Turkije in de Russisch-Amerikaanse arena (COLUMN)

9
7

oltmans-images

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – Het was midden jaren negentig en Turkije was nog ver weg voor me. Er was een einde gekomen aan het communisme in het Oostblok en de Sovjet Unie was uiteengevallen.

In die jaren sprak ik zo nu en dan met de journalist Willem Oltmans. Later zou hij miljoenen incasseren naar aanleiding van een proces tegen de Nederlandse staat, waardoor hij een schitterend appartement aan de Amsterdamse Singel kon betrekken, maar toen ik hem leerde kennen woonde hij nog in een krappe woning aan de Westerkade.

Natuurlijke orde

Daar bezocht ik Willem, om de situatie in de wereld te bespreken die door het wegvallen van de Sovjet Unie was ontstaan. Ik zag geen belemmering voor een sterke verbetering van de betrekkingen tussen de VS en Rusland nu het communisme als hindernis was weggevallen. Willem bestreed dat dit lang stand zou houden. De wereld, en vooral Amerika en Rusland zelf, kon niet zonder de polariteit tussen beide, zei hij. Uiteindelijk zou de ‘natuurlijke orde’ zich weer herstellen.

Willem overleed in 2004, de wereld veranderde en ik vergat grotendeels wat hij destijds zei. Naarmate de woorden ‘Koude Oorlog’ de laatste jaren weer vaker genoemd werden rond de met steeds meer spanning omgeven tegenstelling tussen de VS en Rusland sprong wat hij gezegd had echter terug in mijn herinnering. Willem was een vreemde man, maar hij had gelijk gekregen, de ‘natuurlijke orde’ had zich hersteld.

Keuze

Amerika en Rusland. Voor communisten was de keuze ooit eenvoudig; voor anticommunisten eveneens. Nu ligt het lastiger, omdat er sinds het communisme uit het Oostblok is verdwenen meer overeenkomsten dan verschillen tussen beide supermachten zijn.

Neem de mensenrechten. Wat betreft Rusland ligt het simpel. Daar is wat dat betreft de erfenis van de Sovjet Unie overgenomen. In de VS lijkt het beter geregeld, maar alleen op papier. Dat wil zeggen, op het papier van de grondwet. Als ik zie hoe er weer eens een politieagent wordt vrijgesproken na een ongewapende Afro-Amerikaan te hebben doodgeschoten, weet ik dat de mensenrechten in de U.S. Constitution veel meer theorie dan praktijk zijn.

Democratie

Democratie dan. Daar hebben Russen zo weinig van begrepen dat ze menen naar de stembus te gaan voor de verkiezing van de sterkste man (geldt overigens zeker niet alleen voor Rusland…). Letterlijk zelfs, want Putins spierballen zijn niet zonder reden zo populair in de Russische media.

Het tweepartijenstelsel in de VS verdient in democratische opzicht evenmin de schoonheidsprijs. De kiezer is doorgaans beperkt in een keuze tussen twee kwaden. Steekt er eens een kandidaat de kop boven het maaiveld met een meer overtuigend verhaal, dan zorgt het systeem er efficiënt voor dat hij niet aan de beurt komt.

De verkiezingen dit jaar sloegen wat dat betreft alles, waardoor het grotendeels op proteststemmen neerkwam, en een clown als Donald Trump in het Witte huis komt te zitten. Echt, geweldig hoor die Amerikaanse democratie. Het ergste van alles is dat dit soort toestanden nog besmettelijk zijn ook, want in Europa dreigt iets soortgelijks.

Neoliberalisme

Een andere overeenkomst is dat het neoliberalisme welig tiert in zowel de VS als Rusland. Al gaan de Russen daar nog verder mee dan de Amerikanen, want in de VS bestaat tenminste nog een middenklasse, waar die in Rusland nauwelijks te vinden is. Een kleine, puisant rijke bovenlaag naast een straatarme massa, daar komt het op neer. Dat het minimumloon in Rusland net iets meer dan honderd dollar bedraagt zegt genoeg.

