Turkse industrie versus de bouwsector (COLUMN)

5
16

raf DSC_2537 jp

Istanbul/Peter Edel (COLUMN) – In het laatste decennium kende de Turkse economie twee belangrijke peilers: binnenlandse vraag en de bouwsector. Veel ondernemers die eerder in andere sectoren actief waren sloegen aan het bouwen omdat daarmee snel en veel geld te verdienen viel.

Hoewel er steeds meer onroerend goed aan buitenlanders wordt verkocht, blijft die markt uiteraard in de eerste plaats op de binnenlandse vraag gericht, waardoor het in verhouding weinig inkomsten uit het buitenland oplevert.

De regering raakte nauw verbonden aan de bouwsector en stimuleerde er de opkomst van. Dat de op exportartikelen gerichte industrie zo verder op de achtergrond raakte werd niet als bezwaar gezien. De forse toename van het tekort op de handelsbalans evenmin. Dat was geen probleem zolang het gefinancierd kon worden met buitenlands kapitaal. En dat vloeide door de financiële crisis in de VS en de EU een tijd in ruime mate naar Turkije. De economie kon zo snel groeien.

Dwars door alle euforie over de groei ontwikkelde zich tegelijkertijd zo echter een situatie waarin de Turks economie kwetsbaar werd voor schokken als gevolg van internationale ontwikkelingen op de langere termijn. Daardoor kwam Turkije internationaal te boek te staan als het meest kwetsbaar onder de zogenaamde fragile five, de vijf landen onder de opkomend economieën die het meest gevoelig zijn voor tegenslagen. De samenstelling van de fragile five verschilt per waarnemer, maar Turkije ontbreekt bij geen van hen.

QE

De omslag kwam in 2013, toen de Turkse lira waarde begon te verliezen en de dollar steeg. De regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) en haar medestanders zochten de oorzaak in het protest rond Istanbuls Gezipark. In werkelijkheid kwam het echter omdat de Amerikaanse Centrale Bank (Fed) begon met het afbouwen van het Quantatitive Easing (QE) programma om de economie van de VS te stimuleren. Dat dit min of meer samenviel met de commotie rond Gezipark was een toeval waar de samenzweringstheoretici binnen de AKP dankbaar gebruik van maakten.

In 2013 had de afbouw van het Amerikaanse QE-programma nog niet tot gevolg dat de voor het financieren van het handelstekort zo noodzakelijke directe buitenlandse investeringen (BDI’s) sterk terugliepen. Die kwamen weliswaar niet meer zo royaal als in de voorgaande jaren, maar bleven aanzienlijk. Vorig jaar en vooral in de eerste maanden van dit jaar veranderde dat.

Volgens het ministerie van Economische Zaken kwamen in de eerste vier maanden van dit jaar nog maar $4.000.000.000 BDI’s naar Turkije, vergeleken met $5.200.000.000 gedurende dezelfde periode vorig jaar; een verschil van 23 procent. Het lijkt nog verder terug te lopen, want in april van dit jaar kwamen $570.000.000 BDI’s naar Turkije, vergeleken met $911.000.000 in dezelfde maand van 2014. Het herstel van de Amerikaanse economie is daar debet aan, maar ontwikkelingen in Turkije zelf spelen ook een rol. Zoals onzekerheid rond de verkiezingen, alsmede groeiende twijfels over de Turkse rechtsstaat onder investeerders.

Lira

De periode waarin de bomen nog tot in de hemel groeiden had aangegrepen kunnen worden om de economie structureel sterker te maken. Als meer nadruk was gelegd op export gerichte industrie, dan was de terugloop van BDI’s minder hard aangekomen. In dat geval had Turkije in ieder geval voor een deel op eigen kracht het tekort op de handelsbalans kunnen verlagen. Nu is dit land wat dat betreft aanvankelijk van voordelen waar het geen greep op heeft, zoals de daling van de olieprijs.

De industrie werd echter een steeds sterker verwaarloosde sector, omdat mede door het regeringsbeleid het accent te sterk op de bouw bleef liggen. Dat de totale economische groei in Turkije gedurende de eerste drie maanden van dit jaar op circa 2,3 procent was, maar die van de industrie slechts 0,8 procent, is veelzeggend.

Ondernemers in de industriesector krijgen nu rake klappen. Door het waardeverlies van de lira en de renteverhoging om de val van deze munteenheid te beteugelen kwamen ondernemers sterk onder druk te staan. Volgens de Kamer van Koophandel in Istanbul wordt nu meer dan de helft van de $30.000.000.000 die de 500 grootste Turkse ondernemingen gezamenlijk opbrengen aangewend om kredieten af te lossen.

