Goldfinger in Turkije (ANALYSE)

13
17

cyanide

Istanbul/Peter Edel (ANALYSE) – Dit (lange) artikel verscheen al eerder, alleen niet op Turksnieuws. Dat komt goed uit, want het onderwerp is de laatste tijd weer actueel geworden. Waarom blijkt aan het einde van deze geactualiseerde en aangepaste versie.

Bergama

Bergama ligt in Izmir, de Turkse provincie aan de Egeïsche Zee. Toeristengidsen vermelden het als archeologische locatie, maar er ligt ook een fabriek waar gouderts wordt verwerkt. In dit artikel vormt de goudmijn bij die fabriek het beginpunt van een historische excursie. Beginnend in de jaren negentig en eindigend in het heden.

Van goudwinning in Bergama, een mysterieuze moord op een professor en het veelbesproken Ergenekon-proces, naar het conflict tussen premier Erdogan en de in de VS woonachtige imam Fethullah Gülen dat Turkije sinds twee jaar in de ban houdt. Uiteenlopende onderwerpen, maar met zoals zal blijken, directe verbanden.

In 1989 kreeg Euro Gold, een dochteronderneming van het Australische Normandy, een vergunning om goud te winnen nabij Bergama. Het klonk de bewoners van de nabijgelegen dorpen, Ovacik en Narlica, als muziek in de oren. Van goud kon je niet armer worden, al was het maar omdat Euro Gold werkgelegenheid zou brengen. De vreugde was echter van korte duur.

In eerste instantie liet Euro Gold tot verbijstering van de dorpsbewoners al veel olijfbomen kappen. De stemming sloeg verder om toen het besef doordrong dat bij verwerking van gouderts het giftige cyanide wordt gebruikt. Er werd niet alleen gevreesd voor de gezondheid, maar ook voor de agrarische industrie waarvan de regio afhankelijk is. Dat incidenten in deze industrietak niet uitgesloten waren bleek in 2000 met een ongeluk bij een goudmijn in Roemenië.

Protestbeweging

Als gevolg ontstond een van de meest actieve protestbewegingen in de Turkse geschiedenis. Er werd gedemonstreerd, lokaal en in Istanbul. Ook werden juridische procedures aangespannen, maar telkens wanneer die gewonnen leken vond Euro Gold een uitweg om de exploitatie van de mijn voort te zetten.

In 2001 werd Turkije door een economische crisis getroffen en raakte de regering van het land meer geïnteresseerd in goudwinning. Turkije werd destijds geregeerd door een coalitie van drie partijen, met aan het hoofd premier Bülent Ecevit van de Democratisch Links Partij (DSP).

Twee DSP-parlementsleden presenteerden een rapport over het goud in de Turkse bodem. Daar was zoveel van voorhanden dat men meende bij grootschalige winning geen beroep te hoeven doen op het IMF om uit de economische malaise te komen. Als bonus bestond uitzicht op 25.000 arbeidsplaatsen.

Het plan tot uitbreiding van goudwinning viel goed in de Turkse media. Ook in kringen rond de strijdkrachten was men ervoor te porren. Belangrijk, want de militairen waren (toen nog) een politieke factor van betekenis in Turkije.

De voorstanders herkenden een hindernis in de bezwaren van de lokale bevolking. Ook al omdat hun protest al tot bedenkingen bij potentiële investeerders had geleid. Tijdens een bezoek van een delegatie hoge militairen aan Bergama was landmachtgeneraal Hursit Tolon duidelijk over het protest: ‘sommige kwaadaardige personen zijn tegen het gebruik van cyanide, omdat het de bodem zou vervuilen’, zei hij. Tolons luchtmachtcollega Asparuk noemde het protest zelfs ‘een bedreiging van de nationale veiligheid’.

Hablemitoglu

De protesterende dorpelingen vonden begrip en steun bij een aantal think tanks van de Duitse politiek: de Friedrich Ebert, Konrad Adenauer, Heinrich Boell, en Friedrich Naumann stichtingen, alsmede het Oriënt-instituut. De Duitsers bekommerden zich om het milieu, maar Turkse kranten als Milliyet en Hurriyet wisten beter: de regering in Berlijn wilde voorkomen dat Turkije zou stoppen met het importeren van goud uit Duitsland en organiseerde daarom het protest in Bergama ten einde het Turkse goudproject te saboteren.