Het enige verschil tussen de VS en Rusland is dat je vanuit weinig verschillende invalshoeken tegen het laatstgenoemde land kan zijn, maar vanuit talloze tegen het eerstgenoemde. Om maar een dwarsstraat te noemen, je kunt vanuit een links perspectief tegen de VS zijn, maar neonazistisch gespuis is ook antiamerikaans. Het verschil tussen de uitersten kan groot zijn, maar tegelijkertijd ook erg klein.

Zelf maak ik geen keuze tussen de VS en Rusland. Zoals ik bijvoorbeeld evenmin een keuze maak tussen Erdogan en Gülen. Past m.i. niet bij de journalistiek, maar eerlijk gezegd zou ik het ook niet weten. Gelukkig hoor ik niet bij degenen die menen dat er hoe dan ook keuzes moeten worden gemaakt. Alles wat ik zeker weet is dat ik zowel de Amerikaanse als de Russische cultuur adoreer.

Prominente bijrol

Turkije kent al meer dan een halve eeuw een prominente bijrol in de Russisch-Amerikaanse arena. Onder Mustafa Kemal Atatürk, de oprichter van de Turkse Republiek, kende Ankara een goede verstandhouding met Moskou. Die verdween echter als sneeuw voor de zon nadat Turkije na WOII het braafste jongetje in de NAVO-klas werd en volledig de kant van de VS koos.

Niet iedereen was het daarmee eens in Turkije. Het seculier nationalistische establishment dat de lakens uitdeelde was dan pro-Amerikaans, maar in verschillende kringen werd er anders over gedacht. In de meest uiteenlopende kringen zelfs. Van seculier links, tot islamistisch rechts.

Aan de ene kant was er de Arbeidspartij (later Vaderlandpartij) van Dogu Perincek, die de ‘linkse’ stroming binnen de strijdkrachten vertegenwoordigde en zich uitsprak voor een oriëntatie op het Oostblok. Aan de andere kant was er de antiwesterse Milli Görüs-beweging van Necmetin Erbakan en de partijen die hij begon. De islamist Erbakan wilde niet peinzen over een oriëntatie op het Oostblok, maar wilde zich meer op de islamitische wereld richten.

Postmoderne coup

Rond het begin van de 21e eeuw veranderde veel. Na het uiteenvallen van de Sovjet unie kreeg Washington genoeg van de seculier-nationalistische partner in Turkije, wat niet in de laatste plaats kwam door de criminele streken van de daaraan verbonden diepe staat. Daar wekten de Amerikanen (lees: de CIA) lang nauw mee samen, maar de diepe staat was steeds minder in staat om haar praktijken te verbergen, waarmee een genante situatie dreigde voor Washington.

De ‘postmoderne coup’ van de militairen in 1997 wilden de Amerikanen nog steunen. Erbakan, die destijds premier was, werd door de militairen tot ontslag werd gedwongen, maar Washington kon hem missen als kiespijn. Bovendien was het vanuit het Amerikaanse perspectief aardig meegenomen dat en passant ook Erbakans coalitiepartner Tansu Ciller van het toneel verdween. Washington nam het met name haar kwalijk dat de geheimen van de diepe staat op straat waren komen te liggen.

Nieuwe partner

Zo ontstond aan Amerikaanse zijde behoefte aan een nieuwe Turkse partner. Die werd gevonden in de combinatie van Recep Tayyip Erdogans Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) en de beweging rond imam Fethullah Gülen. Beide hadden een antiwesters verleden. Erdogan omdat hij zich als politicus onder Erbakans vleugels ontwikkelde, terwijl wat betreft Gülen zijn uitlatingen over het kwaadaardige westen boekdelen spraken.

In de jaren volgend op de Postmoderne coup voltrok zich echter een mirakel, want nadat Erdogan de restanten van Erbakans partijen bijeen had geraapt en daar de AKP uit had gedestilleerd, draaide hij over het westen om als een blad aan een boom. Zeer pro-Amerikaans werd hij, en ook zeer pro-EU. Gülen en zijn beweging gingen door dezelfde verschuiving, al kwam die misschien net iets eerder op gang.

