De psychologische afstand tussen Turkije en Nederland (COLUMN)

3
32

psy-dis-index

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – Onlangs belandde ik in een korte gedachtewisseling met een Turks-Nederlandse lezer. Dat wil zeggen, met een Turks-Nederlandse lezer in Nederland, want in Turkije vind je die soms ook. Dat laatste zeg ik er alvast bij, want zoals later zal blijken is dat van belang ten aanzien van de strekking van dit artikel.

De lezer is geen aanhanger van de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP), maar stoort zich desalniettemin aan de berichtgeving in Nederland over Turkije. De klacht bestaat uit een gesprek aan nuance.

De lezer stuurde me een artikel waarin soortgelijke gevoelens van Turkse Nederlander verwoord staan. Daarover later meer. Eerst wil ik iets schrijven over iets dat ik me afvroeg tijdens de gedachtewisseling: wat leidt tot een beter beeld van de politiek in een land? Roots en nationaliteit? Of er wonen, dan wel er regelmatig voor een langere tijd verblijven?

Ik wil tot een overweging komen over deze vraag aan de hand van persoonlijke ervaring.

De lucht in de neus

Wanneer ik na langer in Turkije te hebben verbleven in Nederland kom verandert er iets. Vanaf het moment dat ik op Schiphol sta constateer ik niet alleen een fysieke afstand tot Turkije, maar ook een psychologische.

Internet heeft de wereld een stuk kleiner gemaakt, waardoor ik in Nederland dezelfde nieuwsbronnen kan volgen als in Turkije. In aanmerking genomen dat in Turkije veel kritische websites geblokkeerd werden zijn dat er zelfs meer.

Toch voelt het totaal anders. Het lijkt alsof ik in Nederland een bepaalde begrip over Turkije kwijtraak. Dat wil niet zeggen dat ik in Nederland niet in staat ben om over Turkije te schrijven, maar de artikelen waar ik het meest tevreden over ben zijn daar zonder uitzondering tot stand gekomen.

Een Britse kennis in Istanbul die ook over de Turkse politiek schrijft ervaart hetzelfde en omschreef het treffend. ‘It’s like you miss the air in your nose.’

In Turkije merk ik het omgekeerde. Ik volg daar diverse websites van Nederlandse kranten, om met name de politiek in Nederland te volgen. Toch ontgaat me niet zelden iets volledig.

Zo merkte ik onlangs achter te lopen wat betreft Thierry Baudet. Ik had geen idee wie hij is. Nadat ik de naam een paar keer was tegengekomen, heb ik me alsnog over hem geïnformeerd (en was vervolgens niet blij…). Ik veronderstel dat er nog veel meer in Nederland speelt dat geheel langs me heen gaat. Zo gaat dat nu eenmaal als je de lucht van een land in de neus mist.

Correspondenten

Die psychologische afstand bestaat natuurlijk niet alleen tussen Nederland en Turkije, maar ook naar andere landen. Vroeger, voor internet, was die afstand veel groter. En voor er vliegtuigen waren nog veel groter. Daarom is het fenomeen ‘correspondent’ uitgevonden. Correspondenten vormen ook nu nog een belangrijke bijdrage aan de opinievorming omtrent het buitenland, dus ook over Turkije.

Ik twijfel er niet aan dat de Nederlandse correspondenten hun werk zo eerlijk mogelijk proberen te doen, maar ze zijn aan tal van beperkingen onderhevig. Zo is er de geringe basiskennis over Turkije onder de gemiddelde Nederlandse krantenlezer.

Je moet bij wijze van spreken beginnen met uitleggen wie Mustafa Kemal Atatürk was. Daar is in een krantenartikel geen ruimte voor en dat maakt de berichtgeving vaak erg oppervlakkig. Op een website kan ik met links naar eerdere, of externe artikelen verwijzen, wat de mogelijkheid tot wat meer diepgang geeft. Om die reden geef ik dan ook de voorkeur aan dit medium. Bovendien is Turksnieuws natuurlijk een website voor een publiek met een specifieke belangstelling, waardoor ik uit kan gaan van meer basiskennis over Turkije.

