Turkije wacht een onzekere toekomst; een overzicht voor beginners en gevorderden (COLUMN)

1
17

future images

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – De huidige stand van zaken in Turkije zal voor velen onduidelijk en verwarrend zijn. Daarom is het wellicht goed om de belangrijkste feiten die tot de huidige situatie hebben geleid nog eens de revue te laten passeren. Dit artikel is echter meer dan een overzicht, want uiteindelijk leidt het naar een oorzaak van het zeer onzekere toekomstbeeld voor Turkije waar ik in eerdere artikelen nog niet aan toe ben gekomen. Zowel voor beginners als gevorderden dus…

Dreiging

In 2002 won de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) de verkiezingen en kreeg de regering in handen. In de daarop volgende jaren leek toenmalig premier Recep Tayyip Erdogan een dreiging te voelen. In 1997 hadden de militairen met de ‘postmoderne coup’ van dat jaar de islamistische premier Necmetin Erbakan – onder wie Erdogan zijn politieke loopbaan begon – tot ontslag gedwongen en hij wekte de indruk hetzelfde lot te vrezen.

Erdogans angsten waren nauwelijks gerechtvaardigd. Staatsgrepen in de Turkse geschiedenis konden alleen slagen wanneer de militairen ruime steun vonden bij de bevolking. Daar ontbrak het aan, want sinds 1997 ontwikkelde zich een brede consensus tegen een volgende staatsgreep die zich tot ver buiten de AKP verspreidde.

In werkelijkheid ging achter Erdogans voorgewende vrees dan ook vooral zijn ambitie naar alleenheerschappij schuil. De laatste jaren heeft hij een einde gemaakt aan de onafhankelijke rechtspraak, maar daartoe moest hij destijds eerst een einde maken aan de militaire supervisie en de seculier nationalistische dominantie over de staat.

Gülen

Het ontbrak de AKP aan het intellectuele kader in de eigen gelederen om uit de staat verdreven seculiere nationalisten te vervangen. Daarom besloot Erdogan tot een samenwerking met de Gülen-beweging. Het relatief hoge niveau van de daartoe behorende onderwijsinstituten bood soelaas. De AKP kreeg zo de beschikking over het benodigde hoger opgeleide personeel.

Er waren zeker raakvlakken tussen Erdogan en Gülen. Ze vonden elkaar in het streven naar een einde van het strikte Turkse secularisme, maar bijvoorbeeld ook in de liberalisering van de economie in Turkije.

Verschillen waren er echter ook. Zo stond Gülen al langer op slechte voet met Erdogans leermeester Necmetin Erbakan en diens Nationale Visie-beweging (Milli Görüs), waar de AKP uit voortkwam. In 1997 steunde Gülen zelfs de militairen, toen die zich tegen Erbakan keerden, al leidde die interventie ook tot omstandigheden die hem tot vertrek naar de VS dwongen.

Video

In 1999 lekte een video uit waarin Gülen zijn volgelingen opriep om de staat te infiltreren en zich daar schuil te houden tot de dag was gekomen om daar controle over te nemen. Daardoor moet Erdogan geweten hebben dat de Gülen-beweging zeker niet naar minder macht streefde dan hijzelf. Dat impliceerde een risico, maar zonder hulp van de Gülen-beweging kon hij de seculiere nationalisten niet tegemoet treden.

Een kleine tien jaar later was de staat voor een belangrijk deel van het seculier nationalistische element gezuiverd en hadden de militairen hun nieuwe plaats leren kennen. Met het ontslag dat de generale staf in 2011 aanbood werd wat dat betreft een mijlpaal bereikt.

De nieuwe militaire leiders toonden zich voortaan ondergeschikt aan de regering. Zo kwam ook een einde aan de taak die de militairen op zich hadden genomen om als schatbewaarders te dienen over het strikte secularisme dat werd ingesteld door Mustafa Kemal Atatürk, de stichter van de Turkse Republiek. Zonder de militaire stok achter de deur kwam de weg vrij te leggen naar islamisering van de samenleving. Het einde van het verbod op de hoofddoek in openbare ruimten was daar het eerste gevolg van.

