Turkije: justitie versus inlichtingendienst [COLUMN]

0
2

Op 22 december jl. maakte de Turkse premier Erdogan bekend in zijn huis te zijn afgeluisterd. Bugbusters van de nationale snuffeldienst MIT zouden februari vorig jaar tot die bevinding zijn gekomen. Columnisten vroegen zich af waarom Erdogan er zolang over zweeg. Geen van hen leek zich te kunnen herinneren dat minister voor Europese Zaken Egemen Bagis al in november 2011 vertelde dat gesprekken in Erdogans slaapkamer werden opgenomen door ‘tegenstanders van de regering’. Dat was drie maanden voordat MIT volgens zeggen het afluisteren ontdekte. Vreemd.

Erdogan verdacht personen in zijn directe omgeving. Hij zal het niet over zijn echtgenote Emine hebben gehad, dus doelde hij waarschijnlijk op zijn beveiligers. Dan wordt het interessant dat zij een paar maanden geleden vervangen werden.

Wie beveiligt Erdogan? De politie. En wie heeft veel invloed op de politie? Dat is de in de VS woonachtige imam Fethullah Gülen, die ik op deze website al vaker heb genoemd. Onder andere in verband met het conflict tussen hem en Erdogan.

De imam en de nieuwe diepe staat
Of was het de ‘diepe staat’? Werd namelijk ook gesuggereerd. Een paar jaar geleden werd met de diepe staat nog vooral de kemalistisch georiënteerde structuur bedoeld die de Turkse staat controleerde en manipuleerde. De diepe staat was genesteld in de ambtenarij, de rechtelijke macht, maar vooral binnen de strijdkrachten. Gülens volgelingen binnen justitie ijverden voor het einde van deze machtsfactor. Met succes, want er verdwenen honderden militairen in het cachot.

De oude garde binnen de staat werd rigoureus vervangen door Gülens volgelingen. Dat zo een nieuwe diepe staat ontstond bleef binnen Erdogans Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) niet onopgemerkt. Wordt bevestigd met een uitspraak van columnist Akif Beki, de voormalige perswoordvoerder van Erdogan:

‘Zij die een belangrijke rol speelden bij het verdrijven van de militaire invloed op de diepe staat trachten nu wellicht om het ontstane gat zelf op te vullen’.

Zo sluit Beki aan bij journalist Ahmet Sik, die stelde dat de ‘diepe staat niet werd opgeheven, maar slechts van eigenaar is veranderd.’ Sik mocht vanwege dergelijke uitspraken een jaartje van de Silivri-gevangenis genieten. Omdat hij ‘propaganda maakte voor een terroristische organisatie.’ Wie toen bevestigde wat Sik zei moest uitkijken om niet zelf voor terrorist te worden versleten. Nu zijn soortgelijke geluiden binnen de AKP hoorbaar.

Nieuwe aanval van justitie op MIT
Justitie zat niet stil. Op 2 december bleek dat men daar de rol van MIT wilde onderzoeken bij de vlucht van de Turkse F4-Phantom die afgelopen juni nabij de Syrische kust neerstortte. Er bestaat nog veel onduidelijkheid over dat incident. Een rapport beantwoordde lang niet alle vragen. Het toestel werd niet door een Syrisch projectiel getroffen, maar stortte daar wel door neer…

De familie van een piloot van de Phantom nam een advocaat in de arm. Die wilde weten of de man willens en wetens in een gevaarlijke situatie was gebracht. Hij diende een strafklacht in tegen de bevelhebber van de luchtmacht én tegen MIT-baas Hakan Fidan. Een aanklager in Malatya was vervolgens opportunistisch genoeg om er een zaak van te maken.

In februari werd Fidan ook al door justitie onder de loupe genomen. Toen omdat MIT tot juni 2011 contacten onderhield met de Koerdische PKK. Ging verder dan Fidan, aangezien hij een vertrouweling is van Erdogan. Daardoor had het onderzoek zich eenvoudig naar de premier kunnen uitbreiden. Erdogan verijdelde deze ‘juridische coup’ met een nieuwe wet, die vervolging van MIT-functionarissen zonder zijn toestemming uitsluit. Als gevolg is ook bij een onderzoek naar de rol van Fidan bij de vlucht van de F4 Phantom het groene licht van Erdogan nodig. De kans daarop is nihil.