Een andere beperking waar correspondenten meet te maken hebben is dat ze vaak niet de vrijheid hebben om zelf een onderwerp te kiezen. In plaats daarvan bepaalt hun redactie dat. En die redactie heeft zeker niet de lucht van Turkije in de neus…

Verder worden correspondenten beperkt door een relatief korte verblijf in een land. Vaak is dat maar een paar jaar. Er zijn maar enkele Nederlandse correspondenten/publicisten in Turkije die daar een uitzondering op vormen. Dat leidt tot gebrek aan ervaring, zoals met ontwikkelingen van een paar jaar geleden die in het heden nog volop spelen, maar niet door hen meegemaakt werden.

Bij mij brak dat gebrek aan ervaring op toen ik zes jaar geleden besloot voor de aan de Gülen-beweging verbonden krant Today’s Zaman een paar artikelen te schrijven naar aanleiding van de Ergenekon- en Balyoz-procedures. Met schade en schande wijzer geworden zou ik dat nu niet meer doen. Kan ook niet meer, want Today’s Zaman is ondertussen op last van de regering opgeheven…

Dat gebrek aan ervaring komt ook tot uiting in onvoldoende inzicht omtrent specifieke gebruiken en mentaliteit. Wat dat betreft zullen Turkse Nederlanders in het voordeel zijn. Ook als ze niet in Turkije geboren zijn, want over wat ze in dit verband via hun ouders en grootouders meekrijgen zullen ook Nederlanders die in Turkije wonen veelal in het duister tasten.

Om dat belangrijke aspect van de samenleving te doorgronden moet je als buitenlander veel langer in Turkije wonen. Zeker als je geen Turkse partner hebt en daardoor niet in een Turkse familie meedraait. Wie dat laatste wel doet kent zeker een voordeel. Er zijn echter maar twee Nederlandse publicisten in Turkije bij wie daar sprake van is en geen van beide zijn echt correspondent, maar eerder columnist. Bovendien is een van hen onlangs toegang tot Turkije geweigerd. De andere hoopt dit niet te gebeuren…

HR

Nu kom ik aan bij het eerder genoemde artikel dat de lezer met wie ik in een discussie belandde me stuurde. Het is verschenen op een website van Hogeschool van Rotterdam (HR) en geschreven door Esmé van der Molen. Zij laat een aantal HR-studenten en een medewerkster met Turkse roots aan het woord. Daar haal ik verschillende opvattingen uit, maar ook een gemene deler.

Ik wist dat de kwestie rond Ebru Umar een sterke impact had op Turkse Nederlanders, maar ik keek er aan de hand van dit artikel toch van op hoe ver dat is gegaan. Duidelijk een gebrek aan Nederlandse lucht in mijn neus.

Als ik dit lees kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat Turkse Nederlanders die in eerste instantie niet tot de medestanders van president Erdogan behoren door toedoen van Umar in zijn richting zijn opgeschoven. Daar mag ze trots op zijn… Begrijpt ze wel wat ze bereikt heeft met haar beledigingen, haar gevloek en gescheld? Contraproductief is een understatement.

Verder komt in het artikel op de website van de HR kritiek naar voren over de berichtgeving in Nederland omtrent de politieke situatie in Turkije. Twee van de studenten vinden dat de nadruk te veel ligt op de negatieve kanten van de AKP en dat positieve aspecten onderbelicht blijven. Ik vraag me af of ze dat over een aantal kranten in Turkije ook vinden. In kranten als Bir Gün, Evrensel en Cumhuriyet zal men bijvoorbeeld eveneens tevergeefs zoeken naar iets positiefs over de AKP. Maar wellicht zijn genoemde twee studenten onbekend met genoemde kranten.

De kritiek komt me in ieder geval bekend voor. Zelf hoor ik van een bepaalde groep lezers al langer dat ik alleen negatief over de AKP schrijf. Vier jaar geleden trachtte ik daar op in te spelen met een artikel onder de titel De verdiensten van de Turkse regering.

