Verkiezingsstrategieën in Turkije [COLUMN]

0
7

verkiezingen1[Door Peter Edel/Istanbul] – Twee maanden voor de verkiezingen in Turkije wordt het tijd voor de kandidatenlijsten.
Op 29 maart leverde een miljoen leden van de oppositievoerende Republikeinse Volkspartij (CHP) hun aandeel in de keuze van de kandidaten. Klinkt lekker democratisch en sluit ook aan bij het nieuwe profiel van de CHP dat partijleider Kemal Kilicdaroglu voor ogen staat. Tot zijn genoegen maakte de oude kemalistische garde in de partij plaats voor een nieuwe generatie politici, waaronder opvallend veel vrouwen.

De andere partijen doen niet aan voorverkiezingen. Van de rechts-nationalistische Partij van de Nationale Beweging (MHP) valt dat ook niet te verwachten. Daar is de wil van de leider traditioneel wet.

De regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) kent evenmin interne democratie. Daar is het aan premier Davutoglu, of president Erdogan, om de kandidatenlijst samen te stellen. De achterban van de AKP zal dat een worst zijn. Die hecht meer aan sterk leiderschap en dwingende conservatieve waarden dan aan democratische fijnzinnigheden

De Koerdisch georiënteerde Democratische Volkspartij (HDP) hield ook al geen voorverkiezingen. Toch zou dat de HDP zeker niet misstaan. Partijleider Selahattin Demirtas dringt immers regelmatig aan op democratisering in Turkije. Waarom dan niet binnen zijn eigen partij?

Dubbel pensioen
CHP-leider Kilicdaroglu beloofde pensioentrekkers een bonus: twee keer per jaar dubbele uitbetaling, tijdens de ramadan en het offerfeest. Premier Davutoglu reageerde afwijzend:

‘Kilicdaroglu kan dat voorstellen omdat hij nooit premier zal worden. Als hij per ongeluk vier minuten die kans krijgt en doet wat hij belooft, dan is een partij als de AKP nodig om te herstellen wat hij heeft aangericht.’

Davutoglu beloofde op zijn beurt dat Istanbul in 2018 op de 25e plaats zal staan van de Global Financial Centers Index, een rangschikking gebaseerd op criteria als beschikbaarheid van opgeleid personeel, belastingwetgeving en corruptie.

Vorig jaar stond Istanbul onder 82 steden op de 44e plaats van de Global Financial Centers Index. Dit jaar twee plaatsen lager. Er ligt dus nog wat werk om de stad in drie jaar negentien posities op te laten schuiven.

Lira
De economie van Turkije blijft zorgen baren. Van de sensationele negen procent groei in 2010 en 2011 is minder dan drie procent over en het einde van de neerwaartse trend is nog niet in zicht. Wanneer buitenlandse investeerders zich door het vooruitzicht van een hogere Amerikaanse rente vaker terugtrekken, het vertrouwen van de consument daalt (sinds februari 5,4 procent lager) en de export niet herstelt, zal de groei verder teruglopen.

Tijdens de bloeiperiode werd onvoldoende geanticipeerd op minder rooskleurige tijden. De kwetsbaarheid waartoe dat leidde vertaalde zich in de val van de Turkse lira. Die bleek slecht opgewassen te zijn tegen de stijgende dollar. Onder de munteenheden van opkomende economieën verloor de lira na de Braziliaanse real het meest. Het door de regering voorgespiegelde grote voordeel voor de export bleef uit, waarmee het nadeel van duurdere import overbleef.

Het slechte presteren van de lira is onder andere verklaard met de lage spaartegoeden bij Turkse banken. Daarnaast valt op dat de munteenheden van emerging economies waar de regeringen heldere voorstellen deden tot economische hervormingen, zoals in India en Indonesië, minder door de duurdere dollar voor hun kiezen kregen dan de lira.

Twilight zone
Turkije bevindt zich wat betreft economische hervormingen in een twilight zone. De huidige vicepremier en economiesupervisor Ali Babacan, wiens naam nauw verbonden ligt aan de bloeiperiode, ziet de noodzaak er zeker van in. Na de verkiezingen zal hij echter afscheid nemen. Zijn opvolging is in nevelen gehuld, wat in het buitenland tot onzekerheid leidt over de toekomst van het Turkse economiebeleid.

Wordt Babacan opgevolgd door Yigit Bulut, de samenzweringstheoreticus die het tot Erdogans economieadviseur schopte, dan zullen buitenlandse investeerders zeker negatief reageren.

De CHP kan van de onduidelijke situatie profiteren door een gedegen visie op de toekomst van de Turkse economie te presenteren. Dat wordt hoog tijd, want die partij laat zich te vaak leiden door kritiek op de AKP en komt daardoor niet toe aan het maken van een eigen punt.