Bahcivan

De explosie van bouwprojecten heeft Turkije zeker voordelen gebracht, maar de verleiding van het snelle geld dat daarmee te verdienen viel was zo groot dat te veel ondernemers erin doken en de industrie achter zich lieten. Erdal Bahcivan, het hoofd van de Kamer van Koophandel in Istanbul slaat de spijker op z’n kop:

‘Als industriëlen zijn we niet tegen de bouwsector; we zijn tegen het feit dat iedereen erin is gestapt. Het is zeker waar dat de bouwsector in een land als Turkije een toegevoegde waarde aan de industrie levert. De toenemende trend om van de industrie naar de bouw over te stappen baart ons echter zorgen over de duurzaamheid van zowel de industrie- als de bouwsector en de toekomst van Turkije.’

Bahcivan is niet erg positief gestemd over de ontwikkeling van de Turkse economie. Eerdere verwachtingen van internationale financiële instanties als De Wereldbank en het IMF dat de groei dit jaar boven de drie procent zal stijgen, spreekt hij tegen. Een groei van rond de twee procent lijkt hem realistischer. Een somber vooruitzicht, want daarmee kan Turkije het spook van de werkloosheid bijvoorbeeld niet in de kast houden.

Voor Bahcivan biedt de periode die na de verkiezingen is ontstaan, waarin coalitiebesprekingen centraal zullen staan, een gelegenheid tot het vormen van een nieuw beleid om de economische dreigingen waarmee Turkije wordt geconfronteerd op afstand te houden.

Dat laatste klinkt als een positieve benadering. Door het wantrouwen en de tegenstellingen tussen de partijen is het echter de vraag of Turkije op korte termijn een regering krijgt die de uitdaging aankan om de economie vlot trekken, door de industrie te stimuleren en het land minder afhankelijk te maken van internationale ontwikkelingen. Waar geen twijfel over bestaat is dat de noodzaak van dergelijke economische hervormingen voor verreweg de meeste economen als een paal boven water blijft staan.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

Foto: Peter Edel

5 REACTIES

  1. ‘In werkelijkheid kwam het echter omdat de Amerikaanse Centrale Bank (Fed) begon met het afbouwen van het Quantatitive Easing (QE) programma om de economie van de VS te stimuleren. Dat dit min of meer samenviel met de commotie rond Gezipark was een toeval waar de samenzweringstheoretici binnen de AKP dankbaar gebruik van maakten.’
    .
    Je probeert de werkelijkheid langzaamaan te verdraaien door er achteraf andere verklaringen bij te verzinnen.
    De Lira die tussen 2005 en Mei 2013 steeds rondom de wisselkoers van 2,00 ten opzichte van de euro schommelde begon ineens op te lopen op het moment dat de Gezi Park protesten begonnen. Gedurende de nasleep ervan bleef de koers de rest van 2013 oplopen tot maximaal 3,28 in Januari 2014. Vanaf dat moment besloot de TCMB in te grijpen omdat de situatie de economie van Turkije dreigde te ontwrichten en kwam de Lira uit heer vrije val.
    Deze koersontwikkeling van de Lira in de tijd loopt geenszins synchroon met het afbouwprogramma van de FED, echter wel exact synchroon met de Gezi Park ongeregeldheden.
    .
    De reden van de vrije val had slechts marginaal te maken met het afbouwen van de QE programma’s van de FED. De FED bouwde ook na Januari 2014 gestaag verder af, maar de Lira verloor verder geen terrein meer omdat de TCMB de situatie stabiliseerde.
    Gesteld zou kunnen worden dat de TCMB dus eigenlijk met kunt en vliegwerk een fictieve koers in stand houdt, maar het tegendeel is waar. Het was juist vrij eenvoudig om een verdere val van de Lira te voorkomen, omdat deze door paniek onder beleggers en buitenlandse investeerders veel te ver was gezakt. Alleen al de mededeling van de TCMB dat zij de Lira in bescherming zou nemen was bijkans voldoende om beleggers terug te laten keren naar de Turkse markten.
    .
    Eigenlijk onderbouw je mijn pleidooi zelf al wanneer je stelt: ‘In 2013 had de afbouw van het Amerikaanse QE-programma nog niet tot gevolg dat de voor het financieren van het handelstekort zo noodzakelijke directe buitenlandse investeringen (BDI’s) sterk terugliepen.’
    Daarmee geef je zelf al aan dat de effecten van QE niet synchroon lopen met de Gezi Park perikelen.
    .
    Overigens heeft Turkije zelf al het tekort op het handelstekort opgelost en is dat tegenwoordig geen issue meer. daar waar het IMF en de Wereldbank dit punt tot enkele jaren geleden als het grootste risico voor de Turkse economie aanmerkten, wordt het nu niet meer genoemd. Alleen door personen als jij wordt het vanwege gebrek aan actuele kennis nog altijd als probleem aangemerkt. Turkije heeft dit probleem in 1 klap weggewerkt door een extra importheffing op smartphones te leggen (wat de reden is waarom deze apparaten in Turkije tegenwoordig veel duurder zijn dan in bijv. Nederland). Dat mes snijdt namelijk aan 2 kanten: Ten eerste uiteraard de directe inkomsten uit die belasting, maar ook de verminderende drang van Turken om steeds de nieuwste smartphone aan te schaffen. Smartphones hebben een onevenredig hoog aandeel in het uitgavebudget van Turken en daarmee een heel groot aandeel in het import-overschot. Hiermee ontmoedig je de aankoop van nieuwe apparaten en gaan mensen hun oude apparaten langer gebruiken. Het bespaarde geld kan worden uitgegeven aan lokaal geproduceerde zaken of lokale diensten.