Verraden

De seculiere nationalisten in Turkije voelden zich verraden door Washington, waardoor meer militairen antiamerikaans werden. Dat leidde tot wilde plannen om de Erdogan-Gülen combinatie van de troon te stoten. Veel verder dan fantasieën kwam het echter niet, omdat de verbolgen generaals zich ervan bewust waren dat ze bij een ingreep zoals in 1997 niet konden rekenen op voldoende steun uit de bevolking.

De AKP was nog maar net aan de macht of de relatie tussen de Turkse strijdkrachten en Washington kwam verder onder druk te staan. Dat gebeurde toen het Amerikaanse verzoek rond Turkse deelname aan de Irak-oorlog Ankara bereikte.

Erdogan – die nog geen premier was, maar vanachter de coulissen de touwtjes wel al strak in handen hield – wilde wel meewerken aan de Amerikaanse plannen, trouw als hij was aan zijn nieuwe vrienden. Een meerderheid binnen het parlement, waaronder de nog steeds antiamerikaanse Milli Görüs-vleugel van de AKP, voelde er echter niet voor, waardoor het niet doorging.

De Amerikanen leefden in de verwachting dat de militairen de politiek onder druk zouden zetten om aan de oorlog deel te nemen. De legerleiding deed echter niets en nam een afwachtende houding aan, in de veronderstelling dat iedere beslissing in het nadeel van de AKP uit zou pakken. Hun verstandhouding met Washington verslechterde daardoor nog verder.

Bij de eerstvolgende verkiezingen nam Erdogan wraak, door de AKP-volksvertegenwoordigers die tegen het voorstel hadden gestemd van het stembiljet te schrappen.

Nieuwe machtsstrijd

Veel militairen werden vanwege hun oppositie vanaf 2008 afgestraft aan de hand van de Ergenekon- en Balyoz-procedures, waarbij ze ervan beschuldigd werden een staatsgreep te beramen. In 2011 gaf de generale staf vervolgens de strijd op en nam ontslag. Vanaf dat moment hadden Erdogan en Gülen volledige controle over de staat, inclusief de strijdkrachten.

Ondertussen ontbrandde echter een nieuwe machtsstrijd. Verzot als Erdogan en Gülen op macht waren gunden ze elkaar niets meer. Met als gevolg dat Erdogan begon met het wegzuiveren van Gülens volgelingen uit de staat. Die ontwikkeling viel samen met een andere, want Erdogan keerde geleidelijk terug naar de antiamerikaanse opstelling uit zijn Milli Görüs-verleden. Gülen bleef de VS ondertussen trouw, waardoor zich een nieuwe scheidslijn ontwikkelde.

SCO

Erdogan zocht aansluiting bij de Shanghai Cooperation Organization (SCO), die met leden als Rusland en China beschouwd kan worden als een tegenhanger van zowel de EU als de NAVO. Dat betekende niet dat Erdogan daar direct afstand van wilde nemen. Het ging hem er vooral om te tonen over een alternatief te beschikken als de EU en de NAVO zich niet naar wensen schikten. Toen hij tegen zijn Russische collega Putin ‘take me to Shanghai’ riep, was de boodschap aan de Amerikanen en Europeanen luid en duidelijk.

De steeds nauwere betrekkingen tussen Turkije en Rusland liepen echter een deuk op toen de Turkse luchtmacht in november 2015 een Russisch gevechtsvliegtuig uit de lucht haalde. Even leek Erdogan zich in het comfortabele NAVO-nest terug te laten vallen, maar het was van korte duur, want de betrekkingen met Rusland herstelden zich en werden daarna zelfs beter dan ooit. Terwijl die met de VS op een absoluut dieptepunt terechtkwamen, een tendens die een extra impuls kreeg nadat een groep militairen op 15 juli jl. de macht probeerde te grijpen. Erdogan gaf Gülen de schuld en eiste zijn uitlevering door de VS, waar de imam sinds het einde van de vorige eeuw woont. De Amerikanen weigerden om daar van de ene op de andere dag gevolg aan te geven.