Aldus stond het verwoord in het boek Duitse organisaties en de zaak rond Bergama van de seculier-nationalistische professor Necip Hablemitoglu. Gezien de gevoeligheid onder Turken voor theorieën waarin buitenlandse machten Turkije ten gronde willen richten, had dit boek de potentie om het protest de mond te snoeren.

De kern van het boek bestond uit een onder door Hablemitoglu aan een Duits ministerie toegeschreven document, dat volgens hem het ultieme bewijs was van een samenzwering tegen Turkije. Na een onderzoek door de Turkse ambassade in Berlijn ontstond echter twijfel over de authenticiteit; aan de indruk van een vervalsing viel niet te ontkomen.

Later verklaarde Hasan Gökvardar, een voormalige PR-manager van Euro Gold, dat Hablemitoglu door zijn eerdere werkgever van informatie was voorzien, alsmede van financiële middelen om zijn boek te schrijven.

Yüksel

De twijfel over Hablemitoglus boek weerhield de al even seculier-nationalistische aanklager Nuh Mete Yüksel er niet om het als basis te gebruiken voor een rechtszaak tegen vertegenwoordigers van de Duitse stichtingen in Turkije.

Op 26 december 2002 – een maand na de verkiezingsoverwinning van de Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) – presenteerde Yüksel zijn aanklacht. Daarin werden de Duitsers niet alleen van spionage beschuldigd, maar ook van een poging om het seculiere stelsel in Turkije te ondermijnen. Yüksel kwam tot die beschuldiging omdat hij uitging van contacten tussen de Duitse stichtingen en de islamitische mensenrechtenorganisatie Mazlumder.

Sefa Taskin, die voorheen burgemeester van Bergama was en zich solidair verklaarde met de dorpelingen, werd eveneens door Yüksel aangeklaagd. Taskin tastte erover in het duister waarom Duitsland werd verweten het goudproject in Turkije te torpederen. Hij benadrukte dat de onderneming Normandy, waar Euro Gold toe behoorde, een partner was van de Duitse Metal Gesellschaft. Verder zei Taskin dat de Dresdner Bank een krediet van vijftien miljoen euro aan Euro Gold verstrekte en dat die onderneming zelfs het beruchte cyanide uit Duitsland betrok.

Een kleine week voor het verschijnen van Yüksels aanklacht werd Hablemitoglu vermoord in Ankara. Onder mysterieuze omstandigheden, maar het kwam de Turkse goudlobby niet verkeerd uit. De gewelddadige dood van Hablemitoglu bevestigde voor menigeen zijn gelijk. Het leidde weliswaar niet tot een veroordeling van vertegenwoordigers van de Duitse stichtingen, want uiteindelijk eindigde die zaak met vrijspraak. Maar een veroordeling was feitelijk overbodig, want de dood van Hablemitoglu maakte het protest in Bergama nagenoeg monddood. De eigenaar van de mijn hoefde zich daardoor geen zorgen meer te maken over het intrekken van vergunningen, waar eerder sprake van was.

Koza-Altin

Toen Hablemitoglu vermoord werd zat Euro Gold al niet meer in Bergama. De goudmijn wisselde sinds 2001 verschillende keren van eigenaar, om in 2005 in handen te komen van de huidige eigenaar: Koza Altin, een onderneming van de Turkse familie Ipek, die verder onder andere de kranten Millet en Bugün en de nieuwskanalen Bugün TV en Kanal Türk bezit.

De Ipeks zijn nauw verbonden aan de beweging rond imam Fethullah Gülen. Bugün, Millet, Bugün TV en Kanaltürk zullen Gülen en zijn beweging dan ook onder alle omstandigheden verdedigen.