Ik weet nog goed wat ik van de eerder genoemde Britse kennis te horen kreeg toen ik hem vertelde dat ik een artikel wilde schrijven over de positieve kanten van de AKP. ‘And, could you find any?’ zei hij cynisch. Daar liet ik me niet door van de wijs brengen, al moet ik zeggen dat een aantal punten die ik destijds noemde ondertussen een gepasseerd station zijn. Ik heb sindsdien ook geen aanleiding meer gezien om vanuit een soortgelijke invalshoek een artikel te schrijven.

De argumenten in het voordeel van de AKP zoals die genoemd worden in het artikel op de website van de HR heb ik in ieder geval vaker gehoord. Omdat het er maar een paar zijn kan ik ze hier de revue laten passeren.

Democratisering

Zo lees ik dat de problemen met de democratie in Turkije onder de AKP volgens een van Turks-Nederlandse HR-studenten in de context moeten worden beschouwd van het feit dat democratisering een betrekkelijk jonge ontwikkeling is in dit land.

Dat laatste is op zich waar, maar toch kan ik er niet in meegaan. Anders was dat wanneer de democratisering van Turkije zich in de juiste richting bewoog. Na een positief begin gedurende de eerste jaren van de AKP in de periode 2002-2007 is daar echter geen sprake meer van. Bovendien weten we nu dat ondemocratische factoren als de militaire supervisie over Turkije niet door de AKP werden geneutraliseerd in het kader van democratisering, maar om plaats te maken voor Erdogans autocratisch bestuur.

Ook wat betreft mensenrechten is Turkije terug bij af. In de eerste AKP-jaren werd rigoureus een einde gemaakt aan martelpraktijken op politiebureaus en gevangenissen, maar recentelijk stapelen de aanwijzingen zich daar weer over op.

Dictator

Dezelfde student vraagt zich af of de pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP) in het parlement was gekomen als Erdogan echt de dictator was geweest waar hij in de westerse media vaak voor wordt uitgemaakt.

Hier kan ik kort over zijn: sinds de weg naar vervolging van HDP-leiders is geopend wordt alleszins de indruk gewekt dat het verwijderen van deze partij uit het parlement een doelstelling is.

Overigens noem ik Erdogan zelf nooit een dictator, maar een president met autocratische tendensen, die gekozen is in een land waar basisvoorwaarden van democratie worden geschonden. Een democratie bestaat uit meer dan een stembus en kan bijvoorbeeld evenmin zonder vrijheid van meningsuiting. Dat recentelijk veel radiostations en Tv-kanalen moesten sluiten heeft niets met democratie te maken.

Een andere student meent dat Turkije gezien de aanslagen in het land een sterke leider nodig heeft – waarmee democratisering dus van secundair belang wordt. Ik stel daar tegenover dat het meest efficiënte wapen tegen terrorisme uit democratisering bestaat. Afbraak van de democratie is vaak juist waar terroristen – om verschillende redenen – op uit zijn.

Betere wegen

Een van de studentenn stelt verder dat het beter gaat met Turkije sinds Erdogan aan de macht is. Daartoe worden verschillende voorbeelden genoemd. Bijvoorbeeld dat de wegen beter zijn geworden. Is wederom waar, maar ik vind het te kort door de bocht (…) gaan om het zo te stellen.

Met het buitenlandse kapitaal dat sinds het begin van deze eeuw naar Turkije vloeide had een andere regering ook voor betere wegen kunnen zorgen. Tot medio 2013 ontstond in deze eeuw een gunstige situatie in de wereldeconomie voor opkomende markten. Je ziet dan ook dat de infrastructuur in nagenoeg alle emerging economies er significant op vooruit is gegaan.

Was dat in Turkije alleen mogelijk omdat Erdogan aan de macht kwam? Dat gaat er bij mij niet in. Erdogan beroept zich er natuurlijk erg op dat dit tijdens zijn bestuur tot stand is gebracht. Dat is politici eigen, maar vooral de meer autocratisch ingestelde onder hen. Die palmen de bevolking vaak in met magnifieke bouwprojecten, om mensenrechtenschendingen en autocratisch bestuur op de achtergrond te houden.