MIT

Rond die tijd vond Erdogan dat de Gülen-beweging zijn nut bewezen had en dat hij die niet meer nodig had. De volgelingen van de imam hadden zich ondertussen echter voor een belangrijk deel meester gemaakt over de staat. Dat zij de dienst uitmaakten binnen justitie en politie herkende Erdogan met name als een nieuwe hindernis en bedreiging bij zijn streven naar alleenheerschappij. Daarom besloot hij hen geleidelijk uit staatsinstanties te verwijderen.

Dit viel uiteraard in slechte aarde bij de Gülen-beweging en in februari 2012 sloeg zij terug. De aanleiding werd gevonden in de destijds door de nationale inlichtingendienst MIT in het geheim gevoerde onderhandelingen met de Koerdische PKK. Justitie wilde MIT-hoofd en Erdogan-vertrouweling Hakan Fidan in verband daarmee aanhouden. Met een nieuwe wet wist Erdogan dit ternauwernood te voorkomen.

De toon was gezet, al werd een conflict toen nog aan beide kanten ontkend. Dat viel echter niet meer vol te houden toen de AKP-regering een jaar later ingreep bij onderwijsinstellingen waar scholieren op universitair onderwijs werden voorbereid, de ‘dershanes’. De nadrukkelijk op onderwijs gerichte Gülen-beweging was sterk vertegenwoordigd in die markt en werd zo in haar hart getroffen.

Corruptieschandaal

In december 2013 trachtte de Gülen-beweging nogmaals revanche te nemen, door haar aanklagers een corruptieschandaal rond de AKP te laten onthullen. De intentie om de regeringspartij te beschadigen was evident, ook al loog de bewijslast er niet om. Mede door de procedure als een poging tot staatsgreep weer te geven wist Erdogan de schade te beperken.

Het sluimerende conflict sloeg zo om in een regelrechte oorlog. Erdogan nam wraak door een groot aantal aanklagers en politiefunctionarissen te laten overplaatsen, ontslaan of arresteren.

Daarnaast werden tot de Gülen-beweging behorende media en ondernemingen onder beheer geplaatst of onteigend. Erdogans toorn leek geen grenzen te hebben, maar achteraf beschouwd gingen de maatregelen tegen de Gülenisten lang niet zo ver als ze hadden kunnen gaan.

Onaantastbaar

De AKP overwoog dat een te rigoureuze afstraffing een maatschappijontwrichtend effect op de staat zou hebben, met als consequentie dat veel Gülen-volgelingen hun positie in de staat konden behouden. Volgelingen van de imam die zich binnen de strijdkrachten hadden genesteld, werden na 2013 om vergelijkbare redenen ongemoeid gelaten.

Er speelde meer dan de vrees voor chaos. Erdogan, die in 2014 president was geworden, was zich na tal van verkiezingsoverwinningen onaantastbaar gaan voelen, zelfs voor zijn nieuwe aartsvijanden. Het ontbreken van de geringste aanwijzing dat hij informanten binnen de strijdkrachten liet plaatsen om ongewenste tendensen te signaleren, vindt hier een verklaring.

Dit jaar zou tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de hoge militaire raad (YAS) echter worden besloten tot een ingrijpende herstructurering van het militair apparaat. Een aantal groepen daarbinnen, waaronder volgelingen van Gülen, raakten in paniek.

15 juli

En zo werd het 15 juli jl. In de avonduren van die dag ondernam een groep militairen bestaande uit Gülen-volgelingen en een mengelmoesje van andere opportunisten, een poging om met veel geweld de macht te grijpen en de AKP van de troon te stoten.