De aankoop van de goudmijn was een slimme zet van de familie Ipek. Er werd een relatief laag bedrag voor de goudmijn betaald, maar in 2007 was de beurswaarde van Koza Altin al gestegen tot twee miljard dollar. Dat er goed verdiend werd aan de goudwinning kwam mede omdat de AKP-regering, waar de Gülen-beweging (toen nog) nauw mee samenwerkte, belastingvoordelen bood aan Koza.

Wanneer Koza en de Gülen-beweging op de milieuaspecten van goudwinning werden aangesproken refereerde men doodleuk aan het boek van Hablemitoglu. Gülens krant Todays Zaman bagatelliseerde de risico’s van cyanide en verwees naar Hablemitoglus boek om het protest verdacht te maken. Dat deed de krant in een artikel met de veelzeggende titel Protest tegen goudwinning wordt gecontroleerd vanuit het buitenland:

‘Professor Necip Hablemitoglu van de Ankara universiteit heeft een uitvoerig onderzoek gedaan naar het Bergama-incident en schreef een boek getiteld Duitse organisaties en de zaak rond Bergama, waarin hij stelt dat de dorpelingen die reageerden tegen de goudwinning in Bergama werden misleid door een aantal Duitse organisaties. Volgens Hablemitoglu gebruikten de Duitsers het milieuargument om de dorpelingen te misleiden en hun eigen economische belangen te dienen. Bijna de helft van de goudimport door Turkije is inderdaad afkomstig uit Duitsland. Kortom, Hablemitoglu beschuldigde de Duitse organisaties van het saboteren van goudwinning in Turkije. Op 18-12-2002 werd hij vervolgens doodgeschoten.’

Zoals gesteld werden Hablemitoglus beschuldigingen aan het adres van de Duitse stichtingen kracht bijgezet door zijn dood. Het valt te overwegen dat Koza-Altin, en daarmee de Gülen-beweging, tot degenen behoorden die daarbij gebaat waren.

MIT

De schittering van goud maakt een overtuigde tegenstander tot een betrouwbare bron, want Todays Zaman repte er met geen woord over dat Hablemitoglu een uitgesproken criticus was van Gülen en zijn beweging. De uiterst seculiere professor werkte aan een onthullend boek over de invloed van Gülens volgelingen binnen de Turkse politie, dat een jaar na zijn dood zou verschijnen.

Verder zou Hablemitoglu op de nominatie hebben gestaan om een positie te krijgen binnen MIT, de nationale inlichtingendienst van Turkije. Dat stond haaks op de plannen van de Gülenbeweging. Althans, die conclusie kan verbonden worden aan berichten in de Turkse media uit die tijd, waaruit blijkt dat Gülens volgelingen probeerden invloed binnen MIT te krijgen.

De eerder genoemde aanklager Nuh Mete Yüksel was al even gekant tegen Gülen. Een jaar voor hij zijn zaak tegen de Duitse stichtingen begon initieerde hij een proces tegen Gülen, naar aanleiding van een uitgelekte video waarop de imam zijn volgelingen opriep zich binnen de Turkse staat te verschuilen. Gülen zat toen al veilig in de VS, maar Yüksel zette de zaak door. In zijn tenlastelegging nam hij informatie op die afkomstig was van Hablemitoglu.

De carrière van Yüksel als aanklager duurde toen overigens niet lang meer. Nadat hij in opspraak was gekomen door een seksvideo waarin hij de hoofdrol speelde, verdween Yüksel van het toneel. Zijn proces tegen Gülen eindigde vier jaar later met vrijspraak, waarbij de kanttekening past dat de invloed van de imam binnen justitie tegen die tijd sterk was gegroeid. Niet in de laatste plaats omdat toenmalig premier Erdogan hem dat toestond.

Ergenekon

Na de moord op Hablemitoglu legden berichten in de Turkse media verbanden met de Gülen-beweging. Gülens toenmalige advocaat Orhan Erdemli ontkende de geringste betrokkenheid. Daarna werd het een aantal jaar stil, maar vanaf 2008 kwam de moord op Hablemitoglu wederom in het nieuws, al stond die gebeurtenis toen opeens in een ander daglicht.