Kemal Dervis
Kilicdaroglu heeft zeker een troef achter de hand, want onlangs verklaarde de econoom Kemal Dervis zich bereid tot medewerking aan het economiebeleid van de CHP, mocht deze partij regeringsverantwoordelijkheid krijgen.

Dervis heeft een uitstekende staat van dienst. Gedurende 22 jaar bekleedde hij diverse prominente posities bij de Wereldbank. Daarnaast was hij voorzitter van de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP. Momenteel is hij vicepresident van het Brookings Instituut. Bij deze Amerikaanse denktank is hij tevens directeur van het ontwikkelingsprogramma voor wereldeconomie.

Na een ingrijpende crisis in Turkije gaf Dervis in 2001, binnen de links-nationalistische coalitie die vooraf ging aan de AKP-periode, vorm aan een succesvolle hervorming van de economie. Daarmee opende hij de weg naar een (eindelijk) succesvolle samenwerking met het IMF, naar de komst van buitenlands kapitaal, en daarmee naar het economische succes van Turkije onder de AKP.

Met deze verdiensten mag van Dervis verondersteld worden dat hij in staat is een overtuigende visie op de toekomst van de Turkse economie te formuleren. Maar hoeveel garen zal de CHP garen spinnen bij deze aanwinst?

Bayrakci
Hakan Bayrakci van de meest betrouwbare opiniepeiler Sonar, verwacht 27-28 procent voor de CHP bij de verkiezingen. Meer winst voorziet hij echter voor de MHP en de HDP.

Voor Bayrakci hangt de politieke toekomst van Turkije af van de vraag of de HDP de kiesdrempel van tien procent haalt. Lukt dat, dan zal de AKP volgens hem niet de 276 zetels krijgen die nodig zijn om zelfstandig te kunnen regeren. Een coalitie van AKP en HDP ligt dan voor de hand.

Peilingen blijven echter peilingen. Bayrakci houdt ook een slag om de arm over de uitslag voor de AKP. Hij voorspelt tussen de 38,5 en 43 procent, wat lager is dan de 47 procent die door peilers van de AKP wordt voorzien. Veel lager dan de inschatting van Bayrakci zal het in ieder geval niet uitpakken. Daarvoor is de greep van de AKP op de lager gesitueerde stemmers via massacliëntelisme te sterk.

G-20
Hoewel de economie zeker meespeelt, blijft een presidentieel systeem de inzet van de verkiezingen. President Erdogan is daar een groot voorstander van. Hij had het daar nooit over toen Abdullah Gül nog president was, maar nu hij dat ambt zelf bekleedt des te meer.

Een van Erdogans argumenten is dat ‘tien van de twintig G-20 landen een presidentieel systeem hebben’ (in feite zes, maar goed). ‘Dus waarom Turkije niet?’, vraagt hij zich af. Een dergelijke bestuursvorm kent volgens hem bovendien economische voordelen.

De ontwikkeling van de economie ondervindt, zo stelt Erdogan, oponthoud door trage besluitvorming in het parlement. Met een machtige president zal het BNP per hoofd van de bevolking toenemen van de € 10.000 nu, tot € 23.000 in 2023, meent hij. Eerder voorspelde Erdogan al een positie voor Turkije onder de tien leidende economieën in 2023.

Kunnen dergelijke beloften vervuld worden? Economen menen dat Turkije zeker potentieel heeft tot verdere groei, maar ook dat het niet vanzelf zal gaan. Beter onderwijs, hightech exportproducten en het maximaal benutten van de banden met de EU, behoren tot de absolute voorwaarden. Dat zijn echter geen punten waar Erdogan veel prioriteit aan toekent.

Het Center for Economics and Business Research (CEBR) voorzag eind vorig jaar dat Turkije, mede door de val van de lira, van de zeventiende naar de negentiende plaats zal dalen op de wereldrangschikking van economieën. Pas in 2019 zal de zeventiende plaats heroverd zijn verwacht het CEBR, terwijl die organisatie voor 2024 een zestiende plaats veronderstelt.

Geen dictatuur
Erdogan sprak vorige week tegen dat een presidentieel systeem tot een dictatuur zal leiden in Turkije:

‘Is er een dictatuur in de VS, Brazilië, Mexico en Frankrijk? Waarom zal die er dan wel in Turkije komen? Het kan een eenmansregering noch een dictatuur brengen.’

Dat binnen Erdogans ‘authentiek Turkse presidentieel systeem’ minder ruimte zal overblijven voor democratische controle dan in de VS en dat hij een einde van de scheiding der machten nastreeft, vertelde hij er deze keer niet bij.

Peter Edel/Istanbul

Van Peter Edel verscheen onlangs De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen).

Volg Peter Edel op twitter.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here