De wonderbaarlijke transformatie van een fascist (COLUMN)

0
12

agar-index

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – De onderzoekscommissie naar de mislukte staatsgreep van 15 juli jl. in Turkije draait op volle toeren. Er wordt de ene na de andere verklaring aangehoord van een selecte groep hoogwaardigheidsbekleders.

Eerder deze week kwam Ahmet Akgündüz, de beruchte rector van de Islamitische Universiteit in Rotterdam, in Ankara opdraven om uit te leggen dat de couppoging drie jaar geleden begon met het protest tegen de sloop van Istanbuls Gezipark.

Mehmet Agar

Twee dagen later was de voormalige politiechef en oud-minister Mehmet Agar aan de beurt om zijn verhaal te doen. Agar behoeft enige introductie.

Na de staatsgreep van 1980 werd hij onderdirecteur van de aan de politie in Istanbul verbonden contraterreurafdeling. Een jaar later kreeg hij de leiding in handen over de Contraguerrilla, een onderdeel van het door de CIA geïnitieerde Gladionetwerk in Turkije. In 1993 werd Agar benoemd tot directeur van het Algemene Presidium voor Veiligheidszaken, wat in de praktijk betekende dat hij de nationale politiechef van Turkije werd.

In al deze posities was Agar verantwoordelijk voor het vervolgen, vermoorden en martelen van zowel Turkse als Koerdische linkse activisten. Onder hen kreeg hij het etiket ‘fascist’, wat gezien de definitie van dat woord zonder meer treffend was.

Diepe staat

Agar zat tot over zijn nek in de diepe staat, wat hem in de jaren negentig in een conflict deed belanden met Mehmet Eymür, het toenmalige hoofd van de nationale inlichtingendienst MIT. De oorlog tussen de Mehmets werd het wel genoemd.

In 1995 viel Agars naam naar aanleiding van een auto-ongeluk in het plaatsje Susurluk, waarmee de verstrengeling tussen politiek, veiligheidsdiensten en extreemrechtse maffia in alle toonaarden onthuld werd. Kort voordat het voertuig zich met hoge snelheid in een vrachtwagen boorde had Agar nog een ontmoeting met de inzittenden, waaronder zich de bij het ongeval omgekomen moordenaar, heroïnehandelaar en Grijze Wolvenleider Abdullah Catli bevond.

Politiek

Hetzelfde jaar liet Agar de politie achter zich en betrad de politiek als volksvertegenwoordiger namens Tansu Cillers Partij van het Rechte Pad (DYP). Omdat Ciller al even diep in de diepe staat zat, stonden Agars criminele antecedenten niet in de weg dat hij een jaar later minister van Justitie werd in een regering onder haar leiding. In de daarop volgende coalitieregering van de islamist Necmettin Erbakan werd Agar minister van Binnenlandse Zaken.

In 2011 werd Agar tot een opmerkelijk lage gevangenisstraf van vijf jaar veroordeeld wegens zijn aandeel in de Susurluk-bende. Een jaar later sloeg de celdeur achter hem dicht. Die ging een jaar later echter al weer open, want in 2013 kwam hij onder voorwaarden op vrije voeten.

Sedat Peker

Agar heeft een megakerfstok, maar behoort tot de criminelen in Turkije die nooit voor een langdurige gevangenisstraf zullen hoeven te vrezen. Tot dezelfde categorie behoort de eveneens met de Susurluk-affaire geassocieerde extreemrechtse maffialeider Sedat Peker, die ondanks zijn misdaden de dans ook al keer op keer weet te ontspringen.

Agar en Peker hebben nog iets gemeen. Beide zijn tegenwoordig onder de indruk van de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP). Peker treedt zelfs op als propagandist voor de regeringspartij. Agar hield het voorafgaand aan de verkiezingen in november vorig jaar bij een steunbetuiging aan de AKP, al gaf hij in de weken na de couppoging act de présence bij de massale bijeenkomsten waar president Erdogan toe opriep.

Verrassing

Kortom, de naar aanleiding van de mislukte staatsgreep door de AKP samengestelde onderzoekscommissie leek zich te kunnen verheugen op een fijn antilinks verhaal uit de mond van Mehmet Agar, zoals ze dat eerder van Ahmet Akgündüz kregen. Het liep alleen anders, want Agar verklaarde tot veler verrassing het volgende:

‘Toen ik politiechef was, dacht ik dat Rusland achter iedere linkse organisatie in Turkije schuilging. Tot onze verrassing steunde de Sovjet unie echter alleen de TKP (de Communistische Partij van Turkije), terwijl andere groepen in feite door het westen werden gesteund. In tegenstelling tot wat we dachten, bleek in ieder geval dat de leden van linkse organisaties eigenlijk mensen waren die zelfs nog geen mes hadden aangeraakt. En toen de Sovjet unie uiteenviel, verdween ook de steun voor de TKP. Jarenlang hebben we ons onterechte beeld van “linkse mensen die naar geweld grijpen” alleen maar verder uitvergroot. We moeten toegeven dat zij eigenlijk zuivere intellectuelen waren.’

Daar zal menigeen van hebben opgekeken. Bij links Turkije, maar zeker ook bij de AKP.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here