Gezondheidszorg

Ik lees verder in het HR-artikel dat de gezondheidszorg onder Erdogan toegankelijker is geworden. Dat is waar. Maar is de gezondheidszorg daarmee ook verbeterd? In een aantal opzichten wellicht, maar in andere absoluut niet. Dat de babysterfte sinds 2012 weer is toegenomen vind ik in ieder geval geen teken van verbetering.

Ook wordt Erdogan geprezen vanwege de opvang van Syrische vluchtelingen. Daarbij wordt echter voorbij gegaan aan zijn dubbele agenda. Dat hij vluchtelingen zo snel mogelijk wil naturaliseren omdat ze potentiële AKP-stemmers zijn, lees ik hier bijvoorbeeld niet.

Een ander punt is dat Syriërs veel ondernemingen zijn begonnen in Turkije. Dat levert samen met de forse bestedingen van de overheid ten aanzien van vluchtelingen een stevige stimulans op van de economie, waarvan de groei door de teruggelopen toename van de binnenlandse vraag onder druk staat.

Onderwijs

Verder stelt een van de studenten dat het onderwijs zou zijn verbeterd onder Erdogans bestuur. Kan ik wederom kort over zijn: dat is simpelweg niet waar, of je moet een toegenomen religieuze invloed op de scholen als een verbetering beschouwen.

Los daarvan blijkt uit alle internationale onderzoeken dat het onderwijs in Turkije niet voor- maar achteruit is gegaan onder de AKP. Ik hamer in mijn artikelen regelmatig op het belang van beter onderwijs. Vooral omdat de economie daarbij gebaat is.

Had de AKP vanaf haar aantreden serieus werk gemaakt van beter onderwijs dan had dat tot meer hoogkwalitatieve exportproducten geleid, en was de Turkse economie nu beter bestand geweest tegen shocks, zoals de sinds een paar jaar minder gunstige internationale economische situatie voor opkomende economieën.

Met andere woorden, wanneer via beter onderwijs aan een structureel gezondere economie was gewerkt, die niet alleen afhankelijk is van binnenlandse vraag, dan had de regering de bevolking nu niet hoeven aanzetten om zich dieper in de schuld te steken.

Propaganda

Twee van de door Esmé van der Molen voor haar artikel ondervraagde studenten laten zich duidelijk misleiden door wat de AKP hen wil doen geloven. Zij zoeken in de Nederlandse berichtgeving over Turkije een nuance, die in dat land zelf niet te vinden valt.

In Turkije verbind ik ontvankelijkheid voor AKP-propaganda onder andere aan het achtergebleven niveau van het onderwijs, maar voor Turkse Nederlanders gaat dat niet op. Er kunnen in dit geval echter andere oorzaken gevonden worden. Daarbij denk ik aan de discriminatie van Turkse Nederlanders, waar Erdogan handig op in speelt met zijn nationalistische sentimenten. Psychologische gevolgen van het bombardement negatieve berichtgeving over Turkije kunnen ook een rol spelen. Daarnaast bespeur ik echter vooral ook een gebrek aan ‘Turkse lucht in de neus’, waar een paar weken vakantie naar Turkije niet voor kan compenseren.

Daarmee wil ik niet zeggen dat ik zelf geen kritiek heb op de berichtgeving over Turkije in Nederland. Voor mij ontbreekt daar eveneens een zekere balans. Zo zie ik dat door de nadruk op de problemen met de Turkse democratie en de mensenrechten een aantal zaken onderbelicht blijven. Bijvoorbeeld dat de armoede in Turkije dit jaar weer is toegenomen, terwijl de rijkste twintig procent wederom rijker is geworden. Dat kan je ook een gebrek aan nuance in de berichtgeving over Turkije noemen.