In 2008 ging de juridische procedure van start tegen Ergenekon, de vermeende samenzwering tegen de AKP en de Gülenbeweging. Met Gülen geassocieerde aanklagers lieten meer dan 200 militairen, politici, journalisten en intellectuelen arresteren op verdenking van Ergenekon-lidmaatschap, waaronder de eerder genoemde generaal Tolon.

De meeste Ergenekonverdachten werden vervolgd omdat zij vanuit hun kemalistische secularisme kritiek hadden op de religieus georiënteerde AKP en de Gülenbeweging. Daarmee werd het voor velen een politiek proces. Toch bevonden zich onder de verdachten ook een aantal ‘echte’ criminelen. Een van hen was Veli Kücük. Deze voormalige gendarmecommandant was eerder al herhaaldelijk in verband gebracht met de ‘diepe staat’, een schimmige structuur in de staat die niet alleen talloze moorden pleegde, maar ook in de drugshandel betrokken was.

Ergenekon bleek al snel niet identiek te zijn aan de diepe staat, maar toch werd Kücük tijdens het proces in verband gebracht met verschillende moorden. Dat wil zeggen, met moorden waarmee de aanklagers dachten te kunnen bewijzen dat er een staatsgreep werd beraamd. Voor moorden die daarbuiten vielen werd Kücük niet vervolgd.

In ieder geval werd Kücük tijdens het Ergenkon-tribunaal als verdacht aangemerkt voor de moord op Hablemitoglu. Een geheime getuige verklaarde dat hij opdracht gaf aan de eveneens voor Ergenekon gearresteerde Osman Gürbüz om Hablemitoglu om te leggen. Dat een andere Ergenekon-verdachte, Durmus Anucin, verschillende malen verklaard had dat hij de moordenaar was werd door justitie in de wind geslagen.

Voor de aanklagers in het Ergenekon-proces was de moord op Hablemitoglu onderdeel van een serie false flag operaties die ten onrechte aan islamisten zouden worden toegeschreven. Zo moest chaos ontstaan, ten einde de AKP in diskrediet te brengen en het publiek warm te maken voor een staatsgreep.

Wederom werd een link met Duitsland gelegd. Ergenekon zou bij de moord op Hablemitoglu samengewerkt hebben met de Duitse geheime dienst GSG 9. Het bewijs bestond uit de vlucht naar Duitsland van Bedrettin Dalan, de oud-burgemeester van Istanbul en vermeend lid van Ergenekon. Dalan werd ook inderdaad in Duitsland gezien. Dat hij een paspoort kreeg van de Duitse inlichtingendienst BND was echter niet meer dan een gerucht, waarschijnlijk bedacht om een van de vele gaten in de Ergenekonzaak dicht te smeren. Meer ‘bewijs’ was er niet over een Duits aandeel bij de moord op Hablemitoglu.

Güney

Een van de hoekstenen van het Ergenekon-proces bestond uit de verklaringen van de enigmatische Tuncay Güney. Laatsgenoemde was persoonlijk bekend met zowel Gülen als Kücük. Hij verklaarde bovendien dat die twee geen onbekenden van elkaar waren. Het begin van betrekkingen tussen de generaal en de imam ging volgens Güney terug naar de jaren zestig, toen de imam en de generaal aangesloten waren bij een met de diepe staat geassocieerde anticommunistische organisatie.

Volgens Güney waren er ook later nog contacten tussen Kücük en de Gülenbeweging. Zo zou Kücük in de jaren negentig geholpen hebben bij het starten van een Gülenschool in Noord-Irak. Güney is een merkwaardige klant, maar Gülen duikt hoe dan ook vaker op in het bizarre landschap rond Ergenekon.

Güney werd niet vervolgd. Opvallend, want veel Ergenekon-verdachten werden als zodanig aangemerkt juist omdat ze andere verdachten kenden. Gold ook voor Güney, maar hij ging vrijuit. Politie en justitie stonden zelfs toe dat hij zich op het Amerikaanse continent vestigde. Hielden de aanklagers hem liever ver uit de buurt tijdens het proces omdat zij selectief gebruik wilden maken van zijn verklaringen?

