ISTANBUL/Door Peter Edel – Ondanks afwijzende reacties van de oppositiepartijen die tijdens een lange discussie werden geuit, nam het Turkse parlement op 27 maart een nieuwe veiligheidswet aan.
De regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) en premier Davutoglu stonden er op dat de wet in haar originele vorm zou worden aangenomen, maar de bezwaren van de oppositie deden hen een stap terugnemen, waardoor 63 van de oorspronkelijke 132 artikelen van de wet werden geschrapt.
Het voorstel tot de wet werd gepresenteerd na het excessieve geweld tijdens de demonstraties op 6 en 7 oktober vorig jaar rond de belegering van de Koerdische stad Kobani in Syrië door IS. Bij deze demonstraties vielen veertig doden.
De nieuwe veiligheidswet geeft de politie meer bevoegdheden om wapens te gebruiken. Het machtigt politieagenten op demonstranten te schieten om hen ervan te weerhouden eigendommen te vernietigen.
Volgens de wet mag de politie wapens gebruiken tegen hen die scholen, publieke gebouwen en gebedshuizen aanvallen met molotovcocktails, explosieven, ontvlambare verstikkende middelen en andere wapens.
Tijdens bijeenkomsten of demonstraties mogen demonstraten geen vuurwerk, molotovcocktails, ijzeren ballen en/of katapulten bij zich hebben.
Zij die hun gezicht geheel of gedeeltelijk bedekken tijdens demonstraties waarbij propaganda wordt gemaakt voor terroristische organisaties, krijgen een gevangenisstraf van vijf jaar opgelegd, bepaalt de wet.
Volgens de nieuwe veiligheidswet komen synthetische drugs zoals ‘Bonzai’ onder het Turkse strafrecht (TCK) te vallen en worden straffen in verband met deze drugs zwaarder.
Voortaan is het aan gouverneurs om orders aan de politie te geven tot het opsporen van criminelen.