Wie het initiatief nam is tot op heden onduidelijk. Zoals het onduidelijk is of Fethullah Gülen er de opdracht toe gaf. De AKP-regering doet het zo voorkomen en de meeste Turken zijn daar eveneens van overtuigd. Het is ook niet uitgesloten, maar overtuigende bewijzen ontbreken vooralsnog. Daardoor blijft het bijvoorbeeld mogelijk dat de Gülen-volgelingen binnen de strijdkrachten op eigen houtje handelden en veronderstelden dat hun geestelijke leider achteraf wel met hun daden zou instemmen.

Een belangrijk aspect is dat de coupplegers steun meenden te krijgen van de bevolking. Dat wil zeggen, van de Turken die bij verkiezingen niet op de AKP stemmen. Daarin vergisten ze zich deerlijk, want de eerder genoemde consensus tegen een volgende staatsgreep was ondertussen alleen maar gegroeid.

Er leeft onder de ‘andere vijftig procent’ weliswaar veel haat ten aanzien van Erdogan, maar ook de overtuiging dat hem alleen langs democratische wegen de macht mag worden ontnomen. Dat de coupplegers dit niet in overweging namen is het grootste raadsel van 15 juli. Door het gebrek aan steun uit de bevolking was de poging tot staatsgreep in ieder geval bij voorbaat tot mislukken gedoemd.

Onvoorwaardelijke campagne

In de hierop volgende weken kwamen de eerdere bedenkingen bij de AKP over een onvoorwaardelijke campagne tegen de Gülen-beweging volledig te vervallen. Vooralsnog zijn 76.597 Turken geschorst en 4.897 ontslagen, waaronder 3000 militairen. Daarnaast zijn 40.029 personen aangehouden, waarvan er 20.355 in voorarrest worden gehouden in afwachting van een proces. Het zijn er zoveel dat 33.000 veroordeelde gevangenen moeten worden vrijgelaten om ruimte te maken in de gevangenissen.

In lang niet alle gevallen is er een verband met de couppoging, of zelfs met de Gülen-beweging, want het is duidelijk dat de AKP-regering de na 15 juli afgekondigde noodtoestand aangrijpt om zich van allerlei critici te ontdoen. Zo bevinden zich onder de meer dan 3000 recentelijk geschorste academici ondertekenaars van een petitie tegen de oorlog die Turkije in het Zuidoosten tegen de PKK voert. Met de Gülen-beweging hebben zij niets van doen.

Nieuw probleem

Het einde van de zuivering is nog lang niet in zicht. Mede gezien berichten dat maatregelen zullen worden getroffen tegen nog eens 50.000 ambtenaren, kan het totaal aantal schorsingen, ontslagen en arrestaties eenvoudig tot ver boven de 100.000 op zal lopen.

Daarmee ontstaat een nieuw probleem. De AKP kan onmogelijk iedereen laten opsluiten. Zelfs wanneer ook de zwaarste criminelen worden vrijgelaten blijft het daartoe aan ruimte in de gevangenissen ontbreken. Zo dreigt een grote groep diep gefrustreerde outcasts binnen de samenleving te ontstaan die zich niet kan bevrijden van de beschuldigingen en waarvan het daardoor bijvoorbeeld niet te verwachten valt dat ze nog snel werk zullen vinden.

Dat het demoniseren van een zo grote groep tot een maatschappelijk probleem zal leiden is zo goed als zeker, al valt op dit moment niet te voorzien wat voor vormen het aan kan nemen.

Milities

Inde nasleep van de couppoging wordt de AKP voor meer problemen gesteld. Het zware offensief tegen de Gülen-beweging plaatst de regeringspartij voor een oud probleem, want ook nu weer mist zij het hoger opgeleid kader binnen de eigen gelederen om vrijgekomen posities binnen de staat op te vullen. Dat gepensioneerde rechters worden opgeroepen om ontslagen collega’s te vervangen is veelzeggend.

Verder verschijnen er berichten over dat andere religieuze sektes dan de Gülen-beweging nu posities binnen de staat krijgen. Daarbij gaat het niet zelden om sektes van een uiterst bedenkelijk allooi. Bij de politie was dat al voor de couppoging gaande. In Zuidoost Turkije worden al een tijd politieagenten gezien met lange baarden, die weliswaar een politie-uniform dragen, maar waarvan wordt verondersteld dat ze in werkelijkheid deel uitmaken van duistere milities. Het uiterlijk van sommige leden daarvan suggereert dat ze uit Syrië afkomstig zijn.

