Een nieuwe Turkse krant, en wat daaraan voorafging… (COLUMN)

0
7

karar index

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – De laatste veertien jaar is er niet een Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) geweest, maar waren er twee, of zelfs drie.

De eerste AKP begon nadat de partij, die een samenwerking aanging met de beweging rond imam Fethullah Gülen, in 2002 voor het eerst een regering had gevormd.

Er ontstond iets nieuws. Door nadrukkelijk te kiezen voor EU-lidmaatschap leek de AKP te breken met de antiwesterse opstelling van de Milli Görüs-beweging waar ze uit voortkwam.

Met een uitbreiding van het beleid van de voorgaande regering om te voldoen aan EU-eisen over toetreding legde de AKP een volgende versnelling in op weg naar EU-lidmaatschap. Dit kwam tot uiting in hervormingen, maar ook in een offensief tegen de seculiere nationalisten, die vanuit hun posities in de staat democratisering in de weg stonden.

Turkije werd zo in rap tempo democratischer. Bovendien begon er uitzicht te ontstaan op oplossingen voor slepende kwesties, zoals het Koerdische probleem. Tel daarbij op dat door een succesvolle samenwerking met het IMF ook de economie tot een niet geringe ontwikkeling kwam, en het AKP-beleid viel alleszins te verdedigen.

Met dit beleid vond de partij steun in brede lagen van de bevolking. Niet alleen bij conservatieve Turken, maar ook bij liberalen, democraten en zelfs bij socialisten. Over rechtszaken rond belediging van de toenmalig premier, de huidig president Recep Tayyip Erdogan, las je toen nooit iets in de kranten (nu lopen daar tegen de 2000 zaken over, terwijl de liberalen, democraten en socialisten het op een lopen hebben gezet).

Ook in de EU was veel applaus hoorbaar over het AKP-beleid, al bleef men daar streng vasthouden aan eisen rond toelating waar nog geen antwoord op was gegeven (in tegenstelling tot de huidige tendens, maar het was nog ver voor de vluchtelingencrisis).

Seculiere nationalisten

Ondanks de jubelstemming was er ook kritiek. De seculiere nationalisten vonden dat de AKP zich heiliger voordeed dan ze was. Zij waren ervan overtuigd dat Turkije onder een islamistische partij op den duur niet democratischer, maar minder democratisch zou worden. Verder leefde hier de verwachting dat de AKP uiteindelijk haar ware aard zou verraden met een afbraak van het Turkse secularisme. Daarbij viel nogal eens het onplezierige klinkende begrip takiyya.

Met hun beweringen leken de seculiere nationalisten de plank volledig mis te slaan. Turkije maakte wat betreft democratisering immers een sprong voorwaarts en van meer religieuze invloed op de samenleving viel niets te merken. Goed, de AKP wilde het verbod op de hoofddoek in openbare gebouwen afschaffen, maar daar viel vanuit mensenrechtenperspectief juist veel voor te zeggen.

Nu weten we dat seculiere nationalisten in veel opzichten gelijk kregen, maar toen kwam hun sombere vooruitzicht over als een gemene samenzweringstheorie, afkomstig uit een verzuurd segment van de samenleving dat in het verleden was blijven hangen en niet kon verkroppen dat het de macht was kwijtgeraakt.

Ergenekon

Achteraf beschouwd begon de omslag in 2006. Dat jaar leidde een crisis rond Cyprus tot bevriezing van veel onderhandelingspunten over EU-toetreding. Als gevolg ontstond in Turkije het gevoel dat het voldoen aan EU-eisen nergens meer toe kon leiden. Bij de AKP maakte euro-enthousiasme plaats voor euro-cynisme.

De tweede AKP begon in 2008 met de Ergenekon-procedure. Tot de Gülen-beweging behorende aanklagers lieten, aangemoedigd door de AKP, honderden militairen en burgers arresteren op verdenking van een samenzwering die naar men zei tot een staatsgreep had geleid als er niet was ingegrepen.

Omdat militairen vier keer een Turkse regering tot vertrek dwongen maakte deze verdenking aanvankelijk indruk, maar geleidelijk aan raakten veel Turken ervan overtuigd dat er nooit een samenzwering was geweest en dat het verhaal was bedacht om critici te neutraliseren.

Er ontstond een heksenjacht, en daarmee een klimaat van angst, waarin men als de dood was om met de Ergenekon-verdachten in verband gebracht te worden. Het was de tijd waarin de batterij uit de mobiel werd gehaald uit angst om afgeluisterd te worden. En de tijd waarin Turkije zijn bedenkelijke reputatie vestigde als land waar journalisten worden opgesloten.

Gezipark

De hardhandige beëindiging van het vreedzaam begonnen protest tegen de afbraak van Istanbuls Gezipark in 2013 bevestigde dat de periode van hervormingen definitief voorbij was. Autocratische tendensen kwamen ervoor in de plaats.

Dwars door de Ergenekon-periode was de AKP een aaneengesloten geheel gebleven. In 2007 werd de partijprominent Abdüllatif Sener weliswaar afgevoerd, maar dat kwam omdat hij over het economiebeleid van mening verschilde met de partijleiding. Verder waren er geen interne strubbelingen.