De Ergenekon-verdachten werden tot vaak lange gevangenisstraffen veroordeeld. Ze kwamen echter zonder uitzondering op vrije voeten nadat het conflict tussen Erdogan en Gülen was omgeslagen in een regelrechte oorlog. Ten aanzien van hen die veroordeeld werden omdat ze kritiek hadden op de AKP en de Gülen-beweging was dat een goede zaak. Daar stond echter het schandaal tegenover dat een aantal regelrechte criminelen eveneens vrijkwam. Zij waren weliswaar niet vervolgd voor hun werkelijke misdaden, maar toch…

Bergama nu

Terug naar Bergama. Voor de inwoners van de dorpen is weinig ten goede veranderd sinds de goudmijn in handen kwam van Koza. Gesteund door Gülens media begon de onderneming een campagne om de bevolking ervan te overtuigen dat het gebruik van cyanide geen risico voor de gezondheid inhoudt.

Eerder hield Euro Gold al vol dat cyanideoplossingen onder invloed van zonlicht en lucht verdampt en daarna geen kwaad meer kan aanrichten, maar er bestaat veel twijfel over deze bewering. Bovendien komen bij het proces andere giftige stoffen vrij, zoals arsenicum.

Om goodwill te kweken liet Koza huizen bouwen in de dorpen en werden inwoners in dienst genomen. Toch zijn de meeste dorpelingen nog altijd verre van ingenomen met de goudverwerking in hun omgeving.

Aangezien er weinig gouderts meer in de bodem zat, werd de mijn in Bergama getransformeerd tot een fabriek voor verwerking van goud uit andere mijnen in Turkije. Dit betekende meer gebruik van cyanide dan ooit tevoren. Het opvoeren van de productiecapaciteit ging vervolgens gepaard met de aanleg van een reservoir voor met cyanide vervuild afval.

Dit reservoir ligt op respectievelijk 300 en 400 meter afstand van de dorpen Ovacik en Narlica, hoewel een afstand minimum van 1000 meter tot leefgebieden de internationale norm is. Volgens Koza kan het allemaal geen kwaad en zijn ongelukken uitgesloten. Precies wat de bouwers van de Titanic en de kernenenergiecentrale in Fukushima beweerden…

Aardbeving

Turkije wordt vaak door aardbevingen getroffen. In Bergama, dat nota bene in de buurt van een breuklijn ligt, kan dat ook gebeuren. Volgens de ‘cyanidelobby’ herstelt de natuur zich vrij snel na vervuild te zijn geraakt met cyanide. Maar zelfs als dat zo is, blijft de vraag hoe lang het zal duren voordat de consument weer bereid is om groenten en fruit te eten uit een gebied dat door cyanide is overspoeld. De psychologische lading van het woord cyanide mag niet onderschat worden.

De dorpelingen klagen nu al over negatieve effecten op de gezondheid. Er zou vaker kanker voorkomen. Het is veelzeggend dat geen enkele autoriteit op het idee kwam om dat te onderzoeken. Een journalist uit de regio die zich bezorgd maakt over de risico’s waar de bevolking mee geconfronteerd wordt zei dat hij ‘voor geen goud’ agrarische producten zou eten uit de omgeving van de mijn.

Het had pas veilig in Bergama geworden wanneer Koza de verwerking van goud met cyanide naar een schaars bevolkt en niet-agrarisch gebied verplaatste. Er zijn veel van dergelijke gebieden in Turkije. Koza wilde het daaraan verbonden kostenplaatje echter niet voor haar rekening nemen.

Er is de Mammon dienende Gülenbeweging veel aan gelegen om inkomsten te genereren. Onder andere om het wereldwijde onderwijsnetwerk, en daarmee Gülens invloed, uit te breiden. Van aan de beweging verbonden ondernemers wordt verwacht dat ze daar hun steentje aan bijdragen, dus ook van Koza.