30 augustus

Militairen zijn momenteel nauwelijks zichtbaar in het Zuidoosten. Dat de politie hun taak daar overneemt is een indicatie van een aanhoudende crisis met de strijdkrachten sinds de couppoging.

Een andere signaal in deze richting ontstond op 30 augustus jl., de dag waarop Turkije traditiegetrouw de overwinning viert op de Grieken tijdens de onafhankelijkheidsoorlog. Voorheen stond die dag bekend als ‘de dag van de strijdkrachten’, maar daar was dit jaar niets van te merken. Het werd een erg vlakke bedoening, waarbij de militairen niet zoals voorheen de gelegenheid kregen om zich op allerlei manieren te manifesteren ten opzichte van de bevolking.

De sinds 2011 bestaande status quo waarin de militairen zich zonder meer schikten naar de regering lijkt een deuk opgelopen te hebben. Seculier nationalistische militairen nemen de regering kwalijk dat zij de infiltratie van de staat door de Gülen-beweging zo ver liet komen en menen dat het aan hun ingrijpen te danken is dat een succesvolle staatsgreep kon worden voorkomen.

Oude sentimenten

Oude sentimenten leven op in de strijdkrachten, zoals een nieuwe hang naar Atatürks strikte seculiere waarden. De benoeming van de zeer religieuze en conservatieve voormalig generaal Adnan Tanriverdi, die tevens aan het hoofd staat van de schimmige militaire onderneming SADAT, tot adviseur van Erdogan, werd dan ook erg slecht ontvangen binnen militaire kringen. Hetzelfde geldt voor het feit dat vrouwelijke politie-agenten voortaan een hoofddoek mogen dragen. Jarenlang schikten de militairen zich naar dergelijke ingrepen door de AKP, maar die periode lijkt tot het verleden te zijn gaan behoren.

De militairen lijken weer een militaire rol voor zich op te gaan eisen. Als het daarbij blijft… Een ervaren waarnemer van de Turkse politiek die veel contacten onderhoudt met militairen zei weliswaar een tweede staatsgreep uit te sluiten, maar hield sterk rekening met aanslagen vanuit de strijdkrachten op AKP-politici, waaronder op Erdogan.

Er is alle reden om aan te nemen dat de regering die dreiging serieus neemt. Bij de gebruikelijke militaire plechtigheid op 30 augustus bij Atatürks mausoleum in Ankara werden officieren op hun identiteit gecontroleerd, mochten zij geen wapens dragen, en moesten ze door metaaldetectiepoortje lopen. een niet eerder vertoond tafereel. Speciale eenheden van de politie vormden een muur tussen de militairen en Erdogan en droegen ground-to-air wapens bij zich die ingezet kunnen worden tegen drones. Geen tekenen van groot vertrouwen in de strijdkrachten, integendeel. De gevolgtrekking dat de militairen een grotere bedreiging voor Erdogan en de AKP vormden dan veertien jaar geleden lijkt gerechtsvaardigd.

In korte tijd zijn veel nieuwe dilemma’s en dreigingen ontstaan die de diepte van de crisis illustreren waar Turkije zich sinds 15 juli in is komen te bevinden. Tel daar de onder de noodtoestand lijdende economie, de eindeloze oorlog met de PKK en de dreiging van de Islamitische Staat bij op, alsmede het risico dat Turkije verstrikt raakt in het Syrische moeras, en het is duidelijk dat dit land geen zekere toekomst tegemoet gaat.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politiek biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen).

1 REACTIE

  1. Hoi Peter, was je kwijt. Je verschijnt niet meer op Joop! Ondanks dat ik vaak met je oneens ben, geloof ik dat jouw column objectief is. Objectiviteit is trouwens nu ver te zoeken op Joop!….of wherever

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here