Het Syrië-beleid van de Turkse regering wordt onhoudbaar (COLUMN)

0
24

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – Het beleid ten aanzien van Syrië van de in Turkije regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) wordt gekenmerkt door transformaties. Voordat de Syrische burgeroorlog in 2011 ontstond waren de banden tussen de AKP en Damascus zonder meer goed. Mensenrechtenschendingen waar het regime van president al-Assad zich destijds ook al aan schuldig maakte werden toen onder de mantel der liefde bedekt.

Dat veranderde met het ontstaan van de opstand in Syrië. Het beleid van Turkije ten aanzien van dat land werd toen sterk bepaald door toenmalig buitenlandminister Ahmet Davutoglu. De in zijn boek Strategische Diepte geïntroduceerde ideologie werd ‘neo-Ottomanisme’ genoemd – al gebruikte hij die term zelf nooit.

Moslim Broederschap

Onder aanvoering van Davutoglu en toenmalig premier Erdogan streefde Ankara naar de vestiging van pro-Turkse, soennitisch getinte regeringen in de regio. Dat de AKP streefde naar een Syrië onder de Moslim Broederschap kwam geenszins als een verrassing. De AKP komt immers voort uit de Refah-partij van Necmettin Erbakan, die alom werd beschouwd als de vertegenwoordiger van de Moslim Broederschap in Turkije. De AKP was dan ook verheugd over het aantreden van de aan deze islamistische beweging verbonden Muhamed Morsi in Egypte.

Na het uitbreken van de Arabische lente verdween het een na het andere regime van het toneel in het Midden-Oosten en veelal werd aangenomen dat dat van al-Assad eveneens snel tot het verleden zou komen te behoren. De AKP rook hier een kans voor de Moslim Broederschap. Al-Assad bleek echter veerkrachtiger dan aanvankelijk werd aangenomen. Om hem te verdrijven besloot de AKP tot steun aan jihadistische groeperingen, waarbij bepaald niet nauw werd gekeken. Zo kon het uit al-Qaeda voortgekomen Jabhat al-Nusra ook op Turkse steun rekenen.

Islamitische Staat

De opkomst van de Islamitische Staat (IS) veranderde veel, ook in de westerse perceptie omtrent al-Assad. Hem verdrijven had daarin aanvankelijk de hoogste prioriteit, maar naarmate IS meer gruweldaden pleegde veranderde dat. Geleidelijk aan kwam de bestrijding van IS voorop te staan en groeide een consensus waarin het aanblijven van al-Assad voor lief werd genomen.

De VS besloten de milities van de Koerdische Democratische Eenheidspartij (PYD) te steunen in hun strijd tegen IS, terwijl de Syrische Koerden ook in de EU op sympathie konden rekenen. Bij de AKP kon dit tot geen enkel begrip leiden, omdat met de gebieden die de PYD op IS veroverde de contouren zichtbaar werden van een autonoom Koerdisch gebied in Noord-Syrië, wat de AKP tegen iedere prijs wenste te voorkomen.

PKK

Dit standpunt had alles te maken met de banden tussen de PYD en de Koerdische PKK in Turkije. Tot begin 2015 onderhandelde de de nationale inlichtingendienst MIT nog namens de AKP over vrede met de PKK. Menigeen hoopte dat die tot een historische doorbraak zouden leiden. Toen de pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP) weigerde de ondertussen president geworden Erdogan te steunen bij de invoering van het door hem begeerde presidentieel systeem, zette hij echter een streep door het vredesproces.

Voor de AKP veranderden de PKK en de HDP zo van gesprekspartners tot primaire vijand, wat ook gevolgen had voor het beeld dat de regeringspartij van de PYD schetste. Ankara suggereerde dat niet IS, maar de PYD de grootste dreiging in Syrië vormde, al slaagde men er daarbij niet in om het westen te overtuigen.