Wat stellen de belangen van een paar dorpen voor bij die van een religieuze multinational die miljarden dollars vertegenwoordigt? Erg weinig val te vrezen. Toch zou het niet fair zijn om de Gülenbeweging als geheel verantwoordelijk te stellen voor de risico’s waar Koza het gebied rond Bergama aan blootstelt. Het is zelfs de vraag of de meeste volgelingen en sympathisanten van Gülen ooit van de fabriek hebben gehoord. Staat dan weer tegenover dat Gülens media nimmer kritiek op Koza zullen hebben.

Zarrab

Eind 2013 kwam een definitief einde aan de samenwerking tussen Gülen de AKP. Gülens aanklagers dreven de AKP vervolgens in het nauw, met onder andere een corruptieschandaal rond de controversiële goud-voor-oliedeal tussen Turkije en Iran. De uit Iran afkomstige zakenman Reza Zarrab stond daarin centraal. Destijds verscheen in de regeringsgezinde krant Yeni Safak het bericht dat Zarrab goud kocht van Koza, maar de onderneming ontkende dat ten stelligste.

Na de onthullingen over corruptie sloeg Erdogan door Gülens volgelingen uit politie en justitie weg te zuiveren. Koza-Altin werden echter evenmin ontzien, want een van de goudmijnen van de onderneming moest sluiten. Officieel omdat er geen vergunningen getoond konden worden. Het gevolg was een scherpe daling van de beurswaarde.

De maatregel tegen Koza-Altin volgde zeker niet uit milieuzorgen bij de AKP. In plaats daarvan leert het tijdstip dat de sluiting een consequentie was van het conflict tussen Erdogan en Gülen. De voor de Gülenbeweging belangrijke Bank Asya kreeg hetzelfde jaar bijvoorbeeld met een onderzoek te maken, waardoor de waarde daarvan eveneens een dreun kreeg.

Dit jaar kreeg Koza meer te verduren. Op 1 september jl. viel de politie binnen bij de mediatakken van het concern. Zoals bij de krant Bugün, die op deze dag foto’s had geplaatst omtrent wapentransporten naar Syrië door MIT.

Tv-kanalen van de familie Koza werden geweerd van de Turkse TV en haar kranten kregen op 29 oktober jl. te maken met ‘beheerders’ die eerder voor de regeringsgezinde Calik holding werkten. De voorzitter van de raad van bestuur, Akin Ipek, werd samen met personeel beschuldigd van het financieren van de ‘Fethullah Terrorisme-organisatie (FETÖ)’, alsmede van het verspreiden van propaganda daarvoor.

Onderzoek

Op 9 december jl. werd bekend dat de hoofdaanklager in Ankara een onderzoek gelast heeft naar verbanden tussen de ‘parallelle structuur’ (dat wil zeggen, de Gülen-beweging) en een aantal onopgeloste overlijdensgevallen en moorden.

Genoemd werden Behcet Oktay, het hoofd van een speciale politie-eenheid die in 2009 onder verdachte omstandigheden dood werd aangetroffen, al werd eerder aangenomen dat hij zichzelf om het leven had gebracht. Verder betreft het onderzoek de dood van Didem Yaylali, een kandidaat-rechter die op 2013 dood in haar hotelkamer werd gevonden.

Daarnaast verklaarde de hoofdaanklager dat er een nieuw onderzoek op gang komt naar een connectie tussen de Gülen-beweging en de moord op Necip Hablemitoglu. Waar dit in feite op neerkomt is dat de aanwijzingen over een dergelijke verband die destijds in de Turkse media opdoken nu worden opgepoetst. In de jaren waarin de AKP en de Gülen-beweging broederlijk samenwerkten was het taboe om dit thema te bespreken, maar sinds de samenwerking is omgeslagen in een oorlog is dat anders komen te liggen.

Komt uit dit onderzoek overtuigend bewijs naar voren over de betrokkenheid van de Gülen-beweging bij moorden, dan zal dat zeker verwelkomd worden door de AKP. Die claimt immers dat Gülen aan het hoofd staat van een terroristische organisatie, terwijl er vooralsnog geen bewijs voor handen is om dat te onderbouwen. Sterker nog, er zijn geen op dit moment geen sluitende bewijzen dat de Gülen-beweging zich op enige wijze aan geweld schuldig maakte.

