Afgelopen week werd de Koerdische ‘zakenman’ Abdullah Baybasin gearresteerd in Turkije. Baybasin is in verband gebracht met de recente vondst van 281.5 kilo cocaïne, volgens de politie de grootste hoeveelheid die ooit van dit verdovende middel werd aangetroffen in Turkije. Gelijk met Baybasin werden ook veertien anderen aangehouden, waaronder zijn zoon Cagdas.
Volgens zeggen zou met de arrestaties een einde zijn gekomen aan een onderzoek dat al een jaar liep. Dat laatste is merkwaardig omdat Abdullah Baybasin zich een jaar geleden nog in een Britse gevangeniscel bevond. In 2006 werd hij in Groot-Brittannië tot een gevangenisstraf van 22 jaar veroordeeld voor grootschalige drugshandel. De Britse autoriteiten waren ervan overtuigd dat Baybasin nauw betrokken was bij de belangrijkste heroïnelijn naar West-Europa. Vorig jaar vocht Baybasin zijn veroordeling aan. Met succes, want een rechter meende toen dat er onvoldoende bewijs was voor een veroordeling en sprak hem vrij. Na zijn vrijlating werd Baybasin uitgewezen naar Turkije, waar hij nu dus wederom achter de tralies zit.
Nederland kent Abdullah Baybasin vooral omdat zijn broer Huseyin in 2002 door een Nederlandse rechter tot een levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld. Eveneens in verband met drugshandel, maar vooral omdat hij opdracht tot twee moorden zou hebben gegeven. Huseyin Baybasin acht zich, evenals zijn broer, onschuldig. Hij verdedigde zich onder andere met een aanklacht tegen Joris Demmink, de directeur-generaal van het Nederlandse Ministerie van Justitie. Volgens Baybasin maakte Demmink zich schuldig aan pedofilie en wist de Turkse overheid dat. Daar zou men het Nederlandse Ministerie van Justitie vervolgens hebben gechanteerd, met de gevangenschap van Huseyin Baybasin als doel. Het activisme van Baybasin in het verleden voor de Koerdische bevrijdingsbeweging PKK was daarbij volgens zeggen het achterliggende motief. Justitie in Nederland herkende in deze beschuldig echter geen reden tot nader onderzoek. Niet ten aanzien van Demmink en evenmin wat betreft de rol van de Turkse overheid. Ondertussen heeft de pretentie van de Baybasins onschuldig te zijn, menig wenkbrauw doen fronzen in Turkije, vooral onder Koerden. Voor hen heeft de Baybasin-clan namelijk al jaren een bedenkelijke reputatie in verband met de smokkel van en handel in heroïne.
Het zijn zware tijden voor de familie Baybasin. Want onlangs besliste de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS) geen onderzoek in te stellen naar eventuele dwalingen bij het proces tegen Huseyin Baybasin. De CEAS vond geen aanwijzingen dat de afgeluisterde telefoongesprekken, op basis waarvan hij werd veroordeeld, gemanipuleerd waren. Wel concludeerde de CEAS dat twee medeplichtigen in verband met de moord waarvoor Baybasin beschuldigd werd, niet werden veroordeeld in Turkije, terwijl de identiteit van de primaire verdachte niet was vastgesteld. Deze hiaten in het proces zouden eventueel de weg kunnen openen naar behandeling door de Hoge Raad. Toch kreeg Huseyin Baybasin niet van de CEAS waar hij op gehoopt had. De verontwaardigde reactie van zijn advocaat spreekt wat dat betreft boekdelen.