Crisis met Rusland

Een volgende verschuiving trad op toen Rusland besloot om al-Assad militair te steunen. Hoewel Ankara in de daaraan voorafgaande jaren veel in het werk had gezet om de betrekkingen met Moskou te verbeteren verslechterden die vervolgens. In november 2015 ontstond een crisis tussen Turkije en Rusland toen de Turkse luchtmacht een Russisch gevechtsvliegtuig neerschoot.

De aanhoudende militaire rol van Rusland in Syrië stelde Erdogan voor het onvoldongen feit dat al-Assad voorlopig zou blijven en dat de vestiging van een pro-Turks regime er niet meer inzat. Daarop wisselde Ankara van strategie, waardoor voortaan niet meer het einde van al-Assad vooropstond, maar het voorkomen van een autonoom Koerdisch gebied in Syrië.

Operatie Eufraat Schild

In dat kader spande de AKP zich in om het hoogopgelopen conflict met Rusland beëindigen. Erdogan bood daartoe zijn excuses aan bij zijn Russische collega Poetin. Hij wilde Poetin doen geloven dat zijn aartsvijand, imam Fethullah Gülen, verantwoordelijk was voor het neerhalen van het Russische vliegtuig. Het was Poetin echter niet ontgaan dat Erdogan daar destijds zelf zijn goedkeuring over uitsprak. Daardoor bleef veel wantrouwen over Erdogan bestaan in Moskou, wat onder andere verklaart waarom er geen volledig einde kwam aan de na het vliegtuigincident getroffen Russische sancties tegen Turkije.

Desalniettemin kreeg Turkije in augustus vorig jaar het groene licht van Rusland voor een militaire operatie in Noord-Syrië, waarvan de officiële doelstelling de bestrijding van IS was. Het was een late roeping van de AKP om tegen IS ten strijde te trekken, na de dreiging daarvan lang gebagatelliseerd te hebben. Het zit dan ook anders, want ‘Operatie Eufraat Schild’ is er in de eerste plaats op gericht milities van de PYD ervan te weerhouden op IS veroverde gebieden te bezetten.

Trump

De PYD bleef onverminderd steun van de VS ontvangen, waardoor de banden tussen Ankara en Washington drastisch verslechterden. Erdogan vestigde zijn hoop op Donald Trump, die juli vorig jaar, toen hij nog kandidaat was voor het Amerikaanse presidentschap, een steunbetuiging naar de AKP stuurde na de mislukte staatsgreep die maand.

Erdogan herkent veel van zichzelf in Trump. Dat de geblondeerde zakenman zich niet kan bekommeren om mensenrechtenschendingen, is zoiets. Aan dergelijke raakvlakken verbond Erdogan de hoop dat Trump een einde zou maken aan de Amerikaanse steun voor de PYD.

Poetin

We weten ondertussen dat Erdogan bedrogen uitkwam bij Trump, want nadat laatstgenoemde president was geworden maakte hij al snel duidelijk door te zullen gaan met het steunen van de PYD. Trump staat ook niet afwijzend tegenover een autonoom Koerdisch gebied in Noord-Syrië. Tot overmaat van ramp voor Erdogan lijkt hij daarbij tot een overeenstemming te zijn gekomen met Poetin.

De AKP slaagde er in om de PYD weg te houden bij de besprekingen in Astana over de toekomst van Syrië. Kort daarop werd PYD echter welkom geheten in Moskou, waar de Koerdische partij ook een vestiging heeft. Dat laatste zal Erdogan weinig zinnen, maar hij is er zwijgzaam over. Dat valt op, aangezien hij hoog van de toren blaast wanneer sympathisanten van de PKK een tent in Brussel opzetten om de Koerdische zaak onder de aandacht te brengen.

Dit benadrukt Erdogans onderdanige positie ten opzichte van Poetin. Om dezelfde reden kan hij niets ondernemen tegen de steun die al-Assad bij Rusland vindt voor een seculiere grondwet in Syrië. Erdogan weet dat zijn laatste hoop op iets islamistisch in Syrië daarmee komt te vervliegen, maar moet het met lede ogen aanzien.