  2. Ik denk dat Stratenmaker gelijk heeft wanneer hij opmerkt dat de lira in waarde verminderde vanwege de beweging rond het Gezipark. Dat valt althans op te maken uit de grafiek van Global-Rates. Com zie http://nl.global-rates.com/rentestanden/centrale-banken/turkse-centrale-bank/cbrt-rente.aspx Uit die grafiek blijkt dat de centrale bank de rente ten tijde van de protesten van nog geen 5 naar ruim 10 % verhoogde om de lira te ondersteunen. Nadien is die weer stapsgewijs verlaagd naar 7,5 % en na een plotselinge waardeling enige weken geleden lijkt de lira zich nu rond 3 lira voor 1 euro te stabiliseren.
    .
    Anderzijds blijkt dat de lirawaarde ten opzichte van februari dit jaar tendentieel is gezakt. Dat heeft voor zover ik weet niets met sociale protesten te maken, dus er moeten ook andere, waarschijnlijk economische factoren in het spel zijn. Dat zou wel met de Amerikaanse afbouw van de EQ te maken kunnen hebben; zeker wanneer de buitenlandse investeerders het laten afweten.
    .
    Veel zorgelijker is de inflatie die zich in mei j.l. tussen de 8,09 en 8,3% bewoog. Van de 20 grote economieën is alleen die in Rusland hoger, maar in andere BRICS-landen (Brazilië, India, China en Zuid-Afrika) beduidend lager, evenals in landen als Indonesië en Mexico zie http://nl.inflation.eu/inflatiecijfers/turkije/inflatie-turkije.aspx Juist die hoge inflatie is onheilspellend, vooral wanneer men bedenkt dat er nog steeds sprake is van een (bescheiden) economische groei van 2%. Dientengevolge zijn de prijzen voor levensonderhoud behoorlijk gestegen. Daarbij moet worden bedacht dat er nog andere factoren zijn die de Turkse economie een knauw kunnen geven. Binnenlands zijn er toenemende spanningen over de vorming van een nieuwe regering, sluimerend ongenoegen en een onberekenbare heer Erdogan. De gang van zaken in het aangrenzende Irak, Syrië en Griekenland kunnen ook in mindere of meerdere mate roet in het eten gooien. Kortom, de positieve berichten zijn schaars; de vooruitzichten op instabiliteit groeien.

  3. Beetje laat, maar alsnog een reactie. In de eerste plaats is het natuurlijk begrijpelijk dat in het buitenland geschrokken werd van het buitenproportionele politiegeweld waarmee een vreedzaam begonnen bezettingsactie werd beëindigd. Toch bagatelliseerde minister van Financiën destijds het effect van de situatie rond Gezipark op de economie. Hij zei toen al dat de gevolgen van de op 23 mei 2013 (vijf dagen dus voor de bezetting van Gezipark begon) aangekondigde afbouw van het Amerikaanse QE-programma veel ingrijpender zouden zijn. Simsek zat er alleen naast toen hij zei dat de Turkse economie snel hersteld zou zijn van die tegenslag.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here