Over de grondwet; nieuwe verkiezingen, referendum of coup? (COLUMN)

0
14

tr grondwet index

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – De huidige grondwet van Turkije dateert uit 1982 en werd opgesteld onder het gezag van de twee jaar daarvoor bij een staatsgreep aan de macht gekomen militaire junta.

De grondwet werd via een referendum bekrachtigd. Dat klinkt democratisch, maar was het verre van, omdat de bevolking in een klimaat van angst en repressie een keuze moest maken. Activisten en vakbondsleiders werden gemarteld in gevangenissen, terwijl de media onder een strenge censuur vielen.

In de loop der jaren is veel gesleuteld aan de grondwet van 1982. Maar liefst tweederde van de artikelen werd bij 65 grondwetswijzigingen aangepast, waarvan een aantal onder de thans regerende Partij voor Gerechtigheid en ontwikkeling (AKP). Een deel daarvan werd bij een referendum in 2010 door de bevolking bevestigd, wat inhoudt dat de AKP de huidige grondwet als rechtmatig accepteerde.

Al die wijzingen zorgden ervoor dat de huidige grondwet nog maar beperkt overeenkomt met die van 1982, al werd het zo een tamelijk incoherent geheel. Bovendien bleef de grondwet ondanks de wijzigingen de geest van het militaire gezag ademen, wat naar voren komt in het restrictieve karakter.

In plaats daarvan kan een grondwet ook vanuit de optiek van vrijheid worden opgesteld, wat in de democratisch opzicht uiteraard de voorkeur geniet.

Consensus

Onder de partijen in het Turkse parlement bestaat een consensus over de wenselijkheid van een nieuwe grondwet, dat is op zich het punt niet. Het probleem schuilt in de sterk uiteenlopende opvattingen over wat voor de oude grondwet in de plaats moet komen.

Het struikelpunt is vooral de door president Erdogan kenbaar gemaakte wens over een grondwettelijke invoering van een presidentieel systeem. De oppositie twijfelt hevig aan het democratische gehalte daarvan.

Op zich hoeft een presidentieel systeem niet minder democratisch te zijn dan een parlementaire bestuursvorm. Het gaat dan ook meer om de invulling die Erdogan eraan wil geven. Bij verschillende gelegenheden liet hij doorschemeren de scheiding der machten te willen nuanceren (‘een harmonie der machten’ stelt hij, lees: de afschaffing van de scheiding). Daardoor zou de president supervisie krijgen over onafhankelijk staatsinstanties als het Constitutioneel Hof en de Centrale Bank. Erdogan zou met andere woorden de absolute alleenheerser worden.

De scheiding der machten is een hoeksteen van de democratie. De geschiedenis leert ook dat het zelden of nooit tot iets goeds leidt wanneer een man alle macht in handen krijgt.

Omdat de oppositie zich verzet tegen Erdogans opvattingen over een nieuwe grondwet is het proces dat daartoe moet leiden muurvast komen te zitten. De Republikeinse Volkspartij (CHP) stapte uit de parlementaire commissie rond de nieuwe grondwet en wil daar alleen terug komen wanneer het presidentieel systeem van tafel gaat.

Handdoek

De AKP kan een eenzijdig opgestelde grondwet niet zelfstandig invoeren. Daartoe ontbreekt het de partij aan de benodigde tweederde meerderheid. Evenmin kan de AKP hierover oproepen tot een referendum. Daartoe heeft de partij veertien zetels te weinig.

Overigens had de AKP die mogelijkheid wel in 2010, maar toen hield men het zoals gesteld bij een referendum over een aanpassing van de bestaande grondwet.

Erdogan was destijds nog premier en bracht de invoering van een presidentieel systeem in die positie nimmer ter sprake. Sterker nog, hij vond de bestaande bevoegdheden van de president toen te ver gaan.

Nadat hij zelf president was geworden veranderde Erdogan radicaal van inzicht. Sindsdien kent de invoering van een presidentieel systeem de hoogste prioriteit voor hem. Hoewel premier Davutoglu heeft gezegd daar minder aan te hechten, wordt Erdogan hier door de AKP overwegend in gesteund. De AKP zal dan ook niet zomaar de handdoek in de ring zal gooien over een nieuwe grondwet.

Het valt moeilijk te voorspellen wat de AKP zal ondernemen om Turkije onder het presidentieel systeem uit Erdogans dromen te brengen, maar er zijn verschillende scenario’s denkbaar.

Nieuwe verkiezingen of referendum

De eerste optie bestaat uit nieuwe verkiezingen. Voor de AKP is dat niet onvoordelig, in aanmerking genomen dat over de Partij van de Nationale Beweging (MHP) en de Democratische Volkspartij (HDP) sterk wordt getwijfeld of zij bij volgende verkiezingen in staat zijn de hoge kiesdrempel van tien procent te halen.

Lukt dat niet dan krijgt de AKP zeker een meerderheid die voldoende is om er op eigen houtje een nieuwe grondwet door te jagen. Nadeel is dat drie algemene verkiezingen in twee jaar tijd erg bont wordt; in het buitenland zal het tot de indruk leiden dat er net zo lang verkiezingen worden gehouden tot de president zijn zin krijgt.