Een nieuw onderzoek naar de moord op Hablemitoglu zou sowieso interessante informatie op kunnen leveren. Bijvoorbeeld over de door Ergenekon-getuige Tuncay Güney gesuggereerde connectie tussen Gülen en voormalig gendarmegeneraal Veli Kücük. En van daaruit over de connectie tussen Gülen en de diepe staat.

Het lijdt geen twijfel dat het nieuwe onderzoek naar onder andere de moord op Hablemitoglu nauw verband houdt met de in voorbereiding zijnde procedure tegen Gülen en een aantal van zijn volgelingen. Het valt te hopen dat dit, in tegenstelling tot de Ergenkon-procedure, wel een eerlijk proces zal worden en dat daarbij bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt zal worden van vervalst bewijs. Vanzelfsprekend is een eerlijk proces echter geenszins. Daarvoor is de greep van de AKP op justitie te sterk geworden in de de laatste twee jaar. Bovendien zullen de aanklagers weten dat ze een grens bereiken wanneer hun onderzoek in de buurt van de AKP belandt.

Dat laatste is zeker niet uitgesloten, want de AKP liet de Gülen-beweging jarenlang haar gang gaan en stond bijvoorbeeld toe dat journalisten vervolgd werden om geen andere reden dan dat ze daar kritiek op hadden. Die beperkingen in aanmerking genomen zal het echter toch fascinerend zijn om te zien wat de hoofdaanklager in Ankara op tafel zal weten te krijgen om Gülen met terrorisme te associëren.

Uitlevering

Overigens is de Turkse regering via de advocatenkantoren Amsterdam en Partners LLP en Fox Rothschild LLP een procedure in de VS begonnen om Gülen uitgeleverd te krijgen. Daarbij bedienen de advocaten zich van door Turkse burgers ingediende klachten; burgers die menen het slachtoffer van Gülen te zijn geworden.

Gülen heeft onlangs 21 dagen van een Amerikaanse rechter gekregen om zich tegen deze klachten te verdedigen. Het zal echter nog wel even duren voordat de rechter tot een uitspraak komt. Dat kan gevolgen hebben voor het tijdstip waarop het proces tegen de imam zal beginnen in Turkije. Komt het daar eenmaal van dan staat Turkije het tweede ‘proces van de eeuw’ te wachten (het Ergenekon-proces werd destijds al zo genoemd).

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012 uitgeverij EPO, Antwerpen)

Foto: Peter Edel (het cyanidereservoir van Koza-Altin nabij Bergama)

13 REACTIES

  1. Dit zijn de betere columns Edel, mijn complimenten.
    Ik heb weliswaar nauwelijks begrepen wat nou precies de cohesie was tussen alle samen geraapte onderwerpjes en dingetjes in het stuk, maar belangrijker is dat het een enorm verhaal is waar Edel lang mee bezig is geweest. En zolang hij met dit soort vaagheden bezig is kan hij verder niet veel schade aan het imago van de actuele Turkse economie toebrengen.
    .
    Proficiat!

    • Laten we het eens over jouw pathologische inbreng hebben. Heb je het zo slecht thuis dat je je zure reacties ellenlang herhaalt op deze site. Je bent te zielig voor woorden en dan wil je deze tekst van Edel niet wederom afzeiken. De essentie van het verhaal is ook nu dat de politiek van de heren stinkt. Letterlijk en figuurlijk. De burger is de klos en jij als rechtse Turk zal het een biet zijn hoe het is met de mensen daar. cyanide in je glas svp!

        • Dikke vriendjes zo te zien..echt achterlijk! Trouwens je nick past goed bij vooral niet veranderen! Advies haal kp weg en zet er Turk neer!