Ging drie maanden geleden al net zo. Toen wilde justitie een onderzoek doen naar het afluisteren door MIT van de journalisten Ahmet Altan en Yasemin Congar. In de krant Taraf hadden zij, geheel naar Gülens zin, veel kritiek op Erdogan. Waarschijnlijk omdat Erdogan geen toestemming gaf aan deze procedure tegen MIT werd er niets meer over vernomen. Zou nu iets anders kunnen lopen, want Fidan beet van zich af met een strafklacht tegen de aanklager in Malatya (al wist justitie op het moment van schrijven nog van niets).

Als het de bedoeling van justitie is om Erdogans reputatie geleidelijk te ondermijnen kan dat moeilijk los gezien worden van diens streven om volgend jaar president te worden. Met de bijzondere volmachten die Erdogan zich daarbij voorstelt zou hij Gülens volgelingen in Turkije heel wat schade kunnen berokkenen. Onlangs deelde hij al een plaagstootje uit, door te suggereren dat de voor de Gülenbeweging erg belangrijke voorbereidingsinstituten richting universitair onderwijs, afgeschaft zouden worden. Genoeg reden dus voor een arsenaal ‘zwarte propaganda’ tegen Erdogan. Niet alleen via Gülens media, maar ook via justitie.

Rookgordijn
Het viel een enkeling op dat het nieuwe justitieonderzoek naar Hakan Fidan samenviel met het begin van de gesprekken tussen MIT en PKK-oprichter Abdullah Öcalan. Leek op een sabotagepoging. Maar kort daarop gaf Gülen zijn zegen aan die onderhandelingen. Een verrassing, want nog geen jaar geleden waren zijn boys binnen justitie heel wat minder enthousiast over contacten tussen MIT en de PKK. Bovendien werden de Turkse strijdkrachten nog niet al te lang geleden door Gülen opgeroepen om de PKK zonder pardon bij de wortel aan te pakken. Voor een dialoog tussen MIT en Öcalan leek hij toen absoluut niet te porren. Die omslag is koren op de molen van zijn pleitbezorgers. Een van hen liet me al weten dat wat ik in mijn boek heb geschreven tegenstrijdig is met Gülens recente uitspraken. Is er sprake van een inzichtelijke verschuiving? Zou mooi zijn. Andere verklaringen voor de move van de hocaefendi zijn er echter ook.

Zo zou Gülen geen andere mogelijkheid kunnen zien, nu ook de Republikeinse Volkspartij (CHP) de gesprekken met Öcalan steunt. Daarnaast komt hij op deze manier tegemoet aan zijn Amerikaanse gastheren, die een toenadering tussen de AKP en Öcalan stimuleerden. Het zou ook een rookgordijn kunnen zijn, om zijn conflict met Erdogan aan het zicht te onttrekken. Redenen daartoe zijn er zeker. Beiden krijgen een kick van macht en liggen daardoor in ramkoers met elkaar. Maar paradoxaal genoeg zijn ze ook onder die omstandigheden nog aan elkaar verbonden. De meeste volgelingen van Gülen binnen de Turkse politiek bevinden zich nu eenmaal in Erdogans AKP. En omgekeerd is Erdogan aangewezen op het hoger opgeleide kader dat Gülen in de aanbieding heeft. Dat is ook de reden waarom de premier niet veel anders kon dan de fehullahci in de staat te accepteren.

Verder staan Erdogan en Gülen nog altijd samen tegenover miljoenen seculiere Turken die liever vandaag dan morgen van hen af zijn. Voor de meesten onder hen zijn die twee een pot nat. Het is hen lood om oud ijzer of hun vrijheden beperkt worden door de volgelingen van de imam in justitie en politie, of door de wetten van de premier. Wezenlijke verschillen zijn er verder dan ook nauwelijks. Erdogan heeft een aversie tegen Israël, terwijl Gülen het goed kan vinden met de Israëlilobby in de VS, maar daarmee hebben we het wel gehad. Als het gaat om religieuze invloed op de samenleving of vrijemarkteconomie zijn er alleen overeenkomsten. Macht, daar draait het in dit conflict om. Daarbij betrachten beide partijen uiterste voorzichtigheid. Om te voorkomen dat hun manoeuvres meer nadeel dan voordeel opleveren.

Peter Edel/Istanbul

Van Peter Edel verscheen onlangs De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen).

Volg Peter Edel op twitter.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here