Premier Davutoglu sloot nieuwe verkiezingen uit. Hij beschuldigde journalisten die daarover schrijven zelfs van verraad. Het ontstane vermoeden onder hen kon hij zo echter zeker niet geheel wegnemen.

Ook Erdogans woordvoerder Ibrahim Kalin sprak de komst van nieuwe verkiezingen tegen. In plaats daarvan zal er volgens hem een referendum komen. Zoals gesteld ontbreekt het de AKP daartoe echter aan de benodigde zetels in het parlement.

Een mouw die aan dat laatste te passen valt is het verkrijgen van steun van een andere partij. Wat betreft de CHP en de HDP is dat uitgesloten, maar met de MHP liggen er misschien mogelijkheden. Deze ultranationalistische partij zou geneigd kunnen zijn tot steun aan een referendum over een nieuwe grondwet in ruil voor een hardere aanpak van de Koerdische PKK en/of het Koerdische vraagstuk. De vraag is echter hoeveel harder de Koerden nog aangepakt kunnen worden door de Turkse staat. Dat wil zeggen, zonder in termen als massamoord te denken. Bovendien moet nog maar blijken of de MHP als het puntje bij paaltje komt wel akkoord gaat met een presidentieel systeem en zaken als een einde van de scheiding der machten.

Türkes

Een andere mogelijkheid is het losweken van tot andere partijen behorende parlementariërs. Met de voormalige MHP-volksvertegenwoordiger Tugrul Türkes leverde de AKP dat kunstje vorig jaar al eerder. Na als enige toegehapt te hebben op Davutoglus voorstel om tot een tijdelijke regering toe te treden, verliet hij de MHP en werd hij vicepremier voor de AKP. Te overwegen valt dat die positie tot de voorwaarden van Türkes’ behoorde; zoals te overwegen valt dat zijn overstap een lieve duit heeft gekost.

Verder is momenteel veel te doen over de volksvertegenwoordiger en voormalige CHP-leider Deniz Baykal. Hij komt Erdogan de laatste tijd erg tegemoet in zijn uitspraken, wat tot de veronderstelling leidt dat hij naar de AKP zal overstappen.

Dan moeten hem echter nog dertien andere volksvertegenwoordigers volgen. Of meer nog voor de zekerheid, want het staat vooraf niet vast of alle AKP-leden in het parlement zullen instemmen met een referendum. Het is in theorie mogelijk dat een aantal fractieleden de kant kiest van dissidenten binnen de partij – zoals voormalig vicepremier Bülent Arinc – en daarom tegen een referendum stemt.

Referendum met minder dan 330 zetels

Vooralsnog heb ik het over een referendum ten aanzien van een nieuwe grondwet. Als zodanig formuleerde Erdogans woordvoerder het echter niet toen hij een referendum in het vooruitzicht stelde. Daar kan een addertje onder het gras zitten, want tot een referendum over een andere thema dan een nieuwe grondwet kan de AKP wel met het huidige zetelaantal oproepen.

Wat voor referendum dan? Wel, een over de invoering van een presidentieel systeem. De uitslag daarvan zou niet bindend zijn, maar dat mag met een AKP-meerderheid in het parlement geen probleem zijn. Het zou een wereld van mogelijkheden openen. Zoals een clausule over het recht van de president om zelfstandig op te roepen tot een referendum. Dan kan die volksraadpleging over een nieuwe grondwet er alsnog komen.

Er passen kanttekeningen bij het scenario waarin het tot een referendum komt.

Als het referendum zoals in 1982 wordt gehouden in een klimaat van angst zal er dezelfde besmette bijklank aan komen te hangen als destijds. Met andere woorden, het wordt dan een oneerlijk referendum met een laag democratisch gehalte.

Europese waarnemers van de verkiezingen op 1 november constateerden dat die niet eerlijk verliepen. Het politieke geweld waar Turkije sinds de vorige zomer in werd gedompeld was daar niet de enige oorzaak van. Daarnaast schortte er teveel aan de mediavrijheid om van eerlijke verkiezingen te kunnen spreken.

Met het sluiten van Tv-kanalen en het onder overheidsbeheer plaatsen van kranten is het sinds november alleen maar verder bergafwaarts gegaan met de mediavrijheid in Turkije. Bovendien is het politieke geweld toegenomen. Daardoor is het uitgesloten dat een referendum in de nabije toekomst wel als eerlijk zal worden gekwalificeerd door Europese waarnemers.

Opiniepeilingen

Het zal Erdogan een zorg zijn hoe in het buitenland wordt geoordeeld over de omstandigheden waaronder een referendum wordt gehouden. Voor hem telt alleen de uitslag. Een grotere zorg voor hem zal zijn dat die niet vooraf vaststaat.

Als alle Turken die in november AKP stemden meegaan in Erdogans wensen over een nieuwe grondwet is dat al te weinig, want toen werd de vijftig procent net niet gehaald. Daar komt bij dat opiniepeilingen over de laatste jaren uitwezen dat de meeste Turken afwijzend tegenover een supermachtig presidentschap stonden. Wat betreft ‘de andere vijftig procent’ spreekt dat voor zich, maar ook ondervraagde AKP-stemmers dachten er vaak zo over.