Verder stoor ik me aan het onder veel Nederlanders ontstane beeld dat je in Turkije nergens meer veilig over straat kan. Dat is erg overdreven. Natuurlijk moet je niet op het verkeerde tijdstip op de verkeerde plaats zijn, maar dat geldt momenteel voor veel landen. Verder ervaar ik Turkije als relatief veilig, behalve wanneer je zo gek bent om in Istanbul op de fiets te stappen…

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

3 REACTIES

  1. Hoezo veel verbeterd? Tot 2 a 3 jaar geleden reed ik als Yabanci vrij door geheel Turkije. Sprak met sjiieten, soennieten, alevieten, Koerden, Armeniërs, enz, enz. Dat ging over de islam, christendom, politiek, cultuur, historie, woonomgeving, enz, enz.
    Nu? de meest eenvoudige vragen worden ontweken, een Koerdische vriend kruipt in elkaar als ik vraag of hij nog familie heeft in het oosten, of als ik vraag of zijn familie last van de ontslaggolf onderwijzers in het oosten heeft.
    Ik vind dat er veel ”kleur” is verdwenen. Je bent luidruchtig aanhanger of je houd je mond. Van ondernemers waarvan ik denkt dat ze “anders” denken zie ik artikelen en berichtjes die dat niet bevestigen. Ik snap dat, maar ik mis het “oude” Turkije zo.
    En ja Europese berichtgeving is vaak gebaseerd op slecht geverifieerde informatie en te vaak gebaseerd op sensatie.

  2. Aan het slot van Peter Edels column lees ik: ‘Daarmee wil ik niet zeggen dat ik zelf geen kritiek heb op de berichtgeving over Turkije in Nederland. Voor mij ontbreekt daar eveneens een zekere balans. Zo zie ik dat door de nadruk op de problemen met de Turkse democratie en de mensenrechten een aantal zaken onderbelicht blijven. Bijvoorbeeld dat de armoede in Turkije dit jaar weer is toegenomen, terwijl de rijkste twintig procent wederom rijker is geworden. Dat kan je ook een gebrek aan nuance in de berichtgeving over Turkije noemen.’
    .
    Ik denk dat ik wel kan raden waarom die nuance ontbreekt (en wanneer Peter wat meer ‘Nederlandse lucht in zijn neus’ zou hebben, zou hij dat ook kunnen). De verklaring lijkt me simpel: ook in Nederland zie je dat de bovenlaag er ondanks de crisis dik op vooruit is gegaan, terwijl de onderkant het in termen van bestaanszekerheid steeds meer kan schudden. En niet alleen de onderkant, want zelfs de positie van de middenklasse wordt in snel tempo aangetast.
    .
    Afgezien van mensenrechten, burgeroorlog, afbraak van de rechtstaat en gebrek aan democratie in Turkije lijken de twee landen in één opzicht zeer op elkaar: in beide landen heeft het neoliberale kapitalisme de samenleving naar haar hand gezet en wordt de bestaanszekerheid van miljoenen mensen aangetast. Inderdaad ontbreekt de balans in de berichtgeving, maar dan wel om reden dat het voor veel politici en de meeste media geen zin heeft wanneer de Nederlandse pot in dit opzicht de Turkse ketel iets zou verwijten. Het komt zelfs niet bij ze op.

  3. Ik kan niet anders dan het eens zijn met je. Ik erger me soms kapot aan die journalisten die zich bijv. bovenop die Ebru hebben gestort. Wat ze zei, vond ik gewoon niet inhoudsvol en dan zeg ik het nog netjes. Ik kan hier gewoon over straat, ik voel me veilig. Hoewel het is inderdaad anders dan in de periode tot 2007. Het ongezonde nationalisme is toegenomen, waar ook veel mensen hier een hekel aan hebben. In Ankara zijn ze vanuit de AKP jongeren zelf gaan fietsen voor de democratie dus dat is kennelijk ook nodig. Het gekke vind ik zelf, dat ik al woon ik hier af en aan al lang, ik nooit iets van de bevolking zelf over de Gulen beweging gehoord had. Slechts onlangs heb ik daarover meer gelezen in deze rubriek. Pas nu beginnen mensen in mijn nabijheid daarover te spreken. Dat corruptie een rol speelt in Turkije wisten we al. Vriendjespolitiek speelt natuurlijk overal wel, maar hier werd ik door mijn leerlingen gewaarschuwd toen al dat dat in Turkije erg speelde. Dat is dan weer een nadeel van de familiecultuur, die ik overigens prijs.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here