Trump

En zo werd het 8 november, de dag waarop De Amerikaanse stemmers Donald Trump tot hun president kozen. Alom wordt aangenomen dat de spanning tussen de VS en Rusland daardoor zal verminderen, of zelfs zal verdwijnen. Omdat Trump het goed kan vinden met Putin.

Of dat een garantie is voor een goede band tussen Washington en Moskou voor de langere termijn staat echter verre van vast. Trump is wispelturig en onvoorspelbaar. Hij kan dan van hetzelfde soort zijn als Putin, maar ook soortgenoten zijn met elkaar in conflict geraakt in de geschiedenis. Als Willem Oltmans nogmaals gelijk krijgt zal de ‘natuurlijke orde’ tussen de VS en Moskou zich ook nu weer naar verloop van tijd herstellen. Maar dat blijft ook nu weer een kwestie van afwachten.

Dugin

De komst van Trump lijkt een uitbreiding van de banden tussen Turkije en Rusland voorlopig in ieder geval niet in de weg te staan. Een belangrijke figuur in die ontwikkeling is de Russische ultranationalist en adviseur van Putin, Alexander Dugin. Ik bracht hem vorige maand al naar voren in een artikel waarin ik een nieuw ontstane coalitie beschreef. Dat wil zeggen, tussen Erdogan en Dogu Perincek, de eerder in dit artikel genoemde leider van de antiamerikaanse Vaderlandpartij. Zo kwamen het links-seculiere en het rechtsislamitische antiamerikanisme in Turkije tot elkaar, wat voorheen onvoorstelbaar werd geacht, doch thans een realiteit is.

Perincek kent al jaren banden met Dugin, wat de reden is waarom ik me in 2010 al in bebaarde Rus verdiepte. In de nieuwe situatie is Dugin echter ook de lieveling van de AKP geworden, waardoor hij een hernieuwde introductie behoeft die verder gaat dan wat ik in oktober al over hem schreef.

Want mensenlief, het is me een heerschap. Met een ideologie en opvattingen waar je als westerling die lessen uit het verleden ter harte neemt stijl van achteroverslaat. Over Dugin daarom meer in mijn volgende artikel, waarin ik een greep in het archief zal doen. Al is dat niet het archief van Turksnieuws…

Dit artikel is opgedragen aan Willem Oltmans, een journalist van het slag dat Nederland helaas nauwelijks nog kent.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

9 REACTIES

  1. Hel en verdoemenis voor Turkije. Morgen komt het, en anders toch wel overmorgen. Dit lezen we nu al jaar in, jaar uit van deze columnist, een eeuwigdurende cliffhanger.
    Maar ik begin me nu toch zo langzamerhand een beetje in de maling genomen voelen, want in de praktijk gaat het in Turkije beter en beter – ook dit jaar weer 3,2 % verwachte groei ondanks alles – en blijkt niets van alle voorgeschotelde doemscenario’s uit te komen.
    Misschien is het een mentaliteitsprobleem.

    • Dit artikel ging niet over economie, maar vooruit dan maar weer. Maakt de reactie niet minder naïef, dom, of vul maar in. Omdat:
      1. Nog maar moet blijken of 3,2 procent groei wordt gehaald dit jaar. Veel economen zien dat niet gebeuren en nemen aan dat wanneer het wel gebeurd er veel creativiteit aan te pas is gekomen.
      2. 3,2 procent groei in ieder geval niet voldoende is om de werkloosheid op afstand te houden in een een land met een jonge bevolking als Turkije, waar ieder jaar weer erg veel schoolverlaters op de arbeidsmarkt komen.
      3. De groei die er nog is voor een groot deel gebaseerd is op overheidsuitgaven. Dat wil zeggen, uitgaven aan militaire doeleinden. Met andere woorden, oorlogseconomie, en dat loopt nooit goed af.
      Als ik de situatie zie waarin het land verkeert, met een noodtoestand en bijvoorbeeld dit jaar wederom toegenomen armoede, is dat dat doemscenario overigens al in werking getreden.

