Journalisten op vrije voeten; een bekentenis van de premier (COLUMN)

0
6

dundar gul images

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – 92 dagen geleden werd de hoofdredacteur van de krant Cumhuriyet, Can Dündar, samen met zijn collega Erdem Gül gearresteerd. Aanleiding was een artikel in Cumhuriyet over wapentransporten van de nationale inlichtingendienst MIT naar Syrië. Dündar en Gül werden in verband daarmee onder andere ‘lidmaatschap van een terroristische organisatie’ verweten.

Gisteren kwam het Constitutioneel Hof tot het oordeel dat de grondwettelijke rechten van Dündar en Gül zijn geschonden en dat zij het proces tegen hen in vrijheid mogen afwachten. In de vroege ochtend kwamen beide journalisten vandaag op vrije voeten, met de beperking dat zij Turkije niet mogen verlaten.

Grondwet

De uitspraak van het Constitutioneel Hof toont eens te meer dat deze onafhankelijke staatsinstantie een van de laatste strohalmen is waar Turken wat betreft de rechtsstaat in hun land houvast aan hebben.

Nog wel tenminste, want als de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) de grondwet krijgt die ze wenst zou het wel eens snel gedaan kunnen zijn met de scheiding der machten in Turkije, en daarmee met de onafhankelijkheid van het Constitutioneel Hof. President Erdogan, die zich vaak mateloos ergert aan het hof, deed regelmatig uitspraken in die richting.

Kalin

Erdogan drong vorig jaar aan op de vervolging van Dündar en Gül, waarna justitie in actie kwam. Bij geen enkele gelegenheid zei hij dat het voorarrest waar de journalisten zich in bevonden in strijd was met de grondwet.

Nadat zij de gevangenis hadden verlaten verklaarde de presidentiële woordvoerder, Ibrahim Kalin, dat de zaak rond Dündar en Gül ‘nauw gevolgd’ zal worden, waarbij hij benadrukte dat de uitspraak van het Constitutioneel Hof geen vrijspraak inhoudt.

Kalin vroeg zich af waarom Turkije geen recht zou hebben om Dündar en Gül te vervolgen als westerse landen dat met de klokkenluiders Julian Assange, Edward Snowden en Bradley (tegenwoordig Chelsea) Manning doen, of willen doen.

De vergelijking gaat niet op, want wat Cumhuriyet deed was het publiceren van gegevens en beeldmateriaal dat van buitenaf was aangeleverd, zoals kranten dat wereldwijd deden met de informatie van Assange, Snowden en Manning. Daar is in geen enkel land een journalist voor in staat van beschuldiging gesteld, maar in Turkije gebeurde dat wel met Dündar en Gül.

Verjaardag

We hadden bij Turksnieuws graag de reactie van Erdogan willen horen toen hij over de beslissing van het Constitutioneel Hof vernam.

Ironisch genoeg konden Dündar en Gül op Erdogans verjaardag de gevangenis achter zich laten. Een domper op de feestvreugde rond de verjaarspartij, die onder andere gevierd wordt met een Noord-Koreaans aandoende mars van 2023 (!) scholieren voor het presidentieel paleis.

Al Jazeera

Het is een treffende samenloop der omstandigheden dat de beslissing van het Constitutioneel Hof volgde op een opmerkelijke uitspraak van premier Davutoglu eerder deze week. Tijdens een interview op het nieuwskanaal Al Jazeera zei hij het volgende tegenover een doortastende journalist:

‘Ondanks de steun van Russische luchtaanvallen is het Syrische regime er nog steeds niet in geslaagd om Idlib en Aleppo in bezit te nemen… Hoe zouden ze zich daar kunnen verdedigen zonder steun van Turkije… De echte gematigde Syrische oppositie is er dankzij Turkije. Als het regime niet in staat is om alle gebieden van het land te controleren, dan is dat dankzij steun van Turkije en andere landen.’

Hè, hè, het hoge woord is eruit bij Davutoglu: hij heeft toegegeven dat Turkije de ‘gematigde oppositie’ steunt. En aangezien die oppositie zich met deze steun tegen het regime van al-Assad kan verdedigen zal het niet gaan om een broodje Döner. Wapens dus. Precies wat we al wisten sinds de aanhouding van dat MIT-transport begin 2014 en de publicatie in Cumhuriyet.

Paraplu

Davutoglu verschuilt zich achter de gematigde status van door zijn regering gesteunde rebellen. Een ieder die iets verder kijkt dan de neus lang is weet echter dat de gematigde oppositie een uiterst kort bestaan had en onder de paraplu van hetzij het al-Qaeda derivaat Jahbat al-Nusra, dan wel de Islamitische Staat is komen te vallen. Dat geldt ook voor de Turkmen in Syrië. Dat wil zeggen, de jihadisten onder hen, want er zijn ook Turkmen die aan de kant van Koerden strijden. Maar hoe dan ook, steun voor de zogenaamde gematigde oppositie, in de vorm van wapens of wat dan ook, komt terecht bij organsiaties die wereldwijd als ’terroristisch’ te boek staan.

In een belangrijk opzicht doet het er echter niet eens toe wie in Syrië de steun ontvangt waarmee weerstand geboden wordt tegen de troepen van al-Assad. Wat Davutoglu zei bewijst sowieso dat Turkije intervenieert binnen een ander land, wat volgens internationale wetten een zwaar vergrijp is.

ICC

Turkije overtreedt aldus het VN-handvest over non-interventie en het recht op soevereiniteit van landen binnen de eigen grenzen.

De bevoegdheid om hierover te oordelen berust bij het Internationaal Strafhof (ICC), maar Turkije heeft het daaraan verbonden Verdrag van Rome niet ondertekend (Syrië heeft dat overigens evenmin). Wie er hoop op gevestigd heeft dat Davutoglu en Erdogan zich ooit in Den Haag moeten verdedigen over hun streken in Syrië komt dus van een koude kermis thuis.

PYD/YPG

Volgens Davutoglu hebben de aan de Koerdische Democratische Eenheidspartij (PYD) en de daaraan verbonden militaire vleugel YPG, de aanslag op 17 februari in Ankara op hun geweten. PYD/YPG zou dat gedaan hebben als verlengstuk van het regime van al-Assad.

Of het werkelijk zo zit is verre van duidelijk. Niet in de laatste plaats omdat het heel goed mogelijk is dat de aan de Koerdische PKK verbonden organisatie TAK de aanslag pleegde in verband met de oorlog in Zuidoost Turkije.

Maat laten we nu eens aannemen dat PYD/YPG inderdaad verantwoordelijk is. Valt de aanslag in Ankara dan niet in dezelfde categorie als het geweld van door Turkije gesteunde groepen in Syrië? Met andere woorden, wat Davutoglu de PYD/YPG verwijt voor al-Assad te doen in Turkije, doet de door hem gesteunde, niet zo matige oppositie in Syrië.

Wat aan de ene kant een ‘vrijheidstrijder’ wordt genoemd, heet aan de andere kant een ‘terrorist’, en vice versa. Gezegden als ‘koekje van eigen deeg’ en ‘de pot verwijt de ketel’ dringen zich op.

Als de aanslag in Ankara door de PYD/YPG werd gepleegd toont de tijdlijn echter dat het een reactie was op wat Turkije in Syrië doet en niet andersom. Dat wil zeker niet zeggen dat de aanslag daarmee te billijken valt. Dat valt geen enkele aanslag; verklaarbaar is niet hetzelfde als begrijpelijk.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here