS

De Islamitische Staat (IS) gaat uit van een vergelijkbaar traject. Daar leeft de verwachting dat moslims massaal radicaliseren en in opstand komen wanneer het heersende establishment met discriminerende maatregelen op aanslagen reageert.

IS maakt weinig verschil tussen het westen en regimes in moslimlanden. Dat conservatieve moslims in Turkije de laatste tijd meer ontevreden worden over Erdogan en twijfelen over een presidentieel systeem, zal IS toejuichen. Tegelijkertijd is dat voor IS echter geen reden om tegen de invoering van de door Erdogan begeerde bestuursvorm te zijn. Integendeel, want naarmate zijn repressieve maatregelen ook conservatieve moslims treffen neemt de kans immers toe dat moslims in Turkije radicaliseren en zich verder tegen hem keren.

Infiltranten/provocateurs

Het behoeft geen betoog dat dit soort strategieën achterhaald zijn. De gematigde meerderheid onder de massa laat zich nu eenmaal niet zo eenvoudig voor het extremistische karretje spannen. Radicaal links in West-Europa heeft deze strategie dan ook al tijden geleden achter zich gelaten. Turkije is echter nog niet zo ver en er is dan ook alle reden om aan te nemen dat de DHKP/C en de PKK eraan vasthouden. Welk doel zouden hun aanslagen anders dienen? Op zich zal de staat daarmee immers nooit omvergeworpen kunnen worden.

Een interessant terzijde hierbij is dat het van radicaal linkse groepen die zich vroeger van geweld bedienden, zoals de RAF in Duitsland en de Rode Brigades in Italië, bekend is dat ze in verregaande mate werden geïnfiltreerd en geprovoceerd door extreemrechtse staatselementen.

Dat laatste geeft te denken over de DHKP/C en de PKK, waarover het naïef zou zijn om te denken dat er geen infiltranten en provocateurs van de staat binnen actief zijn. Kijk eens wat er gebeurde na de juniverkiezingen in 2015. Nadien maakte de PKK een einde aan de wapenstilstand en begon weer met het plegen van aanslagen. Het gevolg was dat het publiek riep om harde maatregelen, waardoor de AKP bij de novemberverkiezingen ruim voor haar in juni geleden verlies kon compenseren.

Noodtoestand

Omdat de DHKP/C en de PKK de klassieke strategie van de gewapende strijd binnen een radicaal linkse context niet hebben losgelaten, spreekt het voor zich dat beide organisaties niet tegen een volgende fase in de richting van autoritair en repressief bestuur zijn.

Anders gesteld, voor de DHKP/C en de PKK moet de na de couppoging afgekondigde noodtoestand van harte welkom zijn geheten. Om dezelfde reden zal hier geen bezwaar leven tegen een presidentieel systeem, waarvan verwacht wordt dat het in veel opzichten de noodtoestand zal verlengen. In de belevingswereld van de DHKP/C en PKK zal dit de revolutie immers naderbij brengen.

HDP

Medestanders van de AKP zullen hier ongetwijfeld zeggen dat de pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP) fel tegenstand biedt tegen de komst van een presidentieel systeem en dat dit om die reden ook voor de PKK moet gelden.

Maar waarom zou de HDP sowieso naar een politieke oplossing voor het Koerdische probleem streven als de partij in werkelijkheid aansluit bij de hierboven beschreven strategie van de PKK? Politiek wordt dan een verspilling van mankracht en tijd. Het zou in dat geval veel efficiënter zijn om al die HDP-politici in te zetten bij acties van de PKK.

Mardin

Tenslotte: de in 2007 overleden Nederlandse advocaat Herman Pieter Bakker Schut noemde staten ooit de grootste terroristen. Daar dacht ik aan bij het lezen van onbevestigde berichten over dertig inwoners van de provincie Mardin die vorige week door leden van Turkse veiligheidsdiensten werden gemarteld op een dorpsplein. Zullen de ‘staatsterroristen’ die verantwoordelijk zijn voor dergelijke misdaden ook ‘nee’ stemmen op 16 april?

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

1 REACTIE

  1. 30 bewoners van een dorp zijn gemarteld heb je dat uitgezocht of neem je vertellingen klakkeloos over ik weet niet Peter maar je slaat nu echt door in je haat of uit onmacht dat weet ik niet

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here