Volgende U-bocht

Zoals de Turkse columnist Semih Idiz stelt is Erdogan aldus klem komen te zitten tussen twee wereldmachten, wat het met de dag waarschijnlijker maakt dat hij een volgende U-bocht ten aanzien van Syrië zal nemen. De eerste tekenen zijn er al. Aanvankelijk zei Erdogan dat de Turkse strijdkrachten, die nu bij de Syrische plaats al-Bab in een strijd met IS verwikkeld zijn, verder zuidwaarts zouden oprukken. Recentelijk verklaarde hij echter dat het bij al-Bab zal blijven. Daar hebben de Turkse strijdkrachten het overigens niet eenvoudig met IS. Volgens sommige waarnemers komt dat door een na de couppoging ontstane crisis in de strijdkrachten.

Alles bij elkaar opgeteld begint de positie van Turkije danig verzwakt te raken binnen het theater van de internationale politiek. Voor Erdogan is Turkije een wereldmacht waar rekening mee moeten worden gehouden, maar als Washington en Moskou op hun strepen gaan staan blijkt hoe ver dat gaat. Dat Turkije zwakker is dan het toe wil geven valt ook op bij een deel van de Syrische oppositie, want daar vond men het Turkse optreden in Astana weinig overtuigend.

Uiteindelijk kan het er op neerkomen dat Turkije onder Amerikaanse en Russische druk geen andere keuze wordt gelaten dan een autonoom Koerdische gebied in Noord-Syrië te accepteren. Of Erdogan moet een verstrekkende confrontatie aangaan met de VS en Rusland, wat uiteraard ondenkbaar is.

Griekenland

Het vooruitzicht van een vernedering rond Syrië kan Erdogan zeker niet gebruiken wanneer de Turken in april naar het stemlokaal gaan voor een referendum over een nieuwe grondwet, waarvan de invoering van een presidentieel systeem het hoofdbestanddeel vormt. De omstandigheden voor het referendum zijn sowieso niet ideaal, gezien de zorgwekkende neergang van de Turkse economie. Erdogan zit daarom sterk verlegen om een bliksemafleider. Die kan hij vinden in de relatie met de EU, die ook al niet best is.

Erdogan weet heel goed dat Griekenland de zwakste schakel is van de EU. Een argument voor een ruzie met dat land kreeg hij opgediend toen een Griekse rechter zich onlangs uitsprak tegen de uitlevering van acht Turkse militairen die na de couppoging naar Griekenland uitweken. Het was dan ook geen toeval dat een conflict van 21 jaar geleden met Griekenland over twee onbewoonde Griekse eilanden in de Egeïsche Zee kort daarop uit de mottenballen werd gehaald. Een bezoek door de Turkse opperbevelhebber aan de twee rotsen droeg daar zorg voor.

Op het eerste gezicht dreigt Turkije met een nieuwe militaire confrontatie over de eilanden, maar daar zal het niet van komen. Athene klaagde de afgelopen week weliswaar over een groot aantal schendingen van het Griekse luchtruim door vliegtuigen van de Turkse luchtmacht, maar meer dan show is dat waarschijnlijk niet. De Turkse strijdkrachten zullen zich ook niet op verheugen op veel meer dan dat.

Wat zich nu afspeelt dient begrepen te worden in de context van het al vaker door Erdogan uitgesproken dreigement om de EU te overspoelen met Syrische vluchtelingen. Om te beginnen met Griekenland. Door dat dreigement extra kracht bij te zetten plaatst hij de vernedering door Trump en Poetin aangaande Syrië en de problemen met de Turkse economie in de schaduw. Althans, dat zal hij hopen.

Ironisch trouwens. Terwijl Erdogan zich opstelt als de leider van een heilstaat waar iedereen graag wil verblijven, toont hij zich er tegelijkertijd van overtuigd dat de Syrische vluchtelingen staan te popelen om Turkije voor de EU te verruilen…

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here