      • Man, je schrijft het al jaren. En dan ga je nu twijfel zaaien over of we dit jaar wel of niet de 3,2 % voorspelling van S&P gaan halen.
        Het maakt niet eens uit. Je zit er al sinds 2008 naast. De armoede is helemaal niet toegenomen, uit welke duim zuig je dat? Turkije wordt steeds sterker en welvarender. De groei is gebaseerd op consumentenbestedingen en export.
        Je artikel ging niet over economie, maar dat is wel wat normale mensen interesseert, en niet alle andere gedetailleerde prietpraat over onbelangrijke mensen waar je over schrijft.

        En Goh, je zal is een keer met een diepe zucht moeten reageren op een lezersreactie… Vermoeiend he?
        Je bent al een tijdje gewend om zonder enige tegenstand vrijuit en ongehinderd een stuk heen te ratelen over Turkije, sinds de redactie bijna niks meer doorlaat. En hoe minder tegenstand, hoe meer je lijkt te geloven dat je alle kennis in huis hebt en alles wat je neerkliedert ook echt waar is.

        • Dat de armoede dit jaar is toegenomen, zuig ik (inderdaad, zucht) uit de duim van het Turkse bureau voor statistiek. Wie mijn artikelen volgt weet dat, want ik schreef er een tijdje geleden al over. Maar u heeft gelijk, het is nog niet eerder zo goed gegaan met de Turkse economie. Dat de lira vorige week naar het laagste niveau in minstens tien jaar daalde toont dat uiteraard haarfijn aan…

          • ‘wie mijn artikelen volgt weet dat…’
            Is dit een beetje de slager die zijn eigen vlees keurt. Wij van WC-eend etc.
            Natuurlijk zakt de lira tov de euro en dollar. In Turkije bestaat gezonde inflatie, je weet wel, dat ding wat Mario draghi zo wanhopig probeert aan te jagen in de eurozone, maar hem niet lukt, omdat de economie, in tegenstelling tot de Turkse economie, maar niet op gang wil komen.
            Rare argumenten gebruik je steeds. Dus nu ga je iets wat Draghi nastreeft gebruiken als argument tegen Turkije?
            En zeg even tegen die Shmuel-gast dat ie zijn gemak houdt tegen mij met zijn ‘jochie’. Wie is hij dan weer, je knechtje ofzo?

  2. Wanneer ik morgen 15.000 euro leen, dan kan ik de winter aardig doorkomen. Wanneer ik in maart weer zo’n bedrag leen, red ik het tot in de zomer. Wanneer alle Nederlanders dat doen, draait de economie binnen de kortste keren op volle toeren en groeit de werkgelegenheid. De pret is natuurlijk afgelopen wanneer de schuldeisers door hebben dat het ene gat met het andere wordt gevuld.
    .
    De huidige gang zaken in Turkije lijkt veel op het bovenstaande voorbeeld. Zolang het duurt genieten veel (maar lang niet alle) Turken van een stijgende levensstandaard, maar die is vooral het gevolg van een idioot hard groeiende schuld. Niet voor niets is de creditcart een van de belangrijkste Turkse producten – ga maar kijken bij de Mikro, de BIM of Pehlivanoglu waar de dagelijkse boodschappen op de pof worden gekocht. Het balanstotaal van de Turkse banken is dan ook niet voor niets sinds 2009 vervijfvoudigd.
    .
    De totale externe schuld van Turkije (zowel kort- als langlopende schuld) is sinds 2003 verviervoudigd. Sinds dat jaar heeft Turkije ook nooit meer een handelsoverschot gehad. Dat betekent dat een groot deel van de rijkdom die de goedgelovige Turk associeert met Erdogan, een luchtkasteel is. De Turken gaan zo doorgaand hun Griekse buren achterna. Uiteindelijk staat de Turk een harde correctie te wachten. Alleen al door het wegvallende toerisme in 2016 dreigt het BNP (bruto nationaal product) met 8% te dalen.
    .
    Vlak voor de coup in juli bedroeg de waarde van de lira ongeveer 3,20 lira. Vandaag staat-ie op 3,53. Aangezien het land veel meer importeert dan exporteert, kunnen de Turken hun lol wel op.