Dat laatste veranderde met Gezipark, waar deel drie van AKP werd ingeluid. Abdullah Gül, die in 2007 president was geworden, maakte van zijn hart geen moordkuil en bekritiseerde openlijk het door Erdogan geprezen harde optreden van de politie. Ook vicepremier Bülent Arinc had daar zijn twijfels over. Maar vooral Gül maakte destijds al kenbaar dat hij de AKP graag zag terugkeren naar de hervormingen uit de eerste jaren.

Gülen

Hetzelfde jaar sloeg een langzaam gegroeid conflict tussen Erdogan en Gülen na een jarenlange samenwerking om in een totale oorlog. De veroordeelden in verband met Ergenekon kwamen vrij en maakten plaats voor Gülens volgelingen.

Op zich bestaan er goede redenen om Gülen en zijn beweging ter verantwoording te roepen. De ‘parallelle staat’ gedoopte Gülen-beweging werd voor Erdogan en zijn medestanders in de media echter een verzamelbak waar iedere dwarsligger in past. Zo kwam er een sfeer om te hangen die doet denken aan Ergenekon in het vorige decennium.

Weer een heksenjacht dus. Eerst was men bang om met Ergenekon in verband gebracht te worden, nu leeft de angst voor een associatie met de parallelle staat; McCarthyisme ten voeten uit.

Gül

Neem wat er gebeurde nadat het Constitutioneel Hof twee weken geleden oordeelde dat het voorarrest van twee van spionage beschuldigde journalisten onrechtmatig was. In Erdogans media kwam een campagne op gang om de leden van het hof met de Gülen-beweging te associëren. En dat terwijl het Constitutioneel Hof niet eens erg lang geleden nog uitspraken deed waar de Gülen-beweging verre van blij mee was.

Dat de meeste leden van het Constitutioneel Hof onder het presidentschap van Gül werden benoemd leidt er verder toe dat Erdogans mediavrienden ook hem met de parallelle staat associëren.

Dat laatste staat niet op zich, want er wordt recentelijk veel over gespeculeerd of Gül, Arinc en andere AKP-dissidenten een nieuwe partij zullen oprichten. De geruchten daaromtrent werden kracht bijgezet door berichten dat de heren kantoorruimte huurden in Ankara.

Er wordt aangenomen dat Gül cum suis terug willen naar de koers van hervormingen waar de AKP in haar eerste jaren succes mee boekte. Wellicht kan hij met dat argument aanspraak maken op Gülens (voormalige) achterban, die bij verkiezingen paradoxaal genoeg ook nu nog vaak AKP stemt.

Moet Erdogan hier bang voor zijn? Omdat de Erdogan-gezinde media Gül al een tijd in diskrediet brengen zou je het aldus kunnen begrijpen. Daarbij wordt overigens dankbaar gebruik gemaakt van het feit dat Gülen eerder de voorkeur aan Gül gaf boven Erdogan.

Charisma

Gül weet zich geconfronteerd met het charisma van Erdogan. In combinatie met een dosis nationalistische samenzweringstheorieën, weet de huidige president de nadelen van zijn beleid voor Turkije daarmee efficiënt weg te moffelen.

Daarnaast wordt Gül gehandicapt door een gebrek aan haar op de tanden, waardoor hij niet goed van zich af kan bijten tegenover de immer assertieve Erdogan.

Bij dit alles speelt uiteraard de vraag wanneer de Turken weer naar de stembus gaan. Officieel zouden verkiezingen nog bijna vier jaar op zich kunnen doen wachten. Geluiden dat de onmogelijke situatie rond de invoering van een nieuwe grondwet op veel kortere termijn tot verkiezingen zullen leiden zijn echter nog niet verstomd geraakt.

Over hun politieke plannen hullen Gül, Arinc en andere AKP-dissidenten zich vooralsnog in volledig stilzwijgen; al zou je dat ook een betekenisvol stilzwijgen kunnen noemen. Los daarvan is er echter een zekere beweging zichtbaar in het politiek spectrum.

Karar

Onlangs verscheen een nieuwe Turkse krant: Karar (beslissing). Op het eerste gezicht lijkt het een AKP-gezinde krant in het rijtje van Aksam, Star, Yeni Safak etc. Dat blijkt ook uit de medewerkers, die veelal van deze dergelijke dagbladen afkomstig zijn. Het verschil is dat Karar weliswaar pro-AKP is, maar niet pro-Erdogan.

Anders gezegd, Karar is representatief voor de AKP-vleugel die, evenals Gül, een terugkeer wenst naar het beleid uit de eerste jaren van de partij; naar deel een van de AKP.

Hakan Albayrak is een van de journalisten van Karar. Eerder runde hij een kleine krant: Dirilis Postasi. Daarin toonde Albayrak zich verrukt over Erdogans bijdrage aan de islamistische zaak. Hij riep Erdogan echter ook op om af te zien van alleenheerschappij via een presidentieel systeem. Daarmee sloot hij aan bij Gül die evenmin iets ziet in een supermachtig presidentschap.

Albayrak moest het bezuren. Een telefoontje uit Ankara was voldoende om de adverteerders in Dirilis Postasi op de vlucht te jagen. Een paar weken later was het gedaan met de krant. Dat Albayrak vervolgens welkom was bij Karar zegt wel iets.

Terwijl het nog in nevelen gehuld is of Gül tot het oprichten van een nieuwe partij zal beslissen, lijkt de onderliggende beweging daarvan al een eigen krant te hebben.

Gaan we binnenkort uit Erdogans media vernemen dat Karar aan de Gülen-beweging verbonden is?

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politiek biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here