        • Het deel van de politiek van de heren dat stinkt is verwaarloosbaar klein vergeleken bij de vele, vele, vele, vele goede dingen die ook op het conto staan van dezelfde heren. Het volk maakt simpelweg een rekensom en concludeert dat de deugden vele malen groter zijn dan de onvermijdelijke zonden, en beloont de huidige regering zeer terecht met de zoveelste verkiezingsoverwinning.
          .
          Natuurlijk kun je, zoals Edel een misstand hier of daar heel breed gaan uitmeten, maar het Turkse volk weet maar al te goed dat dit onder welke regering dan ook zou zijn gebeurd. De bewijzen liggen in het verleden voor het oprapen.
          Met dat verschil dat onder die regeringen het volk met behulp van het hufterige leger het zwijgen werd opgelegd en werd gedwongen aan te zien hoe een select groepje seculieren elkaar onderling de bal toespeelde, terwijl het volk als de lummel in het midden stond en er alleen naar mocht kijken.
          .
          Gelukkig hebben we nu een regering die begrijpt dat je eerst het geld met (veel) ondernemers moet verdienen, voordat je het uitgeeft of een feestje bouwt. En daarbij moet iedere Turk de kans krijgen om dat ondernemerschap aan te gaan, en niet alleen een select groepje.
          .
          En natuurlijk, er zal altijd een (linkse) groep mensen zijn, die liever lui is dan moe. Omdat die groep de handjes niet uit de mouwen wil steken, hebben ze het relatief slechter dan de hard werkende ondernemers, wat de échte reden is waarom dat slag mensen hier op dit forum loopt te klagen over de AKP-regering. Terwijl ze eigenlijk gewoon in de spiegel zouden moeten kijken. Hopelijk zien ze dan een luie donder, die niet meer, beschermd door het leger, ongestraft een graai in de lege Staatskas kan doen.
          Natuurlijk, het is moeilijk om aan dat idee te wennen, en de ontkenningsfase duurt bij hen erg lang, omdat zij nog steeds de ijdele hoop koesteren dat het leger hen ooit weer de macht terug zal bezorgen.
          Godzijdank heeft de AKP regering de hufterige legerleiding van weleer bijna in zijn geheel vervangen door integere leiders die oprecht begaan zijn met het volk en het land, waardoor die hoop ijdel zal blijven.
          .
          En ach, blijven jullie maar dromen van criminele acties met cyanide en polonium in iemands glas doen. Mag allemaal. We zijn niet onder de indruk van dat domme gebabbel.

        • Ik begrijp uw frustratie over het feit dat de hoeveelheid inwoners van Turkije die zich meer bezig willen houden met geloof steeds meer toeneemt. Maar ik moet u daarnaast ook teleurstellen. Natuurlijk heeft voornamelijk de ruzie tussen meneer Erdogan en meneer Gulen een groot gevolg gehad op de onderwijs instituten binnen Turkije. Alleen is dit geen probleem op het lange termijn. Doordat het kenniscentrum van Turkije een dermate groot verandering heeft ondergaan, moeten de systemen en onderwijs instituten opkrabbelen en zorgen dat ze hun zaken op orde hebben. Jarenlang waren ‘Dershaneler’ beroemd om hun goede onderwijs methode. Alleen men vergeet dat dit veel geld kost voor de burger. Het is daarnaast een private onderneming waar docenten meer verdienden. Daarom trokken vaak goede onderwijzers weg uit publieke scholen om meer geld te verdienen in ‘Dershaneler’, waar dit kan. Deze docenten zullen op termijn terugkeren naar legale onderwijsinstellingen en dit zal natuurlijk enkel in het voordeel werken voor een, weer innovatief, Turkije.
          De innovatie in Turkije groeit sinds ongeveer 2010 niet meer of krimpt zelfs, dat wordt niet ontkend. Maar het feit dat de krimp steeds minder wordt en dat daarnaast sommige sectoren wel groeien waarbij exacte vakken een grote rol spelen wordt totaal vermeden in dit artikel. Dan heb ik over het wapen technologie, automotive engineering en farmacie. Deze onderdelen groeien nog steeds. ik vind het erg jammer dat er conclusies worden getrokken binnen het artikel zonder een beeld te schetsen over het totale plaatje. Daarnaast geeft het overheid wel subsidies aan natuurkundige opleidingen zoals High Speed Railway Technology waarbij studenten economische voordelen krijgen als ze binnen deze branche aan de slag willen

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here