  3. @ Savas Ik ken Shmuel niet, anders dan dat ik weet dat hij regelmatig reacties op Turksnieuws plaatst. Dat hij op deze manier reageert kan ik me echter voorstellen gezien de erg assertieve toon waarop Savas een discussie aanzwengelt. Wie kaatst kan de bal verwachten.

    Dus Shmuel is niet mijn ‘knechtje’. Op mijn beurt ben ik niet het knechtje van Savas. Ik heb enige tijd geleden geschreven dat de armoede volgens TUIK is toegenomen. Als Savas het niet gelooft trekt hij het zelf maar na bij TUIK. Dan zal hij zien dat ik gelijk heb.

    Savas hanteert een bekende strategie. Telkens als blijkt dat hij ongelijk heeft begint hij over een ander onderwerp. Ik heb het al zo vaak gezien.

    Nu begint hij over inflatie. ‘Gezonde inflatie’ schrijft hij. Als het zo zit vraag ik me af waarom de Centrale Bank over de laatste jaren diverse keren heeft toegegeven dat targets over het terugbrengen van de inflatie niet zijn gehaald. Waarom targets als de inflatie zo gezond is?

    Die inflatie is overigens een van de redenen van de toegenomen armoede. Omdat bij de laagst gesitueerde groepen een groter deel van het inkomen naar voedingsmiddelen gaat. En het is met name voedsel dat de laatste jaren fors duurder is geworden.

    Wanneer de inflatie in de EU zo hoog zou zijn als in Turkije, zou daar alles aan gedaan worden om die naar beneden te krijgen. Savas maakt geen onderscheid tussen een te laag en een te hoog inflatieniveau. Daarmee vergelijkt hij appels met peren. Denkt hij echt dat andere lezers daar intrappen? Verder is een blijft de stand vande lira natuurlijk een graadmeter over de toestand van de Turkse economie. Dat kan Savas wel ontkennen, maar hij ontkent heel veel.

    • Weet je, praat maar zoveel je wilt. Sinds de AKP gaat het goed in Turkije, toeval of niet. Niemand kan zoveel geluk en toeval zijn kant op zien vallen zonder daar zelf een bijdrage aan te hebben geleverd.
      Laat ik het breder trekken en een vraag aan jou stellen:
      Vraag 1: over 15 jaar AKP bewind genomen, zijn de Turken armer of rijker geworden?
      Vraag 2: is in die 15 jaar de levensstandaard in Turkije hoger of lager geworden?
      Vraag 3: is in die 15 jaar de schuld aan het IMF wel of niet afgelost?
      Vraag 4: is in die 15 jaar de financiële onafhankelijkheid van Turkije na de IMF afbetaling groter of kleiner geworden?
      Vraag 5: is in die 15 jaar tijd de Turkse economische diversiteit toe of afgenomen?
      Vraag 6: is in die 15 jaar tijd de Nederlandse of de Turkse economie meer gegroeid?

      Waarom deze vragen?
      Om aan te tonen dat het nergens op slaat om er nu een paar recente kwartalen uit te pikken vlak na een moeilijke periode in Turkije om daarmee zogenaamd te onderbouwen dat het toch echt slecht gaat in Turkije.
      Turkije groeit zelfs dit moeilijke jaar weer 3,2 procent, het dubbele van Nederland. Volgens Rutte gaat het goed met Nederland, dus wat zou dan over Turkije geconcludeerd moeten worden? Dat het slecht gaat volgens de schrijver en sommige regeerders.
      Serieus?

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here