Evenals uitslagen van opiniepeilingen over het Syrië-beleid schitteren die over een presidentieel systeem de laatste tijd door afwezigheid in de media. Terwijl opiniepeilers, waaronder die van de AKP, daar toch zeker onderzoek naar zullen doen.

Voor zover de uitslagen nu positief zijn over een presidentieel systeem zou Erdogan ze zeker graag in de media zien. Daar zijn ze dus echter in geen velden of wegen te bekennen, en dat wijst niet op vertrouwen in de uitslag van een referendum.

Maar zelfs als de publieke opinie over een presidentieel systeem positief zou zijn blijft er voor Erdogan een probleem bestaan rond een referendum (of eventuele nieuwe verkiezingen), want de procedure daaromtrent moet nog beginnen. Het voorstel tot een referendum zou nog door het parlement moeten en dat kost tijd. Bovendien is de zomer aanstaande en die periode leent zich minder voor een stembusgang.

Een referendum zou daardoor op zijn vroegst waarschijnlijk pas in het najaar gehouden kunnen worden. Het is de vraag of Erdogan zoveel geduld op kan brengen, want zijn begeerte naar de aan een presidentieel systeem verbonden bevoegdheden is groot. Bovendien lopen er procedures tegen hem bij het Constitutioneel Hof die hij uiteraard graag de pas af zou willen snijden via een nieuwe grondwet.

Constitutioneel Hof

Daarmee blijft een scenario over: Erdogan bruuskeert de grondwettelijke bepalingen en kondigt zonder referendum een nieuwe grondwet af. Het gerucht doet de ronde dat zijn medewerkers in het geheim een nieuwe grondwet hebben opgesteld waarmee hij Turkije binnenkort voor een voldongen feit zou willen plaatsen. Toegegeven, het klinkt absurd voor een democratische rechtsstaat, maar in Turkije valt nu eenmaal niets meer uit te sluiten.

Vergeet niet dat Erdogan de grondwet al verschillende malen aan zijn laars lapte sinds hij het presidentschap accepteerde. Dat deed hij niet alleen door te weigeren om zich als president boven de partijen op te stellen – wat onder nadere tot uiting kwam in interventies binnen de dagelijkse politiek – maar vooral ook met zijn verklaring van vorig jaar waarin hij stelde dat Turkije al een presidentieel systeem kent. Aan de scheiding der machten kon hij langs die weg echter niets veranderen, waardoor met name het Constitutioneel Hof een sta-in-de-weg voor hem blijft.

Erdogan bevestigde zijn disrespect voor de grondwet vorige week toen hij zei het Constitutioneel Hof niet te gehoorzamen. Vervolgens beschuldigde hij het hof ervan dat het zelf in strijd met de grondwet handelde, maar daarmee pleit hij zich niet vrij. Een beslissing van het Constitutioneel Hof is altijd bindend, ook als de president meent dat die uitspraak zich scheef verhoudt tot de grondwet.

Omdat Erdogan in een aantal opzichten de grondwet al heeft geschonden, staat het verre van vast dat hij die op andere gebieden wel zal respecteren. Die onzekerheid leidt tot de vraag of Turkije momenteel eigenlijk wel een grondwet heeft. Grondwetten zijn van die dingen die alleen voor de volle honderd procent kunnen bestaan. Een beperkte naleving van de grondwet (door het staatshoofd) betekent geen grondwet.

En zo treedt Erdogan in de voetsporen van Abdulhamid, de sultan die de grondwet van het Ottomaanse Rijk in 1878 afschafte en daarmee de absolute macht greep. Erdogan lijkt nu alleszins hetzelfde pad te bewandelen. Niet zo vreemd, want Abdulhamid is zijn rolmodel en is ook al talloze malen met hem vergeleken.

Coup

Verder is het de vraag of Erdogans nieuwe grondwet dat woord wel waard zal zijn. Een decreet waarin de alleenheerschappij van de president wordt bevestigd en korte metten wordt gemaakt met de scheiding der machten is iets anders dan een grondwet waarin de vrijheden en rechten van de bevolking vooropstaan.

Het uitblijven van een volksraadpleging zou de invoering van een nieuwe grondwet in ieder geval illegaal maken. Het zou neerkomen op een misdaad tegen de constitutie, wat geïnterpreteerd kan worden als een coup.

Het ego van Erdogan is nu echter zo groot dat hij wellicht denkt overal mee weg te kunnen komen. Hij meent de strijdkrachten in zijn zak te hebben en dat een groot deel van de bevolking naar de ultieme sterke man verlangt in zijn persoon. Bovendien verwacht hij gezien de vluchtelingencrisis geen kritiek uit het buitenland.

Nieuwe verkiezingen, een referendum, of een coup? Volgens welk scenario het zal lopen zullen we in de loop van dit jaar weten. Er hangt een climax in de lucht, zoveel is duidelijk.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here